Overzicht en kerncijfers
Ruimtelijk ontwerpers, waaronder architecten, geven vorm aan de ruimte waarin wij wonen, werken en recreëren; van interieur tot gebouw en van stad tot landschap. De gebouwde omgeving vormt de culturele onderlegger waarop mensen gezamenlijk vormgeven aan hun sociale leven, tradities en lokale geschiedenis (Platform Ontwerp NL 2024).
Het ruimtelijk ontwerp van onze leefomgeving vindt plaats op verschillende schaalniveaus. Daarom kijken we binnen het domein Architectuur niet alleen naar de ontwerpdiscipline op het niveau van gebouwen, maar beschouwen we vier disciplines die de ruimtelijk ontwerpsector vormen: architectuur, interieurarchitectuur, stedenbouw en tuin- en landschapsarchitectuur. Binnen het beleid vallen deze disciplines vaak onder de bredere ontwerpsector – waar ook design en digitale cultuur onder vallen – en onder de creatieve industrie.
Vier beschermde titels
De beroepstitels architect, stedenbouwkundige, interieurarchitect en tuin- en landschapsarchitect worden sinds 1988 beschermd door de Wet op de Architectentitel (WAT). Het Architectenregister voert de wet uit en beheert de officiële registratie van architecten. Door opleidingseisen te stellen bij inschrijving in het register – en ook in de periode na inschrijving – wordt de vakbekwaamheid van ruimtelijk ontwerpers in het register bewaakt. Sinds 2015 is naast een masterdiploma binnen één van de vier disciplines ook het succesvol doorlopen van de Beroepservaringsperiode (BEP) voorwaarde voor inschrijving in het register. Tijdens de Beroepservaringsperiode doen afgestudeerde masterstudenten in een periode van twee jaar werkervaring op in de gekozen discipline
Eind 2024 telde het Architectenregister in totaal 13.977 registraties. Ruim driekwart daarvan is voor de titel van architect (Architectenregister 2025). Slechts een klein deel (3 procent) van de ingeschreven ontwerpers is onder meer dan één discipline geregistreerd. Wel ziet het Architectenregister dat de belangstelling voor een dubbele titel toeneemt, als gevolg van de toegenomen interdisciplinariteit binnen het werkveld.
In 2024 werden in totaal 475 ontwerpers nieuw in het register ingeschreven. Doordat er ook uitschrijvingen plaatsvinden, steeg het totale aantal ingeschrevenen met 17 registraties ten opzichte van een jaar eerder. Anders dan bij andere disciplines was het aantal uitschrijvingen onder interieurarchitecten groter dan het aantal inschrijvingen, waardoor het aantal registraties binnen die discipline licht afnam.
Ontwikkeling werkveld
De arbeidsmarkt van de architectenbranche kenmerkte zich – als gevolg van de financiële crisis uit 2008 – door krimp en verregaande versnippering: een jarenlange afname van het aantal banen bij architectenbureaus, gepaard met een sterke aanwas van het aantal zelfstandige ondernemers zonder personeel (CRa 2021). De kwetsbaarheid van zelfstandige architecten, zowel in economische zin als in innoverend vermogen, leidde tot een verschuiving in de (machts)relaties binnen de bouwketen en de wijze waarop concurrentie in de markt plaatsvindt (Koetsenruijter 2018, CRa 2020).
De trend van versnippering lijkt zich de afgelopen jaren geleidelijk te keren. In het eerste kwartaal van 2025 telde het CBS 6.830 ontwerpbureaus (CBS 2025) binnen de SBI-code voor Architectenbureaus en Interieurarchitecten (SBI 7111)
Het aantal werknemers in dienst bij architectenbureaus nam in de afgelopen jaren toe met 29 procent: van 8.570 werknemers in 2015 naar 11.030 werknemers in 2024 (CBS 2025). Tegelijkertijd zien we een daling van het aantal zelfstandig architecten: van 4.980 in 2015 naar 4.370 in 2023 (een afname van 12 procent).
Deze ontwikkelingen laten zien dat de situatie in het werkveld zich gestaag lijkt te stabiliseren. Daarmee is echter niet gezegd dat de kwetsbaarheden in deze beroepsgroep, en dan met name voor zelfstandigen, zijn afgenomen. Nog steeds zijn nagenoeg drie op de tien werkenden bij Architectenbureaus zelfstandig ondernemer, waar dat in 2010 ongeveer twee op de tien betrof (CBS 2025).
De ontwikkeling van bedrijven en werkenden in de disciplines Stedenbouw en Tuin- en Landschapsarchitectuur is minder goed in beeld te brengen, doordat deze disciplines onder de bredere bedrijfstak van Ingenieurs vallen. Wel weten we op basis van onderzoek van het CBS iets over de verhouding tussen de ruimtelijke disciplines in 2021 (CBS 2023). Zo weten we dat stedenbouwers en tuin- en landschapsarchitecten gemiddeld het hoogste uurloon verdienen (36 euro per uur) terwijl het uurloon voor interieurarchitecten aanzienlijk lager ligt (27 euro per uur). Het uurloon van architecten ligt hier tussenin (31 euro per uur).
Partijen in het veld
Binnen elk van de disciplines binnen het ruimtelijk ontwerp is een branche- of beroepsvereniging actief: de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA), Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP), Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten (BNI) en de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL). Deze verenigingen werken samen binnen het verband van
Het beleid rondom architectuur en ruimtelijk ontwerp wordt vormgegeven vanuit de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Vanuit deze ministeries wordt vormgegeven aan het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp (ARO) waarin het beleid omtrent ruimtelijk ontwerp in Nederland voor een periode van vier jaar wordt vastgelegd. Het meest recente programma Ontwerp verbindt (2021-2024) zet ontwerp in als ‘belangrijk instrument’ om veranderingen zoals klimaatadaptatie en de omschakeling naar kringlooplandbouw te laten slagen (BZK en OCW 2020). Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuw actieprogramma voor de periode van 2025 tot 2028, waarin nadruk zal liggen op het versterken van ontwerpend onderzoek (CRa 2024).
Belangrijke partners bij de uitvoering van het ARO zijn het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) en het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie (Stimuleringsfonds). Het CRa opereert vanuit
In 2024 publiceerde het CRa het advies Ontwerpen aan transities: Zes adviezen voor het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2025-2028. Daarin benadrukt het CRa dat naast ontwerpend onderzoek ook andere vormen van ruimtelijk ontwerp essentieel zijn voor het bevorderen van omgevingskwaliteit, met strategisch ontwerp en operationeel ontwerp als voorbeeld. Daarnaast zou een te strikte focus op ontwerpend onderzoek ertoe kunnen leiden “dat het middel belangrijker wordt dan het uiteindelijke doel: een duurzame, rechtvaardige en kwalitatieve leefomgeving” (CRa 2024).
Het Stimuleringsfonds bevordert ontwerpkracht bij de transities waar Nederland voor staat vanuit het stimuleringsprogramma ARO. Dat doet zij onder meer door Open Oproepen en flankerende activiteiten. Zo nodigde het fonds de afgelopen periode ontwerpers uit te werken aan projecten rondom duurzame en inclusieve woningbouw (Anders werken aan wonen), landbouw- en energietransitie (Prachtige productielandschappen), bodem- en waterkwaliteit bij verstedelijking (Bouwen vanuit de bodem), mobiliteit ten behoeve van brede welvaart (Wegen naar welzijn), rechtvaardige transities (Ruimte voor rechtvaardigheid) en ruimtelijke uitdagingen in grensgebieden (Over grenzen).
Omzet en diversiteit aan werkvormen
Op basis van een onderzoek onder de leden van de BNA schat de branchevereniging de totale omzet van de architectenbureaus op 1.055 miljoen euro in 2022 (Panteia 2023). Dat is gebaseerd op een gemiddelde omzet per bureau van 502.000 euro per jaar. Het grootste deel van de omzet kwam voort uit woningbouw (48 procent), gevolgd door opdrachten voor kantoren (12 procent), gezondheidszorg (9 procent) en overige projecten (9 procent). Grotere bureaus laten hierbij een meer gevarieerde opdrachtenportefeuille zien, terwijl kleinere bureaus zich voornamelijk richten op woningbouwopgaven.
Ruimtelijke ontwerpopgaven spelen in Nederland op elk schaalniveau: van verbouwingen tot gebouwen, van stedenbouwkundige plannen voor woonwijken tot regionale landschapsontwerpen. Daarbij zijn er veel verschillende opdrachtgevers: particulieren, projectontwikkelaars, woningcorporaties, gemeentes, bouwbedrijven, en combinaties. Zo nemen projectontwikkelaars soms ook corporatieopgaven mee in hun ontwikkelingen, en ontwikkelen sommige architecten zelf projecten. Aldus kenmerkt de ontwerpsector zich door een grote diversiteit aan werkvormen. Het onderzoek van de BNA laat zien dat het grootste deel van de opdrachtgevers voor architectenbureaus in 2022 particulieren (29 procent) waren, gevolgd door projectontwikkelaars (19 procent) en bedrijven (18 procent). Van alle opdrachten werd ruim driekwart (76 procent) niet in concurrentie verkregen (Panteia 2023).
Opdrachten kunnen direct gegund worden, al dan niet met hulp van een adviesbureau, of via een ontwerpprijsvraag of aanbesteding. Het takenpakket varieert per opdracht: van ontwerpend onderzoek en ontwerpadvies (bijvoorbeeld bij onderhoud aan gebouwen) tot het ontwerpen van (delen van) een gebouw tot een totaalontwerp en projecten waarbij ook de bouw, financiering, exploitatie en onderhoud wordt meegenomen.
Vaak wordt een scheiding aangebracht tussen het ontwerp en de technische uitwerking/realisatie van een project. Hoewel ontwerpopdrachten niet volgens een vast stramien verlopen, werkt De Nieuwe Regeling (DNR) – een standaard contractvorm met taakbeschrijvingen – wel disciplinerend. Deze contractvorm wordt sinds 2008 toegepast op het merendeel van de projecten, goed voor 60 tot 80 procent van de omzet (Panteia 2023). Vanwege onzekerheden in de markt, wordt vaak opengehouden welke taken de ontwerpopdracht precies omvat.
Stedenbouwkundige opdrachten komen meestal tot stand via publieke opdrachtgevers. Grotere projecten vanuit overheden verlopen veelal via
Trends en ontwikkelingen
Tendercultuur, vrijheid ontwerper en alternatieve opdrachtverlening
Een doel van tenders is om de concurrentie tussen ontwerpbureaus te stimuleren, en partijen een gelijke kans te geven om opdrachten te verwerven. Daarnaast kan de opdrachtgever door dit selectieproces een scherpe prijs krijgen. Er zijn ontwerpbureaus die met succes op deze manier opdrachten realiseren, maar er is ook kritiek vanuit de sector (Hannema 2023, Teerds 2024, Architectuur Lokaal 2015). Deze betreft allereerst de formulering van de ontwerpopgave; daarbij worden vaak adviesbureaus betrokken, maar niet altijd een ruimtelijke expert. Dit bemoeilijkt het streven naar ruimtelijke kwaliteit, ook bij het beoordelen van de inzendingen; in de beoordelingscommissie zit doorgaans geen ontwerper (Schaatsbergen 2025).
De reglementen bij tenders laten geen wijzigingen in de opdrachtomschrijving toe. Als ontwerpers kans zien met een herformulering van de opgave extra kwaliteit te realiseren worden zij alsnog gediskwalificeerd. Daarmee leiden te strikte omschrijvingen van de opdracht tot een inperking van de creativiteit (Thomas 2024b).
Een ander punt van kritiek betreft de vergoedingen bij de aanbestedingen. Die zijn (te) laag, en staan niet in verhouding tot de gevraagde investeringen die eruit gewonnen kunnen worden (CRa 2020). BNA-bestuurslid Jan Peter Wingender becijferde in 2024 dat een gemiddelde aanbestede ontwerpopdracht in Nederland zo’n 160.000 euro bedraagt, en een ontwerpbureau al gauw 40.000 euro aan een inzending besteedt (Architectenweb 2024). Na een eerste selectieronde dingen vijf bureaus mee; een wint de opdracht, vier houden de gemaakte kosten op hun balans. Dit kan leiden tot financieel ongezonde bedrijfsvoering, en weerhoudt bureaus ervan om mee te doen aan tenders (CRa 2020).
Er is een groot verschil tussen kleine en grote ontwerpbureaus in de mate van deelname aan selectieprocedures voor ontwerpopdrachten (Koetsenruijter 2018, Panteia 2023). Dit komt voort uit de tendercultuur, waarbij doorgaans strikte eisen worden gesteld ten aanzien van referenties en omzet. Een ontwerper moet al eerder een bepaald type gebouw hebben ontworpen om in aanmerking te komen voor de opdracht. Daardoor ontstaan gespecialiseerde bureaus die bepaalde opdrachten steeds binnenhalen, en worden kleinere bureaus uitgesloten. Dit betekent dat vooral beginnende bureaus geen kans krijgen om de markt via tenders te betreden.
In 1993 werd Stichting Architectuur Lokaal opgericht om goed opdrachtgeverschap te stimuleren, door voorlichting aan opdrachtgevers en hulp bij het organiseren van ontwerpprijsvragen (Architectuur Lokaal 2019, Schipper 2023). Doordat de stichting in 2023 is gestopt, is een leemte ontstaan. Het College van Rijksadviseurs wil naar voorbeeld van
De Open Oproep beoogt de kansen voor ontwerpbureaus met verschillende ervaring gelijk te trekken en de kwaliteit van het ontwerp centraal te stellen tussen opdrachtgevers en ontwerpers. Ook in Nederland zijn voorbeelden van Open Oproepen. Zo laat het Stimuleringsfonds kleine bureaus (tot 5 medewerkers) de krachten bundelen, om de kansen op grotere opdrachten te vergroten. In 2024 werd een open oproep gedaan voor – zelf geïnitieerde – projecten, waarbij bureaus per onderwerp samenwerken. Zo zijn 10 samenwerkingen ondersteund (Stimuleringsfonds 2025).
Stichting Mevrouw Meijer, opgericht in 2009, ondersteunt opdrachtgevers in de onderwijssector bij renovatie van schoolgebouwen, met ontwerpend onderzoek. Hiervoor worden ontwerpers gevraagd, die niet eerder een school hebben gebouwd. Zo krijgen onervaren en/of beginnende bureaus – met een frisse kijk op de scholenbouw – de kans om de scholenbouwmarkt te betreden (Hannema 2024).
Maatschappelijke waarde ruimtelijk ontwerp en belang van erkenning
De grote opgaven waarvoor Nederland staat – woningbouw, stikstofproblemen, klimaatadaptatie, bodemkwaliteit – hebben een directe relatie met de inrichting van de – schaarse – ruimte, en doen een groot beroep op de expertise van ontwerpers. Tegelijk legt de stapeling van ruimtelijke vraagstukken een toenemende druk op ontwerpers; zij moeten gecombineerde oplossingen zien te vinden, en zich meer inzetten om de omgevingskwaliteit te bewaken.
Om ruimtelijke vraagstukken, met het oog op de lange termijn, op te lossen, is het College van Rijksadviseurs (CRa) het programma ToekomstatelierNL2100 gestart. Met ontwerp en ontwerpend onderzoek worden mogelijke toekomstscenario’s in beeld gebracht, en welke factoren daarop van invloed zijn. Dit doet het CRa samen met een brede selectie aan experts en betrokkenen. Met het Actieprogramma Ruimtelijke Ontwerp 2021-2024 ‘Ontwerp verbindt’ richt het CRa zich op het versterken van vaardigheden die opdrachtgevers en ontwerpers moeten ontwikkelen om ruimtelijke ontwerp nog effectiever in te zetten (Stimuleringsfonds 2021). Volgens onderzoek van Design Innovation Group (Design Innovation Group 2022) zou ontwerpend onderzoek een vast onderdeel moeten worden van de ontwerpopgave. Daarnaast zou er een leerprogramma voor opdrachtgevers moeten komen, meer kennisdeling en extra aandacht voor reflectie binnen het ontwerpproces.
Er zijn veel verschillen in de manier waarop lokaal bestuur ontwerpopgaven vormgeeft. Allereerst omdat de aard van de opgave per gemeente verschilt: van verdichting en vergroening in steden tot de verduurzaming van landbouw in het buitengebied en de versterkingsopgave in het Groningse aardbevingsgebied. Ten tweede omdat gemeentes verschillende eisen stellen ten aanzien van duurzaamheid, architectonische kwaliteit en bouwkosten. Politieke keuzes en persoonlijke inzet van bestuurders, projectleiders en stads/dorpsbouwmeesters spelen daarbij een belangrijke rol.
In een position paper aan de Tweede Kamer pleit BNA-voorzitter Jeroen de Willigen ervoor om elke stad een stadsbouwmeester te geven (BNA 2024). Die kan de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen overzien en de integrale kwaliteit bewaken. Om die reden heeft de gemeente Groningen in 2021 – naast de stadsbouwmeester – architect Dianne Maas als Bouwmeester Versterking aangesteld, die zich richt op opgaves in het versterkingsgebied (binnen de gemeente Groningen). Nationaal Coördinator Groningen (NCG) heeft in 2023 Enno Zuidema benoemd als regiobouwmeester.
Hoewel Nederland voor grote ruimtelijke vraagstukken staat, worden ontwerpers daarbij niet vanzelfsprekend betrokken; hun toegevoegde waarde is niet voor alle opdrachtgevers evident. Meer kennis over het werk van ontwerpers is daarvoor van belang. Latent is de waardering voor ontwerp aanwezig; iedereen komt in zijn directe leefomgeving ontwerp tegen, veel mensen waarderen hun woning, buurt en stad (Platform Ontwerp NL 2024). Tijdens de coronaperiode was er extra aandacht en waardering voor de kwaliteit van woon- en werkplek. Maar weinigen realiseren zich dat daarbij ontwerpers betrokken zijn.
Ook als het gaat over sloop van gebouwen, wordt de architectonische waarde vaak niet (h)erkend. Door mensen daarvan bewust te maken en bij hun directe omgeving te betrekken, kan er meer waardering voor het werk van ontwerpers ontstaan. Een voorbeeld is de brochure die Stichting Mevrouw Meijer samen met erfgoedvereniging Heemschut maakte, over gesloopte naoorlogse scholen. Een uitdaging voor de ontwerpsector is om mensen buiten de branche – zonder te vervallen in jargon – duidelijk te maken wat zij doet, en hoe dat van belang is voor de alledaagse leefomgeving. Evenementen zoals open monumenten dagen bieden de mogelijkheid om leken te informeren en enthousiasmeren. Dat is ook van belang voor het behoud van jong erfgoed (gebouwd na 1965). Voor veel van deze gebouwen dreigt sloop, mede doordat de waardering ervoor beperkt is.
Door stedelijke verdichting en verduurzaming van wijken, worden bewoners vaker geconfronteerd met bouwprojecten in hun nabije omgeving. Dat roept regelmatig weerstand op, wat projecten vertraagt of belemmert. Door bewoners – in een vroeg stadium – te betrekken bij de planvorming, kan gezamenlijk draagvlak gecreëerd worden. Ook biedt dit de mogelijkheid om kennis, kunde en verhalen van bewoners in te zetten bij het ontwerpen. De Omgevingswet die in 2024 is ingevoerd, benoemt participatie als een vast onderdeel van bouwprojecten door overheidsorganisaties. Dit vraagt ook extra inzet van ruimtelijk ontwerpers, zowel in de communicatie met burgers, als bij het verenigen van verschillende wensen en belangen in het ontwerp.
Een duurzamere leefomgeving
Bij de verduurzaming van de leefomgeving speelt regelgeving zoals MPG (MilieuPrestatie Gebouwen) en
Mede doordat de materiaalgebonden CO2-uitstoot nu niet of nauwelijks betrokken wordt bij duurzaamheidsberekeningen, komt sloop-nieuwbouw naar voren als een duurzamere optie dan renovatie. De afbraak van gebouwen kost echter ook energie, en er komt veel fijnstof, afval en CO2 bij vrij. Mede door onderzoek van architectenbureaus naar
De internationale Stichting HouseEurope!, opgericht door een internationale groep architecten, zet zich in voor nieuwe EU-wetgeving, waarbij bouwers verplicht worden om materiaalgebonden CO2-uitstoot mee te nemen in duurzaamheidsberekeningen en de BTW op renovatie en hergebruikte materialen wordt verlaagd.
Veranderende rol ruimtelijk ontwerpers
Van de oprichting van wooncoöperaties tot de verduurzaming van de landbouw, van zorgvraagstukken tot klimaatadapatie; de rol die ruimtelijk ontwerpers innemen bij het oplossen van sociaal-maatschappelijke vraagstukken wordt steeds breder. Daardoor groeit de behoefte aan kennis buiten de eigen expertise, onder andere op het gebied van ecologie, sociologie en ouderenkunde. Zo vergt het ontwerpen van woningen voor ouderen met dementie om inzicht in hun leefwereld; denk aan het gebruik van kleuren en daglicht bij het herkennen van plekken en routes. Bij het vergroenen van steden wordt steeds meer gekeken naar kansen voor biodiversiteit; daarvoor is specifieke kennis van planten- en diersoorten vereist.
Met name jonge ontwerpers zoeken om die reden steeds vaker samenwerking met mensen uit andere disciplines (CRa & Architectenregister 2025). Ook groeit het aantal participatietrajecten waarbij ontwerpers met omwonenden samenwerken. Hierdoor wint de rol van de ruimtelijk ontwerper aan belang, ook als verbinder tussen partijen.
Deze veranderende beroepspraktijk vraagt ook om andere vaardigheden die ontwerpers moet beheersen. In dat licht laat het Architectenregister de eindtermen van de Beroepservaringsperiode (BEP) tussen 2025 en 2026 evalueren en herijken (Architectenregister 2024).
De BEP was in eerste instantie vooral gericht op architecten; het programma vraagt nog om betere afstemming op stedenbouwers en landschapsarchitecten, en op de integrale aanpak die tegenwoordig vaak nodig is in ruimtelijke opgaven. Ook vraagt de huidige praktijk om aanvullende eisen op het gebied van duurzaamheid, zoals kennis op het gebied van hergebruik, biodiversiteit en biobased bouwen. Bij jonge ontwerpers die zich maatschappelijk engageren, bestaat de behoefte om beter toegerust te worden in de omgang met de bestuurlijke praktijk (CRa & Architectenregister 2025). Dit zijn niet alleen aandachtspunten bij de herijking van BEP, maar ook bij de herziening van de curricula van de ontwerpopleidingen.
Het ontwerponderwijs is een belangrijke bron van innovaties, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, digitalisering, 3D-printtechniek en social design. Maar de kennis die afgestudeerde ontwerpers meebrengen naar de praktijk, kan niet altijd worden toegepast bij ontwerpbureaus, die vaak een bepaalde manier van werken hanteren, en deze niet eenvoudig kunnen veranderen. Bovendien bestaat voor nieuwe materialen en bouwproducten soms nog geen regelgeving, waardoor opdrachtgevers huiverig zijn om deze toe te passen. De bouw geldt als een conservatieve sector, waarbij processen veelal zijn gericht op het vermijden van risico’s, waarbij ervaren bureaus en beproefde methodes de voorkeur krijgen (Koetsenruijter 2018).
Vanuit universiteiten zijn er verschillende initiatieven om kennis en technologieën te ontwikkelen samen met bouwbedrijven, die deze kunnen toepassen in de praktijk (CRa & Architectenregister 2025). Het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie wil met een open oproep voor startende makers/ontwerpers kennisdeling tussen bureaus onderling stimuleren, en tussen de projecten die uit de oproep voortkomen. Ook wordt een platform geboden aan deze ontwerpers, zodat mogelijke opdrachtgevers hen kunnen vinden, en de resultaten breder gedeeld kunnen worden.
Voor ontwerpers in het Architectenregister geldt sinds 2009 een wettelijke plicht tot bij- en nascholing. Primaire doelstelling is het op peil houden en/of versterken en vergroten van de kennis, vaardigheden en inzicht. Ook dit programma voor na- en bijscholing is toe aan een herziening (Architectenregister 2024). De kwaliteit van het onderwijsaanbod kan omhoog en zou meer moeten aansluiten bij de behoefte van de bestaande praktijk; nu worden geen inhoudelijke eisen gesteld. Daarnaast wordt ingezet op extra voorlichting over het belang van nascholing voor architecten. De wet voorziet niet in controle of sancties, wel zijn ontwerpers bij het uitbrengen van een offerte verplicht om opdrachtgevers te informeren over relevante deskundigheid, inclusief na- en bijscholing.
Inzet van Kunstmatige Intelligentie (AI) en parametrische ontwerptools spelen een steeds grotere rol bij het ontwikkelen van ruimtelijke scenario’s en ontwerpen. Uit onderzoek onder leden van de BNA blijkt dat driekwart van de architectenbureaus BIM-software gebruikt, 35 procent van de architecten maakt gebruik van tools om via virtual reality ontwerpen te verbeelden en 23 procent past wel eens parametrische ontwerptools toe tijdens een project (Rutten 2021).
Iets meer dan de helft van de bureaus werkt met AI, vooral om in korte tijd visuele impressies en ruimtelijke oplossingen te genereren, aansluitend op randvoorwaarden zoals bezonning, bouwhoogtes en geluidsbelasting (Hogeschool Windesheim 2025). AI kan zo delen van het werk van ontwerpers vereenvoudigen, en tijd besparen, die besteed kan worden aan creatieve processen. Er wordt ook onderzoek gedaan naar mogelijkheden om met AI ‘zachte’ waarden zoals ruimte voor ontmoeting, te implementeren in projecten (Muis 2024). Doordat deze waarden zich moeilijk laten kwantificeren, blijkt dat vooralsnog lastig.
Werkomstandigheden en toenemende druk
De verbreding van de kennisbehoefte en verantwoordelijkheid van ruimtelijk ontwerpers binnen bouwprojecten maakt dat er meer van hen gevraagd wordt. Daardoor, en doordat de marges in de ontwerpsector gering zijn, ervaren zij vaker druk. Doorgaans wordt meer werk gestoken in ontwerpcompetities dan waarvoor betaald wordt. Klachten daarover worden regelmatig gemeld bij de BNA, die sinds 2025 een Aanbestedingsloket en een Juridisch Loket heeft (BNA 2025).
Onderzoek van het Atelier Rijksbouwmeester laat zien dat men de afgelopen jaren in alle ruimtelijke disciplines de meer is gaan werken (CRa & Architectenregister 2025). Jonge ontwerpers geven aan de huidige werkcultuur en -omstandigheden als slecht te ervaren. Zij wijzen op de hiërarchische structuren in de sector, de hoge werkdruk en een onbalans tussen lange werkdagen en het salaris. De uurtarieven zijn vastgesteld in een algemeen geldende cao voor de architectenbranche, waardoor bureaus niet direct met elkaar kunnen concurreren op arbeidskosten. Wel wordt er door ontwerpbureaus regelmatig gewerkt met onbetaalde stagiairs en pas afgestudeerden die onder een stagecontract werken.
Netherlands Angry Architects (NAA!) is een platform dat, in samenwerking met FNV, werkomstandigheden in de sector wil verbeteren, en ontwerpers wil helpen om meer controle te krijgen over architectuur, bouwen en de ontwerpindustrie (Alkemade 2023). De Stichting Fonds Architectenbureaus organiseerde in 2024 het congres Architect van je eigen werk, over de problematiek van toenemende werkdruk. Daaruit kwam voren dat zowel opdrachtgevers als ontwerpbureaus zich zouden moeten inzetten om deze te verlichten.
Diversiteit onder werkenden en werkomstandigheden
Steden en dorpen die een diversiteit aan mensen huisvesten, zijn gebaat bij een verscheidenheid aan ontwerpers, die vele stemmen vertegenwoordigen (Boer 2021). In de praktijk is dit nog niet het geval. Van alle geregistreerde ontwerpers in het architectenregister was in 2021 slechts 30 procent vrouw (CBS 2023). Dit vergelijkbaar met cijfers uit 2018 (CBS 2019), toen was het 29 procent. Ook binnen de disciplines architectuur, stedenbouw en tuin- en landschapsarchitectuur blijft het aandeel vrouwen vrijwel gelijk (CRa & Architectenregister 2025). Onder interieurarchitecten, waar het aandeel vrouwen al relatief groot is, stijgt het aantal vrouwen verder. Met name in de discipline architectuur zijn mannen sterk oververtegenwoordigd. Daardoor zijn er weinig vrouwelijke rolmodellen voor de jongere generatie. Onderzoek onder de leden van de BNA uit 2022 laat zien dat onder de bestuurders van aangesloten architectenbureaus slechts 16 procent vrouw is (BNA 2023). Op dit vlak scoort Nederland minder goed dan andere Europese landen, zo blijkt uit een rapportage die Atelier Rijksbouwmeester in 2025 uitbracht.
In de toekomst kan dat veranderen, want bij de jongste generatie is het aandeel man-vrouw – net als bij de ontwerpopleidingen aan de universiteiten – min of meer gelijk. Ook het verschil in loon tussen mannen en vrouwen is kleiner bij deze groep jonge ontwerpers, die waarde hecht aan een omgeving waarin aandacht is voor diversiteit en inclusie.
Er zijn verschillende initiatieven die willen bijdragen aan het bevorderen van emancipatie in de ontwerpsector. Zo is er in publicaties en tentoonstellingen steeds vaker aandacht voor het werk van vrouwelijke ontwerpers, nu en in het verleden (Cardoso 2023, Hofland 2024). Het initiatief Gebouwen door Vrouwen viert het werk van vrouwelijke ruimtelijk ontwerpers, door een overzicht te bieden van de gerealiseerde projecten ontworpen door vrouwelijke architecten, interieurarchitecten, stedenbouwers en tuin- en landschapsarchitecten. Dergelijke initiatieven zijn van belang voor diversiteit in de sector, maar ook voor de representatie van gebruikers; ontwerp wordt nu nog vaak gebaseerd op de gemiddelde man (Thomas 2024a).
Wat willen we verder weten over het domein Architectuur?
Alhoewel we redelijk goed in beeld hebben hoe architectenbureaus zich ontwikkelen is voor de andere disciplines, met name Stedenbouw en Tuin- en Landschapsarchitectuur nog veel onduidelijk. De indeling van deze bedrijfsactiviteiten valt onder die van Ingenieurs (SBI 7112), samen met vele andere technische disciplines die buiten ruimtelijk ontwerp vallen. Ook al zien we binnen deze bedrijfstak een sterke stijging van het aantal bedrijven, valt moeilijk te zeggen welk aandeel de disciplines Stedenbouw en Tuin- en Landschapsarchitectuur in die ontwikkeling hebben.
De architectenbranche is bovendien niet gebonden aan landsgrenzen. Het is bij uitstek een domein dat vanuit een internationaal perspectief bezien moet worden. Vanuit het cultuurbeleid wordt deze internationale positie van ontwerpers gestimuleerd (Uslu 2022). Niet alleen zijn Nederlandse architecten en bueaus werkzaam in het buitenland, ook Nederland zelf trekt internationale ontwerpbureaus aan. De impact van deze tweesporige wisselwerking op het Nederlandse ontwerpklimaat verdient nadere aandacht.
Meer weten over het domein Architectuur?
Bekijk meer data over het domein Architectuur in het Dashboard van de Cultuurmonitor.
Meer literatuur over het domein Architectuur is te vinden in de Kennisbank van de Boekmanstichting.
Vorige edities van de tekst op deze domeinpagina kunnen hier gevonden worden:
2021
2022
2023
Bronnen
Figuren
Architectenregister (2025) Jaarverslag 2024. Den Haag: Architectenregister.
CBS (2023) ‘Kenmerken van architecten, 2021‘. Op: www.cbs.nl, 5 april.
CBS (2025) ‘Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2024 Q3‘. Op: www.cbs.nl, 31 januari.
Literatuur
Alkemade, V. en Koekoek, C. (2023) ‘Architecten, zet die ego’s opzij en verenigt u‘. Op: www.archined.nl, 1 mei.
Architectenregister (2024) Jaarverslag 2023. Den Haag: Architectenregister.
Architectenregister (2025) Jaarverslag 2024. Den Haag: Architectenregister.
Architectenweb (2024) ‘Gesprek met Oana Bogdan en Jan Peter Wingender over de lage honoraria in België en de wankele cao in Nederland‘. Op: www.architectenweb.nl, 1 februari.
Architectuur Lokaal (2015) Tussen de regels: beter aanbesteden van architectuuropdrachten. Amsterdam: Architectuur Lokaal.
Architectuur Lokaal (2019) Portfolio: Prijsvraagcultuur in Nederland. Amsterdam: Architectuur Lokaal.
BNA (2023) ‘Terugblik vrouwen in de architectuur‘. Op: www.bna.nl, 22 juni.
BNA, Willigen, J. de (2024) Position paper BNA voor het rondetafelgesprek over ruimtelijke ordening op 26 september 2024. Amsterdam: BNA.
BNA (2025) ‘BNA lanceert Juridisch Loket en Aanbestedingsloket voor leden‘. Op: www.bna.nl, 8 januari.
Boer, T. de (2021) ‘De stad is superdivers, nu de architect nog‘. Op: www.a-zine.nl, 17 maart.
BZK en OCW (2020) Actieprogramma ruimtelijk ontwerp 2021-2024: Ontwerp verbindt. Den Haag: Ministerie van BZK en Ministerie van OCW.
Cardoso, F.F., Edens, C., Heynen, H., Hoekstra, R., Kessel, E. van, Ferradas, M.N., Klooster, I. van ‘t, Noorani, S., Pombo, F., Quiroga, C., Schrijver, L., Smeets-Klokgieters, E., Tummers, L. en Vlassenrood, L. (2023) Vrouwen in Architectuur. Rotterdam: NAi010 Uitgevers.
CBS (2023) ‘Kenmerken van architecten, 2021‘. Op: www.cbs.nl, 5 april.
CBS (2025) ‘Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2024 Q3‘. Op: www.cbs.nl, 31 januari.
Copper8, NIBE, Metabolic & Alba Concepts (2024) ‘Bouwen binnen planetaire grenzen: CO2-impact van de Nederlandse bouw‘. Amsterdam: Copper8.
CRa & Architectenregister (2025) De ruimtelijke ontwerpsector in perspectief: jonge ontwerpers in beeld – Rapport over de ruimtelijke ontwerpsector 2025. Den Haag: College van Rijksbouwmeester & Rijksadviseurs (CRa) en Architectenregister.
CRa (2020) Ruimte in transitie: jaarrapportage 2020 over de ruimtelijke ontwerpsector. Den Haag: College van Rijksbouwmeester & Rijksadviseurs (CRa).
CRa (2021) De ruimtelijke ontwerpsector ontleed: jaarrapportage over de ruimtelijke ontwerpsector 2021. Den Haag: College van Rijksbouwmeester & Rijksadviseurs (CRa).
CRa (2024) Ontwerpen aan transities: zes adviezen voor het Actieprogramma ruimtelijk ontwerp 2025-2028. Den Haag: College van Rijksbouwmeester & Rijksadviseurs (CRa).
CRa (2025) Goed opdrachtgeverschap: Debatreeks over de aanbestedingscultuur in Nederland. Den Haag: College van Rijksbouwmeester & Rijksadviseurs (CRa).
Design Innovation Group, Gerards, A., Rietbergen, M., Schachtchabel, P. (2022) Nieuwe competenties voor ruimtelijk professionals in een sterk veranderend landschap. Utrecht: Design Innovation Group.
Hannema, K (2023) ‘Architecten maken zich zorgen: waarom laten wij ons niet horen in debat over woningbouw?‘. Op: www.volkskrant.nl, 31 mei.
Hannema, K. (2024) ‘Kunsthistoricus redt oude scholen van de nieuwbouw, met volle prijzenkasten als gevolg‘. Op: www.volkskrant.nl, 8 december.
Hofland, T. (2024) ‘Sofie wil meer aandacht voor vrouwelijke architecten: “Wij vrouwen vormen de halve wereldbevolking, h锑. Op: www.ad.nl, 25 mei.
Hogeschool Windesheim (2025) ‘“Als je als architect met AI werkt, moet je eigenlijk nog beter zijn”‘. Op: www.windesheim.nl, 6 februari.
Koetsenruijter, R. en Kloosterman, R.C. (2018) Ruimte voor de architect: een onderzoek naar de veranderingen in positie van architecten in Nederland 2008-2018. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
Muis, R. (2024) ‘Tangram organiseert expositie over AI en de zachte waarden van architectuur‘. Op: www.architectenweb.nl, 16 april.
Panteia (2023) BNA Benchmark Jaarcijfers onderzoek: Rapportage boekjaar 2022. Amsterdam: BNA.
Platform Ontwerp NL, Boomen, T. van den, Gerretsen, P., Hinterleitner, J., Voogt, D. de (2024) Onze plek: de cultuur van de leefomgeving – van Garrelsweer tot Groenstraat. Den Haag: Platform Ontwerp NL.
Raaij, M. van (2023) ‘Gesprek met Jurriaan van Stigt over carbon-based design‘. Op: www.architectenweb.nl, 2 maart.
Rutten, M. (2021) Digitale transformatie in de architectenbranche. Amsterdam: BNA.
Schaatsbergen, R. (2025) ‘Hebben architecten het nakijken als projectmanagementbureaus worden ingeschakeld?‘. Op: www.dearchitect.nl, 10 februari.
Schipper, K. (2023) ‘Gebrek aan culturele ambitie en architectuurbeleid van het Rijk nekt Architectuur Lokaal‘. Op: www.archined.nl, 3 juli.
Stichting Mevrouw Meijer (2025) Beter dan Sloop: Een duurzame toekomst met blijvende bebouwing. Amsterdam: Trancity.
Stichting Mevrouw Meijer, Feddes, F. en EcoQuaestor (2024) ‘Bestaande bouw – behoud of sloop als duurzame keuze‘. Op: www.kennis.cultureelerfgoed.nl.
Stimuleringsfonds (2021) ‘Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp‘. Op: www.stimuleringsfonds.nl.
Stimuleringsfonds (2025) ‘Open Oproep Collectieve kennisvorming architectuur – 10 projecten geselecteerd‘. Op: www.stimuleringsfonds.nl.
Teerds, H. (2024) ‘Architectuur op bestelling. Hoe de tenderprocedure voorbijgaat aan de essentie van architectonisch ontwerpen‘. Op: www.dearchitect.nl, 3 november.
Thomas, C. (2024a) ‘Afaina de Jong: “Architecten denken in het universele en komen dan uit bij een man van 1 meter 80”‘. Op: www.dearchitect.nl,
Thomas, C. (2024b) ‘Francine Houben: “Architectuur wordt technischer, money driven en risicomijdend”‘. Op: www.dearchitect.nl, 3 november.
Verantwoording tekst en beeld
Gesprekspartners: Begin 2025 hebben we gesprekken gevoerd met experts uit de sector ten behoeve van de informatieverzameling voor de doorontwikkeling van deze domeinpagina. Er werden onder andere gesprekken gevoerd met: Francesco Veenstra en Bas Vereecken (Atelier Rijksbouwmeester), Ibrahim Alaoui Chrifi en Ivo de Jeu (Stimuleringsfonds), Jorrit Rosema (Architectenregister), Anne Schroën (BNA), Nathalie de Vries (MVRDV), Han Dijk (PosadMaxwan), Francien van Westrenen (Het Nieuwe Instituut) en Wilma Kempinga (Stichting Mevrouw Meijer).
Beeld: Depot Boijmans Van Beuningen / Fotografie: Lisa Maatjens.