Muziek

Domein

Op de domeinpagina Muziek presenteren we recente cijfers over de productie, distributie en consumptie van live- en opgenomen muziek. Ook komen ontwikkelingen in verschillende themagebieden, bijvoorbeeld met betrekking tot talentontwikkeling en onderwijs, fair pay en diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid aan de orde. Het muziek ‘ecosysteem’ is veelomvattend en bestaat uit artiesten en makers, livemuziek, opgenomen muziek en de distributie daarvan, rechten en publishing, ondersteunende organisaties, media, onderwijs en training, beleid en publiek. Samen met het domein Theater valt Muziek onder de Podiumkunsten.

Samenvatting

Deze pagina richt zich op het domein Muziek in de volle breedte. De muziekindustrie is omvangrijk en groeit jaarlijks: met name streaming en livemuziek nemen de afgelopen decennia toe. De industrie kent ook uitdagingen. Veranderingen binnen de samenleving, bijvoorbeeld omtrent digitalisering en kunstmatige intelligentie, vragen om continue aanpassingen. Niet alle muziekgenres krijgen evenveel erkenning, er speelt veel onzekerheid omtrent werk voor makers en andere werkenden, en er zijn zorgen over de toegankelijkheid van livemuziek. Er is bovendien veel discussie over bredere maatschappelijke thema’s, zoals diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid, en duurzaamheid. Hoewel het belang van deze thema’s steeds breder wordt gedragen en er ook specifieke interventies worden ontwikkeld, is er nog een lange weg te gaan.

Overzicht en kerncijfers

De omvangrijke muzieksector kan worden opgedeeld in drie onderdelen: 1) de opname-industrie (het opnemen en verspreiden van muziek in fysieke en digitale vorm), 2) de licentie-industrie (muziekrechten en royalty’s) en 3) de livemuziekindustrie (Wikström 2014). Om recht te doen aan de grootte en bijkomende complexiteit van de muzieksector, wordt in beleids- en onderzoekstermen steeds vaker gesproken over een ‘ecosysteem’. Dit gaat over het gehele netwerk van individuen en organisaties in de muzieksector, inclusief bijvoorbeeld artiesten, bedrijven, podia, streamingplatformen, festivals, beleidsmakers en publiek. Maar ook hun omgevingen – denk bijvoorbeeld aan onderwijsinstellingen of overheden – én hoe alle betrokkenen van elkaar afhankelijk zijn en elkaar wederzijds beïnvloeden (Kimenai et al. 2025). Niet over alle subsectoren binnen de muzieksector zijn evenveel data beschikbaar – op deze pagina omschrijven we beschikbare data én aan welke informatie nog behoefte is (zie onderaan bij ‘wat willen we verder weten’).

Bij het maken van een overzicht van de muzieksector in Nederland moet er ook rekening worden gehouden met een grote verscheidenheid aan muziekgenres en gemeenschappen die daaraan verbonden zijn. Van populaire muziek zoals hiphop en Electronic Dance Music (EDM), tot klassieke muziek en jazz: er is een hoeveelheid aan makers, organisaties, podia, evenementen en anderen betrokken bij ieder genre. Op deze pagina maken we wanneer data beschikbaar zijn onderscheid tussen muziekgenres – voor de popmuzieksector is echter vaak alleen genre-overstijgende data beschikbaar, en voor jazz en klassieke muziek worden slechts incidenteel data verzameld. Bovendien is niet voor alle muziekgenres evenveel aandacht en erkenning binnen de muzieksector en binnen cultuurbeleid, denk bijvoorbeeld aan hiphop (Donken 2024, Raad voor Cultuur 2024, Vrieze 2023a, UNESCO 2024) en jazz (Kamer 2023). Deze verschillen in erkenning en waardering van genres zijn diepgeworteld en historisch herleidbaar – en zijn ook in de dagelijkse praktijk zichtbaar (Abfalter et al. 2022).

Kerncijfers

Om het aantal organisaties, werkenden, de inkomsten, het aantal voorstellingen en bezoek daaraan cijfermatig in kaart te brengen moet er uit verschillende bronnen worden geput. Er zijn drie bronnen met data die structureel (op jaarbasis) en landelijk worden verzameld: 1) Podiumkunsten van CBS, 2) het Poppodium Analyse Systeem (PAS) van de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) en 3) het Theater Analyse Systeem (TAS) van de VSCD. De CBS cijfers zijn deels gebaseerd op cijfers uit het PAS en TAS – hierin verzamelen de VNPF en de VSCD op jaarbasis data van de bij hen aangesloten leden. De VNPF podia betreffen alleen muziek, de VSCD podia programmeren ook andere vormen van podiumkunsten. Daarnaast doet het CBS aanvullende dataverzameling, om zo een vollediger beeld te krijgen van de sector.

Organisaties en werkenden: Het omschrijven van het aantal organisaties en werkenden in de muzieksector is complex om twee redenen: 1) de breedte van de muzieksector zoals hierboven omschreven en 2) niet voor alle drie de onderdelen (opname, licentie en livemuziek) zijn evenveel cijfers beschikbaar. Met name over de opname- en licentie-industrie blijft nog veel onduidelijk, maar ook voor de livemuzieksector zijn gegevens vaak onvolledig of gedateerd. Allereerst focust de opname-industrie zich op het opnemen en verspreiden van muziek in fysieke en digitale vorm. Hiervoor zijn bijvoorbeeld platenlabels (120 aangesloten bij de NVPI), muziekuitgevers (in 2023 1707 aangesloten bij BumaStemra) en internationale streamingplatforms zoals Spotify, Deezer, Apple Music en TIDAL van belang. Voor de licentie-industrie, die gaat over muziekrechten en royalties, zijn in Nederland met name twee organisaties belangrijk: BumaStemra en Sena. Waar Buma/Stemra zich focust op componisten, tekstschrijvers en uitgevers (auteursrecht), focust Sena zich op artiesten, sessiemuzikanten en producenten (naburig recht). In 2023 waren er 37.5 duizend componisten en auteurs aangesloten bij Buma/Stemra, bij Sena zijn op het moment van schrijven 53 duizend muzikanten en producenten aangesloten (Buma 2023; Sena 2025). Het is onduidelijk welke overlap er zit tussen inschrijvingen bij Buma/Stemra en Sena. In ieder geval gaat het bij beide organisaties om muziekmakers die voldoende bekendheid hebben om geld te verdienen via auteursrechten. Volgens CBS cijfers uit de Monitor Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep, gebaseerd op verschillende nationale monitors, waren er in de periode 2021/2023 22.000 muzikanten, zangers en componisten werkzaam in Nederland.

Aantal. Bron: CBS 2025c

Voor de livemuzieksector zijn wat meer eenduidige gegevens beschikbaar – ook al geldt dit niet voor festivals en nachtclubs (zie hieronder bij de kopjes ‘festivals’ en ‘nachtleven’). Volgens cijfers van het CBS – die zich richten op de Podiumkunsten in brede zin – waren er in 2023 338 bedrijven of organisaties voor podiumkunsten in Nederland, waarmee organisaties die het podium/de podia beheren worden bedoeld (CBS 2025). De Livemuziekmonitor (Mulder et al. 2022) gaf een vollediger beeld van het aantal podia binnen de popmuziek, in ieder geval tot en met 2019. In 2019 waren er volgens deze monitor 797 podia waar popmuziek geprogrammeerd werd. Hieronder vallen ook muziekcafés, culturele instellingen, theaters, jongerencentra en buitenlocaties. Binnen de professionele podia die zijn aangesloten bij het VSCD en de VNPF waren in 2023 in totaal 37.469 mensen werkzaam: dit betreft zowel mensen die werkzaam zijn in loondienst, als ZZP’ers, ingehuurde medewerkers en stagiairs of vrijwilligers (voor uitgebreidere beschrijvingen zie Dee et al. 2024 en Siebe Weide Advies 2024) .  

Aantal werknemers. Bron: Dee et al. 2024
Aantal werknemers. Bron: Siebe Weide Advies 2024

Inkomsten en subsidiestromen: De afgelopen decennia heeft de opkomst van het internet bijgedragen aan grote veranderingen binnen en tussen de drie onderdelen van de muziekindustrie. Waar de opname-industrie, inclusief fysieke geluidsdragers zoals CD’s en vinyl, voorheen van groot belang was als inkomstenbron, ligt de nadruk nu veel meer op streaming en livemuziek (Everts 2023, NVPI 2024). Onderstaande visualisatie met cijfers van de NVPI laat zien dat de inkomsten uit streaming in Nederland toenemen, terwijl de totale inkomsten uit fysieke geluiddragers gedaald zijn. Hoewel streaming nog steeds de grootste inkomstenbron is, neemt de populariteit van vinyl de afgelopen jaren gestaag toe – om in 2024 weer licht te dalen (van der Ploeg 2025a). De toename van het belang van streaming is ook van invloed op discussies omtrent auteursrechten – die discussies komen uitgebreider aan de orde onder het kopje ‘digitale transformatie’ op deze pagina. Deze discussies zijn met name relevant waar het gaat om de herkomst van inkomsten binnen de muziekindustrie: zo zijn de inkomsten uit de fysieke en digitale muziekmarkt en die uit auteursrechten bijna even groot in 2023 (299 miljoen en 303,6 miljoen respectievelijk).

In miljoenen Euro. Bron: NVPI 2024, Buma/Stemra 2023 (bewerkingen Boekmanstichting)
In miljoenen Euro, naar type geluidsdrager. Bron: NVPI 2024

Tussen muziekgenres bestaat er een grote variatie in waar inkomsten vandaan komen. Populaire muziek ontvangt bijvoorbeeld veel minder subsidie van de rijksoverheid of –fondsen dan  klassieke muziek. In 2023 ging 7,1 procent van het totale subsidiebedrag van de Basisinfrastructuur (BIS0 en het Fonds Podiumkunsten (FPK) naar popmuziek, terwijl klassieke muziek 93 procent van het totale bedrag ontving (Zwaan et al. 2025). Voor poppodia zijn gemeentelijke subsidies (94 procent van totale subsidiebedrag voor poppodia aangesloten bij VNPF) van groter belang. Subsidies ondervangen slechts 24,5 procent van de inkomsten voor poppodia: eigen inkomsten uit ticketverkoop (37,7 procent) en horeca (22,7) zijn van groter belang (Dee et al. 2024).  Ook binnen populaire muziek zijn er verschillen in waar subsidies vandaan komen – ook al zijn daar minder data over. Binnen hiphopcommunities bleek bijvoorbeeld dat makers vaak projecten realiseren via alternatieve routes (zoals commerciële sponsordeals, eigen geld of via crowdfunding), of juist eerder samenwerking zoeken met jongerenwerk, dat onder welzijn valt, dan met het cultuurdomein (Donken, 2024). Wel lijkt er over verschillen in (financiële) erkenning een groter bewustzijn te ontstaan binnen cultuurbeleid (zie Raad voor Cultuur 2024). 

Aantal voorstellingen: Het totaal aantal muziekvoorstellingen in professionele podia kent van 2005 tot 2019 een geleidelijke stijging, en ook na de dip van de coronajaren heeft deze trend zich tot en met 2023 (het meest recente jaar met beschikbare data) doorgezet.  Binnen CBS-data wordt een onderscheid gemaakt tussen voorstellingen voor klassieke muziek en populaire muziek. Hierin is te zien dat het aantal voorstellingen voor klassieke muziek in 2022 weer boven het niveau van voor corona uitstijgt, om in 2023 weer naar onder het niveau van 2019 te dalen. Het aantal popmuziekvoorstellingen zat in 2022 al op het niveau van voor de coronacrisis en is in 2023 opnieuw gestegen (van 15.380 voorstellingen in 2022 naar 17.644 voorstellingen in 2023). In de toekomst moet worden gekeken hoe er meer onderscheid gemaakt kan worden in popmuziekgenres om daarbinnen ontwikkelingen inzichtelijk te maken. In de livemuziek monitor (2022) werden concerten bijvoorbeeld opgesplitst naar muziekgenre. Hieruit bleek dat met name hiphop en tribute bands een flinke opmars kenden tussen 2014 en 2019.

Aantal. Bron: CBS 2025a
Aantal. Bron: CBS 2025b

Bron: CBS 2021 2022 2023a 2023b

Bezoekcijfers: Naast het aantal voorstellingen kende ook het totale bezoek aan muziekvoorstellingen een geleidelijke stijging tussen 2005 en 2019, die ook na de coronajaren in 2023 (het meest recente meetjaar) is doorgezet. Met name voor popmuziekvoorstellingen is deze stijging groot: van 7,9 miljoen bezoeken in 2022 naar 9,2 miljoen bezoeken in 2023. Voor klassieke muziekvoorstellingen zitten bezoekersaantallen in 2023 weer op het niveau van voor de coronacrisis. Dit is met name opvallend omdat het aantal voorstellingen voor klassieke muziek van 2022 op 2023 enigszins is gedaald. Het is niet duidelijk waardoor dit komt. Uit de Vrijetijdsomnibus is informatie te halen over de verdeling van muziekbezoek over de Nederlandse bevolking: de laatste cijfers hiervan komen uit 2022 (Cultuur en participatie). Een update hiervan volgt in de Cultuurmonitor van 2025.

Aantal in miljoenen. Bron: CBS 2025a
In miljoenen. Bron: CBS 2025b

Bron: CBS 2021 2022 2023a 2023b

Festivals: Naast podia zijn festivals een steeds belangrijkere locatie voor livemuziek. Sinds de eeuwwisseling wordt er dan ook gesproken over de ‘festivalisering’ van livemuziek, een term die het toenemende belang van festivals in de livemuziekindustrie benadrukt (Mulder et al. 2020). Verschillende onderzoeken voor de Nederlandse context laten zien dat er een groei is in populariteit. Uit de Livemuziek Monitor (2022) bleek dat er vanaf 2008 een toename is van muziekfestivals die popmuziek programmeren in Nederland, met als hoogtepunt 1165 festivals in 2016. Hierna lijkt het aantal festivals af te nemen, tot 868 festivals in 2019. Het is nog onduidelijk hoe dit zich na de coronajaren heeft ontwikkeld omdat festivals de afgelopen jaren beperkt in kaart zijn gebracht. Zo is er wel onderzoek gedaan naar de veranderende programmering op een aantal grote muziekfestivals (Mulder 2024) en muziekfestivalwerk in Rotterdam (Swartjes 2024), maar is het nog onduidelijk welke ontwikkelingen en uitdagingen op grotere schaal spelen. Het in kaart brengen van muziekfestivals is van des te groter belang omdat meerdere langlopende festivals in 2024 hebben moeten stoppen (Mulder 2024) en ook onderzoek van Respons (2025) – dat focust op grotere festivals – liet zien dat ruim 100 festivals in 2024 verdwenen, terwijl er 46 edities van nieuwe festivals plaatsvonden (met name EDM). Enerzijds kan dit een teken zijn van een stabilisatie van het veld, anderzijds kan het ook betrekking hebben op toenemende uitdagingen met betrekking tot bijvoorbeeld kostenstijgingen (Van der Ploeg 2025b).

Nachtleven: Een andere belangrijke locatie voor livemuziek zijn nachtclubs. De afgelopen jaren ontwikkelden steeds meer steden beleidsvisies met betrekking tot nachtleven, met expliciete aandacht voor nachtcultuur (zie in de Kennisbank: Beleidsvisies nachtcultuur Nederland). Ook zijn er inmiddels 17 nachtburgemeesters- en organen over het hele land verspreid, die zich inzetten voor nachtcultuur (ook middels het samenwerkingsverband Dutch Nighttime Alliance). Verschillende onderzoeken benadrukken de spreiding, veelzijdigheid en diverse waarden van nachtcultuur (Leichsenring et al. 2024; Blaker et al. 2021; Koren et al. 2024). De toenemende aandacht maakt echter niet dat nachtleven al voldoende in beeld is gebracht: er zijn zowel cijfermatige als meer kwalitatieve vragen waar deze sector mee kampt. De meeste onderzoeken focussen op één stad, veelal in de Randstad, en brengen doorgaans ook niet alle relevante data over nachtleven en -cultuur in kaart, zoals locaties. Op landelijk niveau zijn er alleen meer recentelijke data beschikbaar over nachtprogrammering in gevestigde poppodia. Zo organiseerden in 2023 55 van de 63 professionele poppodia die deelnamen aan het jaarlijkse onderzoek van de VNPF in totaal 3143 clubavonden in hun eigen gebouw (Dee et al. 2023). Dat is een duidelijke toename ten opzichte van 2022: toen organiseerden 54 podia 2138 clubavonden. Na concerten, zijn clubavonden het meest bezocht in poppodia met 1,4 miljoen bezoeken in 2023. Ook meer informele en kleinere locaties zijn echter van groot belang voor nachtcultuur en worden vooralsnog op landelijk niveau niet in kaart gebracht (Leichsenring et al. 2024).


Wat willen we verder weten over het domein Muziek?

Uit de Onderzoeks- en Innovatieagenda voor de Popmuzieksector bleek al een sterke behoefte aan data over kleine podia en oefenruimten, om zo meer zicht te krijgen op hoe lokale talentontwikkeling verder gestimuleerd kan worden. Bovendien zou het in kaart brengen van kleine podia en plekken die incidenteel speelplekken bieden – zoals cafés, feestlocaties, kraakpanden, en buurthuizen – waardevolle kennis opleveren over het publiek en kleinere spelers in de muziekwereld buiten de grote, gevestigde instellingen. Geleidelijk komen hier al meer data over beschikbaar, bijvoorbeeld met betrekking tot livemuzieklocaties in Rotterdam en andere Europese steden in het Live Music Mapping Project of de Livemuziek Monitor. 

Cijfers over de livemuzieksector zijn veelal incompleet en geven daardoor geen volledig beeld van de industrie. Er blijft dan ook behoefte bestaan aan sectoroverstijgende data: bijvoorbeeld met betrekking tot verschillende muziekgenres, waarin bijvoorbeeld meer uitsplitsingen zouden kunnen worden gemaakt naar genres binnen de popmuziek. In de vervolgeditie van de Vrijetijdsomnibus – beschikbaar in de vervolgeditie van de Cultuurmonitor in 2026 – maken we daarom onderscheid tussen verschillende muziekgenres voor cultuurbezoek.

Ook missen data voor festivals en nachtcultuur. Hoewel er relatief veel data beschikbaar zijn over concerten, is het bijvoorbeeld nog onduidelijk hoe de coronajaren invloed hebben gehad op de festival- en nachtclubindustrie. In de vervolgeditie van de Vrijetijdsomnibus komen ook vragen over bezoek aan festivals en nachtclubs aan bod – hiermee blijft echter de behoefte bestaan om data te verzamelen over de organisatiekant van deze sectoren.

Daarnaast is er nog weinig bekend over diversiteit en inclusie in de popmuziekindustrie, waarin onderzoek zich met name focust op gender. Dat geldt in nog grotere mate voor andere muziekgenres. Een grote vraag speelt hierin omtrent verschillende intersecties, waaronder genderidentiteiten, sociale klasse en etniciteit. Hierover zijn consequent weinig data beschikbaar in de gehele muziekindustrie (zie ook discussie omtrent het meten van persoonsgegevens op de pagina Diversiteit en inclusie). In Vlaanderen is in 2024 onderzoek naar Persoonskenmerken, uitsluiting en discriminatie in de muziekindustrie in de muzieksector uitgevoerd door VI.BE – hier zou in Nederland ook vervolg aan kunnen worden gegeven.

Een laatste kennisvraag gaat over het verzamelen van kennis over werkenden.  Als het gaat om fair pay of om verschillende onderwijsmogelijkheden, worden in bestaande onderzoeken, projecten en rapporten met name muzikanten onder de loep genomen. De muziekindustrie, en alle problematiek omtrent werk die hierin speelt, bestaat echter uit veel meer spelers. Om meer inzicht te krijgen in werk in de muziekindustrie, en hierop ook gepast beleid te vormen, is het van belang om de focus te verleggen en óók de ervaringen en posities van andere groepen werkenden te verkennen.

 

Meer weten over het domein Muziek?

Bekijk meer data over het domein Muziek in het Dashboard van de Cultuurmonitor. 

Meer literatuur over het domein Muziek is te vinden in de Kennisbank van de Boekmanstichting. 

Vorige edities van de tekst op deze domeinpagina kunnen hier gevonden worden: Jaarrapportage – Cultuurmonitor  

Bronnen

Figuren:

Buma (2023). Jaarverslag Buma Stemra. Amstelveen: Buma/Stemra

CBS (2025a) ‘Professionele podiumkunsten; capaciteit, voorstellingen, bezoekers, regio’. Op: opendatacbs.nl, 18 februari

CBS (2025b) ‘Activiteiten/bezoekersaantallen podia voor professionele podiumkunsten 2023 | CBS’. Op: www.cbs.nl, 18 februari

CBS (2025c) Monitor Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep. Op: www.cbs.nl, 31 maart

Daru, S., K. Kros & H. Mateman (2023) Grensoverschrijdend gedrag in de muziekindustrie in beeld. Utrecht: Movisie.  

Dee, A. & Schans, B (2024). Poppodia en -festivals in cijfers 2023 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2023. Amsterdam: VNPF. 

Dee, A. & Schans, B. (2023). Poppodia en -festivals in cijfers 2022 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2022. Amsterdam: VNPF

Mulder, M. (2022). Nederlandse livemuziek monitor 2008-2019 : popconcerten en- festivals in het tijdperk tussen streaming en sluiting. Rotterdam: Poplive.

NVPI (2024). ‘NVPI – De brancheorganisatie van de film- en muziekindustrie’. Op: www.nvpi.nl 

SBB (2025). Microsoft Power BI. Op: www.s-bb.nl

Siebe Weide Advies (2024). Podia 2023 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. VSCD: Amsterdam. 

Vereniging Hogescholen (2025). Vereniging Hogescholen. Op: www.vereniginghogescholen.nl, 11 februari

Literatuur:

Abfalter, A. & R. Reitsamer (2022). Music as labour : inequalities and activism in the past and present. Routledge.

Berkers, P., F. Kimenai en T. Calkins (2025). Fair pop pilot : op weg naar fair pay voor liveoptredens. Amsterdam: Platform ACCT.

Berkers, P., M. Verboord en F. Weij (2016). ‘”These critics (still) don’t write enough about women artists”: gender inequality in the newspaper coverage of arts and culture in France, Germany, the Netherlands, and the United States, 1955-2005′. In: Gender & Society, jrg. 30, nr.3, 515-539. 

Blaker, N. & Poort, J. (2021). waarde van de kleine uurtjes : de nachtcultuur van Amsterdam. Amsterdam: Atlas Research.

Boeijenga, Y. (2025). Rise up : een vergelijkend onderzoek naar de ondervertegenwoordiging en ervaringen van vrouwelijke muziekmakers in Nederland. Amstelveen: Buma/Stemra

Calkins, T. (et al.). (2024). Music management in Europe Erasmus University Rotterdam, EMMA.

CBS (2023) ‘Activiteiten/bezoekersaantallen podia voor professionele podiumkunsten’. Op: opendata.cbs.nl  

CBS (2025) ‘Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector’. Op: opendata.cbs.nl.

Coppes, W. (2024). Disconnected : stakeholder perceptions of what constitutes higher popular music education. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam.

Daru, S., K. Kros & H. Mateman (2023) Grensoverschrijdend gedrag in de muziekindustrie in beeld. Utrecht: Movisie.  

Davies, K. (et al.) (2023). Festival participation, inclusion and poverty : an exploratory study. In: Tourism and Hospitality, nr.4, 51-74.

De Knock, B. (2021). The all-round musician: how to create a sustainable career in the music business. Amsterdam: Crosslink Legal.

De Vrieze, A. (2023a) ‘Hiphopfestival Rolling Loud keert niet terug naar Nederland’. Op: www.3voor12.nl, 12 december 

De Vrieze, A. (2023b) ‘Staatssecretaris Uslu: woekerhandel tickets beperkt probleem’. Op: www.3voor12.nl, 29 november 

Dee, A. & B, Schans (2023) Poppodia en -festivals in cijfers 2022 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2022. Amsterdam: VNPF. 

Dee, A. & Schans, B (2024). Poppodia en -festivals in cijfers 2023 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2023. Amsterdam: VNPF. 

Donken, J. (2024). ‘Cultuur voor iedereen? Koloniale mechanismen in de cultuursector’. In: Cultuur + Educatie, jrg. 23, nr. 67.

Erdbrink, A. (et al.) (2021) ‘Listening space : an exploratory case study on a persuasive game. Designed to enrich the experience of classical music concerts’. In: Journal on Computing and Cultural Heritage, jrg. 14, nr.4.

Everts, R. (2023) Making a living in live music : early-career musicians in the changing music industries. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam. 

Frijters, G.J., L. Van de Voort & L. Poortvliet (2024). Duurzaamheidsladder evenementen. Green Events.

Gandolahage, R (2025). Nu is ook al de muziekschool van Rotterdam ter ziele. In: NRC Handelsblad, 30 januari

Goossens, D. (2024). Persoonskenmerken, uitsluiting en discriminatie in de muziekindustrie : een nulmeting. VI.BE, PXL Music.

Gross, S.A. & Musgrave, G. (2016). Can music make you sick? Music and depression : a study into the incidence of musicians’ mental health. Part 1: pilot survey and report

Haynes, J. & L. Marshall (2018) ‘Reluctant Entrepeneurs: musicians and entrepeneurship in the ‘new’ music industry’. In: the British Journal of Sociology, jrg. 69, nr.2, 459-482

Hesmondhalgh, D. (2020) ‘Is music streaming bad for musicians? : problems of evidence and argument’. In: New media & society, jrg. 23, nr. 12, 3593-3615.

Jorritsma, E. & H. van Santen (2023). ‘Musici eerlijk betalen: orkesten hebben er geen geld voor’. Op: www.nrc.nl, 27 juni.

Jorritsma, E. (2024). Talentontwikkeling in klassieke muziek valt buiten de boot. In: NRC Handelsblad, 10 juli.

Kamer, G. (2023). ‘Jazzmusici kondigen protestmars bij Tweede Kamer aan tegen muziekbeleid’. Op: www.3voor12.nl, 25 juni.

Kimenai, F. (et al.) (2025). European music ecosystem : a conceptual framework definition of the European music ecosystem to understand and drive its diversity, creativity and solidarity making it competitive, resilient, and attractive. MME, European Commission.

Koeman, N., W. Elsenburg & M. Hartgerink (2023). Koop en doorverkoop : onderzoek naar toegangskaarten voor sport- en culturele evenementen. Amsterdam: SEO.

Koren, T. & Hracs, B. (2024). Negotiating the night: How nightclub promoters attune their curatorial practices to the intra-urban dispersal of nightlife in Amsterdam. In: Urban Studies, 1-21.

Koren, T. (2023). ‘Beyond door policies: Cultural production as a form of spatial regulation in Amsterdam nightclubs’. In: European Journal of Cultural Studies, 1-16.

Krueger, A.B. (2019). Rockonomics: A backstage tour of what the music industry can teach us about economics and life. Broadway Business. 

Kruis, I. & E. Bisschop Boele (2023). ‘Veranderende vormen. Inventarisatie instrumentaal/vocaal muziekonderwijs Noord- en Oost-Nederland’. Hanzehogeschool Groningen, ArtEZ Conservatorium. 

Kunstenbond (2023). ‘Ketentafels: een belangrijk instrument in de strijd voor Fair Pay’. Op: www.kunstenbond.nl, 1 november.

Leichsenring, L. (et al.) (2024). Creative footprint Rotterdam : onderzoeksrapport 2024. Rotterdam: Creative Footprint.

Mulder, M. (2022). Nederlandse livemuziek monitor 2008-2019 : popconcerten en- festivals in het tijdperk tussen streaming en sluiting. Rotterdam: Poplive.

Mulder, M. (2023). I was there! Pop venues and festivals and their value in the ecosystem of live music. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam.

Mulder, M. (2024). Festivalprogrammering in Nederland : editie 2024. Hoe de dj de rockband heeft vervangen op de festivalweides. Rotterdam: Poplive.

Mulder, M., E, Hitters & P. Rutten (2020). ‘impact of festivalization on the Dutch live music action field : a thematic analysis’. In: Creative Industries Journal, jrg. 14, nr. 3, 245-268. 

NOS (2025). BumaStemra naar Brussel voor strengere AI-regels bij gebruik van muziek. Op: www.nos.nl, 29 januari

NVPI (2024). ‘Marktcijfers Audio 2023’. Op: www.nvpi.nl 

Pisart, T. (2023). ‘Europarlementariër Lara Wolters wil platinum tickets in concertwereld aanpakken’. Op: www.3voor12.vpro.nl, 12 juli. 

Pointer (2023). ‘Seksueel grensoverschrijdend gedrag op het Conservatorium van Amsterdam: 3 docenten weg’, Op: www.pointer.kro-ncrv.nl, 29 september.

Polak, N. & Schaap, J. (2024). ‘Write, record, optimize? How musicians reflect on music optimization strategies in the creative production process’ In: new media & society, 1-17. 

Raad voor Cultuur (2024). Toegang tot cultuur : op weg naar een nieuw bestel in 2029. Den Haag: Raad voor Cultuur. 

Respons (2024). Meer festivals en concerten in 2023. Op: www.respons.nl, 20 januari

Respons (2025). Minder festivals en meer concerten in 2024. Op: www.respons.nl, 29 januari

Schrijen, B., R. Slob & M. Van Haeren (2020) [Evaluatieonderzoek Méér Muziek in de Klas]. Amsterdam: Boekmanstichting. 

Siebe Weide Advies (2023). Podia 2022 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. Amsterdam: VSCD. 

Siebe Weide Advies (2024). Podia 2023 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. VSCD: Amsterdam. 

Skovbon, S. (2024). ‘The Environmental Sustainability of Symphony Orchestras: Challenges and Potential Solutions’. In Classical Music Futures Practices of Innovation. Cambridge: Open Book Publishers.

Stichting Stemra (2022). Jaarverslag Buma Stemra. Amstelveen: Buma/Stemra

 Swartjes, B. & P. Berkers (2023) ‘Getting in’ or ‘moving on’? On internship experiences and representation in the popular music festival sector’. In: Journal of Work and Education, jrg. 36, nr. 7-8, 623-635. 

Swartjes, B. (2024). Making (a) difference : a sociological account of music festival work and production. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.

Trienekens, S. & Escobar Campos, J. (2022). Concertgebouworkest YOUNG 2019-2022 ‘Life in and after Young’. Amsterdam: Urban Paradoxes. 

UNESCO (2024). On(ver)vangbaar : de innovatieve kracht van the culture. Paris: UNESCO. 

Van der Hoeven, A. & E. Hitters. (2023). ‘Live music and the New Urban Agenda : social, economic, environmental and spatial sustainability in live music ecologies’. In: City, Culture and Society, jrg. 32

van der Ploeg, P. (2025a). Na jaren van groei daalt omzet van vinyl, totale muziekmarkt blijft stijgen dankzij streaming, op: www.nrc.nl, 3 maart

van der Ploeg, P. (2025b). Opvallend veel popfestivals gaan dit jaar niet door : wat is er aan de hand? op: www.nrc.nl, 10 april

Van Santen, H. (2023). En weer is een muziekschool failliet gegaan. Wie kan er nog naar muziekles?, Op: www.nrc.nl, 5 april

Van Spronsen & partners (2017). De Discotheek & Club in beeld. 

Vandenberg, F. (2023). All together now : live (streamed) music as collective practice. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam. 

Vereniging Hogescholen (2024) ‘Dashboard instroom, inschrijvingen en diploma’s’. Op: www.vereniginghogescholen.nl

Vinkenburg & Clemens (2023). kloof tussen inzet en inkomsten van popmuzikanten. Utrecht: Berenschot.

Wijngaarden, Y.. (et al.) (2024). ‘Basic income, post-precarious outcome? : how creative workers perceive participating in an experiment with basic income’. In: Cultural Trends.

Wikström, P. (2014) The music industry in an age of digital distribution. In: Change: 19 key essays on how the Internet is changing our lives. Madrid: Turner / BBVA Group.

Zwaan, K. & Houtzager, M. (2025). Rijkscultuursubsidies voor popmuziek : een onderzoek naar de verdeling van rijkscultuursubsidies. Hogeschool Inholland.

Zwaan, K., (et al.). (2023). Onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse Popmuzieksector. Hogeschool Inholland & de Popcoalitie

  

Verantwoording tekst en beeld

Redactie: Een eerdere versie van deze pagina is geschreven door Janna Michael en Shomara Roosblad. De huidige versie van de pagina is meegelezen door Kim Dankoor en André Nuchelmans.

Beeld: Studio Paisley Kaas / Fotografie: Lisa Maatjens.

Feedback gezocht!

Wat vind jij van de Cultuurmonitor? We horen graag wat je ervaring is. Help ons door een korte enquête in te vullen. Alvast bedankt!

Liever later invullen? De link naar deze enquête vind je ook terug op onze homepage.

Naar de enquête