Overzicht en kerncijfers
De omvangrijke muzieksector kan worden opgedeeld in drie onderdelen: 1) de opname-industrie (het opnemen en verspreiden van muziek in fysieke en digitale vorm), 2) de licentie-industrie (muziekrechten en royalty’s) en 3) de livemuziekindustrie (Wikström 2014). Om recht te doen aan de grootte en bijkomende complexiteit van de muzieksector, wordt in beleids- en onderzoekstermen steeds vaker gesproken over een ‘ecosysteem’. Dit gaat over het gehele netwerk van individuen en organisaties in de muzieksector, inclusief bijvoorbeeld artiesten, bedrijven, podia, streamingplatformen, festivals, beleidsmakers en publiek. Maar ook hun omgevingen – denk bijvoorbeeld aan onderwijsinstellingen of overheden – én hoe alle betrokkenen van elkaar afhankelijk zijn en elkaar wederzijds beïnvloeden (Kimenai et al. 2025). Niet over alle subsectoren binnen de muzieksector zijn evenveel data beschikbaar – op deze pagina omschrijven we beschikbare data én aan welke informatie nog behoefte is (zie onderaan bij ‘wat willen we verder weten’).
Bij het maken van een overzicht van de muzieksector in Nederland moet er ook rekening worden gehouden met een grote verscheidenheid aan muziekgenres en gemeenschappen die daaraan verbonden zijn. Van populaire muziek zoals hiphop en Electronic Dance Music (EDM), tot klassieke muziek en jazz: er is een hoeveelheid aan makers, organisaties, podia, evenementen en anderen betrokken bij ieder genre. Op deze pagina maken we wanneer data beschikbaar zijn onderscheid tussen muziekgenres – voor de popmuzieksector is echter vaak alleen genre-overstijgende data beschikbaar, en voor jazz en klassieke muziek worden slechts incidenteel data verzameld. Bovendien is niet voor alle muziekgenres evenveel aandacht en erkenning binnen de muzieksector en binnen cultuurbeleid, denk bijvoorbeeld aan hiphop (Donken 2024, Raad voor Cultuur 2024, Vrieze 2023a, UNESCO 2024) en jazz (Kamer 2023). Deze verschillen in erkenning en waardering van genres zijn diepgeworteld en
Kerncijfers
Om het aantal organisaties, werkenden, de inkomsten, het aantal voorstellingen en bezoek daaraan cijfermatig in kaart te brengen moet er uit verschillende bronnen worden geput. Er zijn drie bronnen met data die structureel (op jaarbasis) en landelijk worden verzameld: 1) Podiumkunsten van CBS, 2) het Poppodium Analyse Systeem (PAS) van de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) en 3) het Theater Analyse Systeem (TAS) van de VSCD. De CBS cijfers zijn deels gebaseerd op cijfers uit het PAS en TAS – hierin verzamelen de VNPF en de VSCD op jaarbasis data van de bij hen aangesloten leden. De VNPF podia betreffen alleen muziek, de VSCD podia programmeren ook andere vormen van podiumkunsten. Daarnaast doet het CBS aanvullende dataverzameling, om zo een vollediger beeld te krijgen van de sector.
Organisaties en werkenden: Het omschrijven van het aantal organisaties en werkenden in de muzieksector is complex om twee redenen: 1) de breedte van de muzieksector zoals hierboven omschreven en 2) niet voor alle drie de onderdelen (opname, licentie en livemuziek) zijn evenveel cijfers beschikbaar. Met name over de opname- en licentie-industrie blijft nog veel onduidelijk, maar ook voor de livemuzieksector zijn gegevens vaak onvolledig of gedateerd. Allereerst focust de opname-industrie zich op het opnemen en verspreiden van muziek in fysieke en digitale vorm. Hiervoor zijn bijvoorbeeld platenlabels (120 aangesloten bij de NVPI), muziekuitgevers (in 2023 1707 aangesloten bij BumaStemra) en internationale streamingplatforms zoals Spotify, Deezer, Apple Music en TIDAL van belang. Voor de licentie-industrie, die gaat over muziekrechten en royalties, zijn in Nederland met name twee organisaties belangrijk: BumaStemra en Sena. Waar Buma/Stemra zich focust op componisten, tekstschrijvers en uitgevers (
Voor de livemuzieksector zijn wat meer eenduidige gegevens beschikbaar – ook al geldt dit niet voor festivals en nachtclubs (zie hieronder bij de kopjes ‘festivals’ en ‘nachtleven’). Volgens cijfers van het CBS – die zich richten op de Podiumkunsten in brede zin – waren er in 2023 338 bedrijven of organisaties voor podiumkunsten in Nederland, waarmee organisaties die het podium/de podia beheren worden bedoeld (CBS 2025). De Livemuziekmonitor (Mulder et al. 2022) gaf een vollediger beeld van het aantal podia binnen de popmuziek, in ieder geval tot en met 2019. In 2019 waren er volgens deze monitor 797 podia waar popmuziek geprogrammeerd werd. Hieronder vallen ook muziekcafés, culturele instellingen, theaters, jongerencentra en buitenlocaties. Binnen de professionele podia die zijn aangesloten bij het VSCD en de VNPF waren in 2023 in totaal 37.469 mensen werkzaam: dit betreft zowel mensen die werkzaam zijn in loondienst, als ZZP’ers, ingehuurde medewerkers en stagiairs of vrijwilligers (voor uitgebreidere beschrijvingen zie Dee et al. 2024 en Siebe Weide Advies 2024) .
Inkomsten en subsidiestromen: De afgelopen decennia heeft de opkomst van het internet bijgedragen aan grote veranderingen binnen en tussen de drie onderdelen van de muziekindustrie. Waar de opname-industrie, inclusief fysieke geluidsdragers zoals CD’s en vinyl, voorheen van groot belang was als inkomstenbron, ligt de nadruk nu veel meer op streaming en livemuziek (Everts 2023, NVPI 2024). Onderstaande visualisatie met cijfers van de NVPI laat zien dat de inkomsten uit streaming in Nederland toenemen, terwijl de totale inkomsten uit fysieke geluiddragers gedaald zijn. Hoewel streaming nog steeds de grootste inkomstenbron is, neemt de populariteit van vinyl de afgelopen jaren gestaag toe – om in 2024 weer licht te dalen (van der Ploeg 2025a). De toename van het belang van streaming is ook van invloed op discussies omtrent auteursrechten – die discussies komen uitgebreider aan de orde onder het kopje ‘digitale transformatie’ op deze pagina. Deze discussies zijn met name relevant waar het gaat om de herkomst van inkomsten binnen de muziekindustrie: zo zijn de inkomsten uit de fysieke en digitale muziekmarkt en die uit auteursrechten bijna even groot in 2023 (299 miljoen en 303,6 miljoen respectievelijk).
Tussen muziekgenres bestaat er een grote variatie in waar inkomsten vandaan komen. Populaire muziek ontvangt bijvoorbeeld veel minder subsidie van de rijksoverheid of –fondsen dan klassieke muziek. In 2023 ging 7,1 procent van het totale subsidiebedrag van de Basisinfrastructuur (BIS0 en het Fonds Podiumkunsten (FPK) naar popmuziek, terwijl klassieke muziek 93 procent van het totale bedrag ontving (Zwaan et al. 2025). Voor poppodia zijn gemeentelijke subsidies (94 procent van totale subsidiebedrag voor poppodia aangesloten bij VNPF) van groter belang. Subsidies ondervangen slechts 24,5 procent van de inkomsten voor poppodia: eigen inkomsten uit ticketverkoop (37,7 procent) en horeca (22,7) zijn van groter belang (Dee et al. 2024). Ook binnen populaire muziek zijn er verschillen in waar subsidies vandaan komen – ook al zijn daar minder data over. Binnen hiphopcommunities bleek bijvoorbeeld dat makers vaak projecten realiseren via alternatieve routes (zoals commerciële sponsordeals, eigen geld of via crowdfunding), of juist eerder samenwerking zoeken met jongerenwerk, dat onder welzijn valt, dan met het cultuurdomein (Donken, 2024). Wel lijkt er over verschillen in (financiële) erkenning een groter bewustzijn te ontstaan binnen cultuurbeleid (zie Raad voor Cultuur 2024).
Aantal voorstellingen: Het totaal aantal muziekvoorstellingen in professionele podia kent van 2005 tot 2019 een geleidelijke stijging, en ook na de dip van de coronajaren heeft deze trend zich tot en met 2023 (het meest recente jaar met beschikbare data) doorgezet. Binnen CBS-data wordt een onderscheid gemaakt tussen voorstellingen voor klassieke muziek en populaire muziek. Hierin is te zien dat het aantal voorstellingen voor klassieke muziek in 2022 weer boven het niveau van voor corona uitstijgt, om in 2023 weer naar onder het niveau van 2019 te dalen. Het aantal popmuziekvoorstellingen zat in 2022 al op het niveau van voor de coronacrisis en is in 2023 opnieuw gestegen (van 15.380 voorstellingen in 2022 naar 17.644 voorstellingen in 2023). In de toekomst moet worden gekeken hoe er meer onderscheid gemaakt kan worden in popmuziekgenres om daarbinnen ontwikkelingen inzichtelijk te maken. In de livemuziek monitor (2022) werden concerten bijvoorbeeld opgesplitst naar muziekgenre. Hieruit bleek dat met name hiphop en tribute bands een flinke opmars kenden tussen 2014 en 2019.
Bron: CBS 2021 2022 2023a 2023b
Bezoekcijfers: Naast het aantal voorstellingen kende ook het totale bezoek aan muziekvoorstellingen een geleidelijke stijging tussen 2005 en 2019, die ook na de coronajaren in 2023 (het meest recente meetjaar) is doorgezet. Met name voor popmuziekvoorstellingen is deze stijging groot: van 7,9 miljoen bezoeken in 2022 naar 9,2 miljoen bezoeken in 2023. Voor klassieke muziekvoorstellingen zitten bezoekersaantallen in 2023 weer op het niveau van voor de coronacrisis. Dit is met name opvallend omdat het aantal voorstellingen voor klassieke muziek van 2022 op 2023 enigszins is gedaald. Het is niet duidelijk waardoor dit komt. Uit de Vrijetijdsomnibus is informatie te halen over de verdeling van muziekbezoek over de Nederlandse bevolking: de laatste cijfers hiervan komen uit 2022 (Cultuur en participatie). Een update hiervan volgt in de Cultuurmonitor van 2025.
Bron: CBS 2021 2022 2023a 2023b
Festivals: Naast podia zijn festivals een steeds belangrijkere locatie voor livemuziek. Sinds de eeuwwisseling wordt er dan ook gesproken over de ‘festivalisering’ van livemuziek, een term die het toenemende belang van festivals in de livemuziekindustrie benadrukt (Mulder et al. 2020).
Nachtleven: Een andere belangrijke locatie voor livemuziek zijn nachtclubs. De afgelopen jaren ontwikkelden steeds meer steden beleidsvisies met betrekking tot nachtleven, met expliciete aandacht voor
Trends en ontwikkelingen
Talentontwikkeling en onderwijs
Talentontwikkeling en onderwijs vormen een belangrijke basis voor een weerbare sector. Het afbakenen van wat hieronder valt is complex om vier redenen: 1) er is een grote verscheidenheid aan plekken waar formeel en informeel geleerd wordt 2) leren vindt plaats in verschillende fases waarin verschillende locaties relevant zijn (zie bijv. Zwaan et al. 2023 voor de popmuzieksector), 3) manieren van leren verschillen per vakgebied en 4) manieren van leren verschillen per muziekgenre en de daaraan verbonden gemeenschappen. Begeleiding kan bijvoorbeeld plaatsvinden in officiële onderwijsinstellingen, muziekscholen, buurthuizen en talentontwikkelingsorganisaties, maar wordt ook gedaan in informelere onderwijsvormen, zoals bij podia of vaardigheden worden op de werkvloer aangeleerd. Zo liet een onderzoeksrapport over muziekmanagers in Europa zien dat 95 procent van de respondenten vaardigheden aanleerde door te werken in de muzieksector en 63 procent van een mentor in de muzieksector (Calkins et al. 2024). Opleidingen in andere velden (40 procent) of in muziekmanagement specifiek (29 procent) waren veel minder populair. Dit verschilt dus ook per vakgebied: waar voor het ene beroep een opleidingsmogelijkheid zal zijn bij een onderwijsinstelling, is dat niet voor alle vakken het geval. Fysieke ontmoetingsplekken zijn ook van groot belang voor kennisoverdracht – en voor sommige muziekgemeenschappen meer dan voor anderen. Zo kwam uit onderzoek van Donken (2024) naar voren dat er binnen hiphop zorgen spelen rondom het gebrek aan fysieke ontmoetingsplekken – waardoor er minder mogelijkheden zijn voor kennisoverdracht tussen oudere en jongere makers. Dit geeft aan dat officiële opleidingsvormen niet toereikend zijn om een beeld te geven van talentontwikkeling en onderwijsvormen in de gehele muziekindustrie – een veld dat vraagt om meer onderzoek.
In Nederland zijn er 10 hogescholen en 8 MBO-scholen die vakopleidingen aanbieden rondom muziek. Voor
Naast formele onderwijsinstellingen worden ook vanuit de sector verschillende initiatieven georganiseerd, zowel binnen podia- en concertzalen als daarbuiten. Denk bijvoorbeeld aan (inter)nationale initiatieven als de summer school die het Concertgebouworkest in Amsterdam tussen 2019 en 2022 jaarlijks organiseerde voor hun jeugdorkest ‘Young’ (Trienekens et al. 2022) en programma’s als NEXTSTAGE gericht op de evenementenindustrie. Of platformen voor talentontwikkeling zoals De Basis in Nijmegen en Foundation in Amsterdam die daarnaast ook een meer lokale uitwerking hebben. Ook leerwerktrajecten, zoals stages, worden veelvuldig ingezet in de muzieksector. Bij de VNPF-podia liepen in 2023 bijvoorbeeld in totaal 383 mensen stage, tegenover een totaal van 2165 werknemers op eigen loonlijst en 1614 ZZP’ers in datzelfde jaar (Dee et al. 2024).
Tot slot spelen kleine podia, oefenruimten en begeleiding op lokaal niveau een belangrijke rol in talentontwikkeling voor muzikanten (Zwaan et al. 2023). Zij zijn immers een eerste aanspreekpunt in het kennismaken met muziek en het verder ontwikkelen van vaardigheden. De situatie van muziekeducatie op dit niveau is echter zorgwekkend. Steeds meer muziekscholen en bredere kunsteducatiecentra moeten de deuren sluiten als gevolg van cultuurbezuinigingen (Santen 2023). Verschillende instellingen voor talentontwikkeling in klassieke muziek kregen geen rijkssubsidie toegekend in 2024 (Jorritsma, 2024) en de individuele muzieklessen bij Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam gaan in 2025 stoppen (Gandolahage et al. 2025). Uit onderzoek naar muziekonderwijs in Fryslân, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Flevoland bleek ook dat muziekscholen een andere verschijningsvorm hebben gekregen: naast muziekscholen en collectieven zijn er ook veel privé-aanbieders. Zorgen omtrent de financiële toegankelijkheid van muziekonderwijs blijven spelen. Er zijn ook initiatieven om bereikbaarheid van aanbod te verbeteren: zo brengt De Rijdende Popschool in Groningen muziekonderwijs naar kinderen, jongeren en volwassenen toe en zet Méér Muziek in de Klas zich in om basisschoolkinderen in Nederland structureel muziekonderwijs te laten krijgen (Schrijen et al. 2020).
Diversiteit, Inclusie en Gelijkwaardigheid
Voor zowel werkenden, makers als publiek staan vraagstukken rondom Diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid onder de aandacht. Wat betreft werkers en makers zijn in de afgelopen jaren verschillende onderzoeken uitgebracht die ongelijkheden in kaart brengen. Deze onderzoeken richten zich voornamelijk op
De witte, mannelijke organisatieculturen die heersen in de popmuziekindustrie werden ook opgemerkt in de muziekfestivalindustrie in Rotterdam (Swartjes et al. 2023) en de nachtclubsector in Amsterdam (Koren 2023). Die organisatieculturen bleken er ook aan bij te dragen dat vrouwen de sector eerder geneigd zijn te verlaten, en houden daarmee ongelijkheid in de muziekindustrie in stand (Swartjes et al. 2023). In de verschillende rapporten zijn over het algemeen te weinig data verzameld over etniciteit om hierover conclusies voor de Nederlandse muzieksector te trekken (Calkins et al. 2024, Daru et al. 2023). In Vlaanderen is recent een nulmeting gedaan over uitsluiting en discriminatie in de popmuziekindustrie door VI.BE (Goossens et al. 2024). Ook in het Verenigd Koninkrijk is er al meer onderzoek gedaan, bijvoorbeeld door Black Lives in Music.
Fair Pay
Werk in de muzieksector wordt over het algemeen omschreven als onzeker (Beroepspraktijk). Veel werkenden maken lange dagen, er is weinig baanzekerheid, inkomens zijn veelal laag en muzikanten houden er vaak meerdere banen op na (Haynes et al. 2018). In de muzieksector staan met name zorgen over lage inkomens voor muzikanten onder de aandacht. Orkesten geven bijvoorbeeld aan geen geld te hebben om musici eerlijk te betalen en ook binnen de popmuziek worden artiesten vaak slecht betaald (Jorritsma et al. 2023, Everts 2023). Vinkenburg en Clemens (2023, 2) concludeerden dat de inkomsten van popmuzikanten uit liveoptredens ‘maar een derde zijn van het sociaal minimum en maar een vierde van fair pay beloning’. Bovendien laten ze zien dat zonder extra (overheids)steun fair pay voor de meeste popmuzikanten onhaalbaar is.
Platform ACCT bracht in de afgelopen jaren ketentafels samen – waarin per tafel voor verschillende ketens/sectoren werd gewerkt aan het stimuleren van betere arbeidsvoorwaarden en collectieve afspraken (zie: Ketentafel Popmusici, Ketentafel Freelance Klassieke Musici, Ketentafel Jazz Wereld impro). In 2024 initieerde de ketentafel popmusici een fair pay pilot voor 8 poppodia met behulp van Fonds Podiumkunsten, Fonds 21, het Cultuurfonds en VSBfonds. In maart 2025 kwam onderzoek naar deze pilot naar buiten – gebaseerd op een survey (49 respondenten), diepte-interviews (23 interviews) en de geldstromen van betrokken artiesten (604 in totaal). Hierin werd naast een evaluatie van de fair pop pilot en de Rekentool Popmusici, ook meer algemeen inzichtelijk gemaakt wat fair pay doet voor popmusici, managers/bookers en programmeurs en werd verkend hoe fair pay structureel geïmplementeerd zou kunnen worden. De verwachte positieve effecten richten zich met name op het verduurzamen van de artiestenloopbaan en meer ruimte voor innovatie en ontwikkeling. Ook bleek dat vooral acts die in carrièrefase 2 zitten – dat wil zeggen zich ontwikkelende artiesten – alsook support acts een kwetsbare financiële positie hebben. De financiële haalbaarheid van fair pay blijft een zorg. Om hoofdacts eerlijk te kunnen betalen is er bijvoorbeeld 7,50 euro extra per bezoeker nodig of een aanvulling van 55% bovenop de initiële vergoeding voor een artiest voor een optreden (ook wel
Naast fair pay wordt er geëxperimenteerd met andere manieren om de inkomenssituatie van muzikanten te verbeteren, waaronder experimenten met basisinkomens. Ook in Nederland is onderzoek gedaan naar een experiment met het basisinkomen voor muzikanten. In het project ‘No Strings Attached ’ kregen zeven makers 6 maanden lang een basisinkomen (Wijngaarden et al. 2024). Opvallend is dat de meeste aandacht in onderzoek naar fair pay en in deze experimenten lijkt te gaan naar muzikanten of andere makers, terwijl inkomensonzekerheid voor een groter deel van de sector speelt. Een rapport over muziekmanagers in Europa liet bijvoorbeeld zien dat 40 procent van de respondenten minder dan 9999 euro per jaar verdient (Calkins et al. 2024).
Mentale gezondheid en welzijn
De aandacht voor
Hoewel er voor Nederland nog geen cijfermatige data beschikbaar zijn met betrekking tot mentale gezondheid van werkenden in de muzieksector, staat het wel op de agenda van de muziekindustrie. Zo was er bij verschillende conferenties aandacht voor mentale gezondheid, bij Eurosonic Noorderslag bijvoorbeeld in sessies over ‘How to not get Burned Out?’ of in de ‘Mental Health Helpdesk’. Ook lopen er verschillende interventies die te maken hebben met mentale gezondheid in de muziekindustrie. Denk bijvoorbeeld aan het internationale collectief Music Industry Therapist Collective of de Muziekpoli in Utrecht die zich richt op fysieke klachten van muzikanten. Ook heeft het project
Digitale transformatie
De veranderingen in inkomstenbronnen – waarin streaming steeds grotere aandelen kreeg (zie overzicht en kerncijfers) – hebben grote gevolgen gehad voor de licentie-industrie. Zo spelen er al jaren discussies over hoe inkomsten uit streaming verdeeld zouden moeten worden tussen muziekplatforms (zoals Spotify) en rechthebbenden, zoals platenmaatschappijen, musici en muziekuitgevers (voor een uitgebreide uitleg zie Hesmondhalgh 2020). Hierin spelen ook vragen omtrent AI-wetgeving en hoe een eerlijk verdienmodel voor makers kan worden gerealiseerd (NOS 2025). Digitalisering heeft daarnaast ook andere gevolgen voor de maakpraktijk van muzikanten. Zo lieten Nick Polak en Julian Schaap (2024) zien dat makers verschillende optimalisatie-strategieën hanteren, zoals het skippen van intro’s of het sneller introduceren van het refrein, om zo rekening te houden met het digitale platform waarop hun muziek terechtkomt.
Digitalisering en technologische ontwikkelingen kregen tijdens de coronapandemie een nieuwe impuls, bijvoorbeeld in de vorm van hybride en volledig online concerten. Echter, nadat het in 2022 weer mogelijk werd live-optredens te bezoeken hielden poppodia grotendeels op met het programmeren van online activiteiten. In 2023 namen online activiteiten verder af: 15 procent van de VNPF-podia organiseerde hybride activiteiten en 6 procent online activiteiten zonder live publiek (Dee et al 2023). Dit is niet verassend: het belang van fysieke aanwezigheid met anderen (zogenaamde physical copresence) bleek een van de belangrijkste elementen in livemuziekervaringen (Mulder 2023, Vandenberg 2023). Desondanks is er veel aandacht voor digitalisering, met name voor vormen waarin meer interactie mogelijk is, bijvoorbeeld door Augmented Reality, Virtual Reality en andere ontwikkelingen omtrent Artificial Intelligence. Zo werkt Thunderboom Records vanaf 2024 aan een Augmented Reality toolkit in het project Next Stage AR | Thunderboom Records voor podia en doen ze tests met hun technologieën in een serie live concerten. Bij Effenaar Lab wordt al sinds 2018 aandacht besteed aan het begrijpen en aanleren van nieuwe technologieën in de muzieksector. Ook binnen de klassieke muzieksector is er al langer aandacht voor de mogelijkheden die digitalisering biedt voor publieksparticipatie. Onderzoekers experimenteerden eerder bijvoorbeeld met een game om luisterstijlen te beïnvloeden en een jonger publiek aan te trekken (Erdbrink et al. 2021). Er doen zich ook andere vragen voor met betrekking tot digitalisering. De rol van AI is bijvoorbeeld een veelbesproken onderwerp binnen de popmuziekindustrie, waarin veel aandacht uitgaat naar ethische implicaties en fair practices omtrent AI. Op de 2025 editie van Eurosonic Noorderslag werden er sessies georganiseerd over tools met betrekking tot AI, en ethische en wettelijke uitdagingen in het AI ecosysteem.
Ticketprijzen, kostenstijgingen en toegankelijkheid
Het stijgen van ticketprijzen is een langdurige trend: onderzoek in de Verenigde Staten laat bijvoorbeeld zien dat ticketprijzen 190 procent zijn gestegen tussen 1996 en 2018, met inflatiecorrectie (Krueger 2019) De stijging van ticketprijzen is mede te verklaren door grote veranderingen in de herkomst van inkomsten: waar eerst de opname-industrie verantwoordelijk was voor een groot deel van de inkomsten is dat nu de livemuziek-industrie (Everts 2023). Meer recentelijk zagen festivalorganisaties zich genoodzaakt prijzen verder op te voeren vanwege inflatie en stijgende kosten van artiesten en materiaal (Respons 2024). Ook voor poppodia spelen zorgen omtrent kostenstijgingen en gemeentelijke subsidies die nog niet geïndexeerd zijn (Dee et al. 2023). In Nederland is er over de ontwikkeling met betrekking tot ticketprijzen op de lange termijn en hoe die zich verhoudt tot de stijging van andere kosten minder bekend. Onderzoek van Respons (2025) naar concerten en festivals van meer dan 3.000 bezoekers laat ook in Nederland een geleidelijke stijging van de gemiddelde ticketprijs zien tussen 2018 en 2024. Van 2023 naar 2024 steeg de gemiddelde ticketprijs van festivals bijvoorbeeld met 11 procent en die van concerten met 16 procent. Hoe dit voor kleinere concerten en festivals zit, is nog onduidelijk.
Binnen de prijsstijgingen doet zich ook een relatief nieuwe ontwikkeling voor: namelijk dynamic pricing door middel van bijvoorbeeld platinum tickets. De prijs van toegangskaarten voor populaire concerten wordt hiermee bepaald door vraag en aanbod: als de vraag hoog is gaat de prijs van het platinum ticket omhoog (Pisart 2023). In 2024 laaide deze discussie opnieuw op naar aanleiding van de kaartverkoop voor Oasis (zie: NPO Radio 1). Eerder speelde woekerhandel, waarmee op de doorverkoop van tickets met ongeoorloofde winst wordt gedoeld, een grote rol binnen discussies over ticketprijzen. Vanuit de politiek werden bijvoorbeeld pogingen gedaan om woekerhandel aan banden te leggen en de consument daarmee meer zekerheid te bieden (zie bijvoorbeeld motie Kwint). Uit recent onderzoek blijkt echter dat slechts 12 procent van de doorverkochte tickets voor sportevenementen, festivals en concerten voor een hogere prijs wordt verkocht (Koeman et al. 2023). Wettelijke maatregelen worden daarom voorlopig nog niet als noodzakelijk geacht vanuit OCW (Vrieze 2023b).
De stijgende ticketprijzen zijn onderdeel van industrie- en maatschappij-brede ontwikkelingen, maar hebben ook een duidelijke keerzijde wanneer we kijken naar de toegankelijkheid van livemuziek. Zo laten Davies, Gouthro, Matthews en Richards (2023) door middel van data in het Verenigd Koninkrijk zien dat mensen die in armoede leven veelal worden uitgesloten van deelname aan festivals door de disproportionele kostenstijging. In de Nederlandse context is er nog weinig bekend over hoe stijgende ticketprijzen van invloed zouden kunnen zijn op de toegankelijkheid van livemuziek, en dus op wie concerten en festivals wél en niet kan bezoeken. Er worden ook acties ondernomen om toegankelijkheid te bevorderen. Zo startten Friendly Fire en EKKO met een
Duurzaamheid
Een ecologische, duurzame samenleving is een van de grootste uitdagingen van onze tijd en ook de muzieksector is hiermee bezig. Aan de ene kant heeft de muzieksector hierin een rol om eigen praktijken te verduurzamen, denk bijvoorbeeld aan de impact van touren en het reizen van publiek, het printen van partituren voor symfonieorkesten, de manier waarop muziek wordt verspreid, het gebruik van elektriciteit bij podia, de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt op festivals en de impact van concerten in de openlucht op flora en fauna (Hoeven et al. 2023, Skovbon 2024). De afgelopen jaren zijn hiervoor verschillende initiatieven ontwikkeld, die zich vooral richten op festivals binnen de popmuziek. In Nederland speelt met name Green Events hierin een grote rol. Zij ontwikkelden bijvoorbeeld de Plastic Promise, dat als doel heeft om 50 procent van alle wegwerpartikelen te vervangen door herbruikbare producten of ze te recyclen binnen drie jaar. Ook ondertekende een verscheidenheid aan grote Nederlandse muziekfestivals de Green Deal Circular Festivals, waarin ze gezamenlijk toewerken naar circulariteit in 2025. Ze komen bijvoorbeeld met circulaire oplossingen op het gebied van voedsel en drinken, water, energie, transport, mobiliteit en het gebruik van materialen en plastic. In de loop van 2024 werd ook de Duurzaamheidsladder voor evenementen gepubliceerd – hierin werden belangrijke verbindingen gemaakt tussen ecologische, sociale en organisatorische thema’s (Frijters et al. 2024). Naast het verduurzamen van eigen praktijken speelt de muziekindustrie mogelijk ook een belangrijke rol in het bewustwordingsproces, waarin verschillende individuen en organisaties het bewustzijn over duurzame praktijken versterken (Hoeven et al. 2023).
Wat willen we verder weten over het domein Muziek?
Uit de Onderzoeks- en Innovatieagenda voor de Popmuzieksector bleek al een sterke behoefte aan data over kleine podia en oefenruimten, om zo meer zicht te krijgen op hoe lokale talentontwikkeling verder gestimuleerd kan worden. Bovendien zou het in kaart brengen van kleine podia en plekken die incidenteel speelplekken bieden – zoals cafés, feestlocaties, kraakpanden, en buurthuizen – waardevolle kennis opleveren over het publiek en kleinere spelers in de muziekwereld buiten de grote, gevestigde instellingen. Geleidelijk komen hier al meer data over beschikbaar, bijvoorbeeld met betrekking tot livemuzieklocaties in Rotterdam en andere Europese steden in het Live Music Mapping Project of de Livemuziek Monitor.
Cijfers over de livemuzieksector zijn veelal incompleet en geven daardoor geen volledig beeld van de industrie. Er blijft dan ook behoefte bestaan aan sectoroverstijgende data: bijvoorbeeld met betrekking tot verschillende muziekgenres, waarin bijvoorbeeld meer uitsplitsingen zouden kunnen worden gemaakt naar genres binnen de popmuziek. In de vervolgeditie van de Vrijetijdsomnibus – beschikbaar in de vervolgeditie van de Cultuurmonitor in 2026 – maken we daarom onderscheid tussen verschillende muziekgenres voor cultuurbezoek.
Ook missen data voor festivals en nachtcultuur. Hoewel er relatief veel data beschikbaar zijn over concerten, is het bijvoorbeeld nog onduidelijk hoe de coronajaren invloed hebben gehad op de festival- en nachtclubindustrie. In de vervolgeditie van de Vrijetijdsomnibus komen ook vragen over bezoek aan festivals en nachtclubs aan bod – hiermee blijft echter de behoefte bestaan om data te verzamelen over de organisatiekant van deze sectoren.
Daarnaast is er nog weinig bekend over diversiteit en inclusie in de popmuziekindustrie, waarin onderzoek zich met name focust op gender. Dat geldt in nog grotere mate voor andere muziekgenres. Een grote vraag speelt hierin omtrent verschillende intersecties, waaronder genderidentiteiten, sociale klasse en etniciteit. Hierover zijn consequent weinig data beschikbaar in de gehele muziekindustrie (zie ook discussie omtrent het meten van persoonsgegevens op de pagina Diversiteit en inclusie). In Vlaanderen is in 2024 onderzoek naar Persoonskenmerken, uitsluiting en discriminatie in de muziekindustrie in de muzieksector uitgevoerd door VI.BE – hier zou in Nederland ook vervolg aan kunnen worden gegeven.
Een laatste kennisvraag gaat over het verzamelen van kennis over werkenden. Als het gaat om fair pay of om verschillende onderwijsmogelijkheden, worden in bestaande onderzoeken, projecten en rapporten met name muzikanten onder de loep genomen. De muziekindustrie, en alle problematiek omtrent werk die hierin speelt, bestaat echter uit veel meer spelers. Om meer inzicht te krijgen in werk in de muziekindustrie, en hierop ook gepast beleid te vormen, is het van belang om de focus te verleggen en óók de ervaringen en posities van andere groepen werkenden te verkennen.
Meer weten over het domein Muziek?
Bekijk meer data over het domein Muziek in het Dashboard van de Cultuurmonitor.
Meer literatuur over het domein Muziek is te vinden in de Kennisbank van de Boekmanstichting.
Vorige edities van de tekst op deze domeinpagina kunnen hier gevonden worden: Jaarrapportage – Cultuurmonitor
Bronnen
Figuren:
Buma (2023). Jaarverslag Buma Stemra. Amstelveen: Buma/Stemra
CBS (2025a) ‘Professionele podiumkunsten; capaciteit, voorstellingen, bezoekers, regio’. Op: opendatacbs.nl, 18 februari
CBS (2025b) ‘Activiteiten/bezoekersaantallen podia voor professionele podiumkunsten 2023 | CBS’. Op: www.cbs.nl, 18 februari
CBS (2025c) Monitor Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep. Op: www.cbs.nl, 31 maart
Daru, S., K. Kros & H. Mateman (2023) Grensoverschrijdend gedrag in de muziekindustrie in beeld. Utrecht: Movisie.
Dee, A. & Schans, B (2024). Poppodia en -festivals in cijfers 2023 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2023. Amsterdam: VNPF.
Dee, A. & Schans, B. (2023). Poppodia en -festivals in cijfers 2022 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2022. Amsterdam: VNPF
Mulder, M. (2022). Nederlandse livemuziek monitor 2008-2019 : popconcerten en- festivals in het tijdperk tussen streaming en sluiting. Rotterdam: Poplive.
NVPI (2024). ‘NVPI – De brancheorganisatie van de film- en muziekindustrie’. Op: www.nvpi.nl
SBB (2025). Microsoft Power BI. Op: www.s-bb.nl
Siebe Weide Advies (2024). Podia 2023 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. VSCD: Amsterdam.
Vereniging Hogescholen (2025). Vereniging Hogescholen. Op: www.vereniginghogescholen.nl, 11 februari
Literatuur:
Abfalter, A. & R. Reitsamer (2022). Music as labour : inequalities and activism in the past and present. Routledge.
Berkers, P., F. Kimenai en T. Calkins (2025). Fair pop pilot : op weg naar fair pay voor liveoptredens. Amsterdam: Platform ACCT.
Berkers, P., M. Verboord en F. Weij (2016). ‘”These critics (still) don’t write enough about women artists”: gender inequality in the newspaper coverage of arts and culture in France, Germany, the Netherlands, and the United States, 1955-2005′. In: Gender & Society, jrg. 30, nr.3, 515-539.
Blaker, N. & Poort, J. (2021). waarde van de kleine uurtjes : de nachtcultuur van Amsterdam. Amsterdam: Atlas Research.
Boeijenga, Y. (2025). Rise up : een vergelijkend onderzoek naar de ondervertegenwoordiging en ervaringen van vrouwelijke muziekmakers in Nederland. Amstelveen: Buma/Stemra
Calkins, T. (et al.). (2024). Music management in Europe Erasmus University Rotterdam, EMMA.
CBS (2023) ‘Activiteiten/bezoekersaantallen podia voor professionele podiumkunsten’. Op: opendata.cbs.nl
CBS (2025) ‘Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector’. Op: opendata.cbs.nl.
Coppes, W. (2024). Disconnected : stakeholder perceptions of what constitutes higher popular music education. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam.
Daru, S., K. Kros & H. Mateman (2023) Grensoverschrijdend gedrag in de muziekindustrie in beeld. Utrecht: Movisie.
Davies, K. (et al.) (2023). Festival participation, inclusion and poverty : an exploratory study. In: Tourism and Hospitality, nr.4, 51-74.
De Knock, B. (2021). The all-round musician: how to create a sustainable career in the music business. Amsterdam: Crosslink Legal.
De Vrieze, A. (2023a) ‘Hiphopfestival Rolling Loud keert niet terug naar Nederland’. Op: www.3voor12.nl, 12 december
De Vrieze, A. (2023b) ‘Staatssecretaris Uslu: woekerhandel tickets beperkt probleem’. Op: www.3voor12.nl, 29 november
Dee, A. & B, Schans (2023) Poppodia en -festivals in cijfers 2022 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2022. Amsterdam: VNPF.
Dee, A. & Schans, B (2024). Poppodia en -festivals in cijfers 2023 = Dutch live music venues and festivals facts & figures 2023. Amsterdam: VNPF.
Donken, J. (2024). ‘Cultuur voor iedereen? Koloniale mechanismen in de cultuursector’. In: Cultuur + Educatie, jrg. 23, nr. 67.
Erdbrink, A. (et al.) (2021) ‘Listening space : an exploratory case study on a persuasive game. Designed to enrich the experience of classical music concerts’. In: Journal on Computing and Cultural Heritage, jrg. 14, nr.4.
Everts, R. (2023) Making a living in live music : early-career musicians in the changing music industries. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam.
Frijters, G.J., L. Van de Voort & L. Poortvliet (2024). Duurzaamheidsladder evenementen. Green Events.
Gandolahage, R (2025). Nu is ook al de muziekschool van Rotterdam ter ziele. In: NRC Handelsblad, 30 januari
Goossens, D. (2024). Persoonskenmerken, uitsluiting en discriminatie in de muziekindustrie : een nulmeting. VI.BE, PXL Music.
Gross, S.A. & Musgrave, G. (2016). Can music make you sick? Music and depression : a study into the incidence of musicians’ mental health. Part 1: pilot survey and report
Haynes, J. & L. Marshall (2018) ‘Reluctant Entrepeneurs: musicians and entrepeneurship in the ‘new’ music industry’. In: the British Journal of Sociology, jrg. 69, nr.2, 459-482
Hesmondhalgh, D. (2020) ‘Is music streaming bad for musicians? : problems of evidence and argument’. In: New media & society, jrg. 23, nr. 12, 3593-3615.
Jorritsma, E. & H. van Santen (2023). ‘Musici eerlijk betalen: orkesten hebben er geen geld voor’. Op: www.nrc.nl, 27 juni.
Jorritsma, E. (2024). Talentontwikkeling in klassieke muziek valt buiten de boot. In: NRC Handelsblad, 10 juli.
Kamer, G. (2023). ‘Jazzmusici kondigen protestmars bij Tweede Kamer aan tegen muziekbeleid’. Op: www.3voor12.nl, 25 juni.
Kimenai, F. (et al.) (2025). European music ecosystem : a conceptual framework definition of the European music ecosystem to understand and drive its diversity, creativity and solidarity making it competitive, resilient, and attractive. MME, European Commission.
Koeman, N., W. Elsenburg & M. Hartgerink (2023). Koop en doorverkoop : onderzoek naar toegangskaarten voor sport- en culturele evenementen. Amsterdam: SEO.
Koren, T. & Hracs, B. (2024). Negotiating the night: How nightclub promoters attune their curatorial practices to the intra-urban dispersal of nightlife in Amsterdam. In: Urban Studies, 1-21.
Koren, T. (2023). ‘Beyond door policies: Cultural production as a form of spatial regulation in Amsterdam nightclubs’. In: European Journal of Cultural Studies, 1-16.
Krueger, A.B. (2019). Rockonomics: A backstage tour of what the music industry can teach us about economics and life. Broadway Business.
Kruis, I. & E. Bisschop Boele (2023). ‘Veranderende vormen. Inventarisatie instrumentaal/vocaal muziekonderwijs Noord- en Oost-Nederland’. Hanzehogeschool Groningen, ArtEZ Conservatorium.
Kunstenbond (2023). ‘Ketentafels: een belangrijk instrument in de strijd voor Fair Pay’. Op: www.kunstenbond.nl, 1 november.
Leichsenring, L. (et al.) (2024). Creative footprint Rotterdam : onderzoeksrapport 2024. Rotterdam: Creative Footprint.
Mulder, M. (2022). Nederlandse livemuziek monitor 2008-2019 : popconcerten en- festivals in het tijdperk tussen streaming en sluiting. Rotterdam: Poplive.
Mulder, M. (2023). I was there! Pop venues and festivals and their value in the ecosystem of live music. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam.
Mulder, M. (2024). Festivalprogrammering in Nederland : editie 2024. Hoe de dj de rockband heeft vervangen op de festivalweides. Rotterdam: Poplive.
Mulder, M., E, Hitters & P. Rutten (2020). ‘impact of festivalization on the Dutch live music action field : a thematic analysis’. In: Creative Industries Journal, jrg. 14, nr. 3, 245-268.
NOS (2025). BumaStemra naar Brussel voor strengere AI-regels bij gebruik van muziek. Op: www.nos.nl, 29 januari
NVPI (2024). ‘Marktcijfers Audio 2023’. Op: www.nvpi.nl
Pisart, T. (2023). ‘Europarlementariër Lara Wolters wil platinum tickets in concertwereld aanpakken’. Op: www.3voor12.vpro.nl, 12 juli.
Pointer (2023). ‘Seksueel grensoverschrijdend gedrag op het Conservatorium van Amsterdam: 3 docenten weg’, Op: www.pointer.kro-ncrv.nl, 29 september.
Polak, N. & Schaap, J. (2024). ‘Write, record, optimize? How musicians reflect on music optimization strategies in the creative production process’ In: new media & society, 1-17.
Raad voor Cultuur (2024). Toegang tot cultuur : op weg naar een nieuw bestel in 2029. Den Haag: Raad voor Cultuur.
Respons (2024). Meer festivals en concerten in 2023. Op: www.respons.nl, 20 januari
Respons (2025). Minder festivals en meer concerten in 2024. Op: www.respons.nl, 29 januari
Schrijen, B., R. Slob & M. Van Haeren (2020) [Evaluatieonderzoek Méér Muziek in de Klas]. Amsterdam: Boekmanstichting.
Siebe Weide Advies (2023). Podia 2022 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. Amsterdam: VSCD.
Siebe Weide Advies (2024). Podia 2023 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. VSCD: Amsterdam.
Skovbon, S. (2024). ‘The Environmental Sustainability of Symphony Orchestras: Challenges and Potential Solutions’. In Classical Music Futures Practices of Innovation. Cambridge: Open Book Publishers.
Stichting Stemra (2022). Jaarverslag Buma Stemra. Amstelveen: Buma/Stemra
Swartjes, B. & P. Berkers (2023) ‘Getting in’ or ‘moving on’? On internship experiences and representation in the popular music festival sector’. In: Journal of Work and Education, jrg. 36, nr. 7-8, 623-635.
Swartjes, B. (2024). Making (a) difference : a sociological account of music festival work and production. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.
Trienekens, S. & Escobar Campos, J. (2022). Concertgebouworkest YOUNG 2019-2022 ‘Life in and after Young’. Amsterdam: Urban Paradoxes.
UNESCO (2024). On(ver)vangbaar : de innovatieve kracht van the culture. Paris: UNESCO.
Van der Hoeven, A. & E. Hitters. (2023). ‘Live music and the New Urban Agenda : social, economic, environmental and spatial sustainability in live music ecologies’. In: City, Culture and Society, jrg. 32
van der Ploeg, P. (2025a). Na jaren van groei daalt omzet van vinyl, totale muziekmarkt blijft stijgen dankzij streaming, op: www.nrc.nl, 3 maart
van der Ploeg, P. (2025b). Opvallend veel popfestivals gaan dit jaar niet door : wat is er aan de hand? op: www.nrc.nl, 10 april
Van Santen, H. (2023). En weer is een muziekschool failliet gegaan. Wie kan er nog naar muziekles?, Op: www.nrc.nl, 5 april
Van Spronsen & partners (2017). De Discotheek & Club in beeld.
Vandenberg, F. (2023). All together now : live (streamed) music as collective practice. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam.
Vereniging Hogescholen (2024) ‘Dashboard instroom, inschrijvingen en diploma’s’. Op: www.vereniginghogescholen.nl
Vinkenburg & Clemens (2023). kloof tussen inzet en inkomsten van popmuzikanten. Utrecht: Berenschot.
Wijngaarden, Y.. (et al.) (2024). ‘Basic income, post-precarious outcome? : how creative workers perceive participating in an experiment with basic income’. In: Cultural Trends.
Wikström, P. (2014) The music industry in an age of digital distribution. In: Change: 19 key essays on how the Internet is changing our lives. Madrid: Turner / BBVA Group.
Zwaan, K. & Houtzager, M. (2025). Rijkscultuursubsidies voor popmuziek : een onderzoek naar de verdeling van rijkscultuursubsidies. Hogeschool Inholland.
Zwaan, K., (et al.). (2023). Onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse Popmuzieksector. Hogeschool Inholland & de Popcoalitie
Verantwoording tekst en beeld
Redactie: Een eerdere versie van deze pagina is geschreven door Janna Michael en Shomara Roosblad. De huidige versie van de pagina is meegelezen door Kim Dankoor en André Nuchelmans.
Beeld: Studio Paisley Kaas / Fotografie: Lisa Maatjens.
Sociale Veiligheid
De afgelopen jaren is er ook steeds meer aandacht voor veiligheid voor publiek, makers en werkenden. Zo werden er verschillende sessies georganiseerd over sociale veiligheid voor publiek en werkenden bij Eurosonic Noorderslag,No Man’s Land en het Congres Podia Festivals en Evenementen, en is er een grote verscheidenheid aan organisaties, initiatieven en campagnes die zich met dit thema bezighouden – met name binnen het nachtleven . Ook artiesten brengen veiligheid onder de aandacht, bijvoorbeeld door middel van safety riders (een van de bekendere voorbeelden is die van DJ Kimmah ). In de afgelopen jaren zijn er ook verschillende berichten over grensoverschrijdend gedrag binnen de muziekindustrie naar buiten gekomen, bijvoorbeeld op het Conservatorium van Amsterdam (Pointer 2023). Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de Nederlandse muziekindustrie uit 2023 benadrukt eens te meer het belang van aandacht voor dit onderwerp (Daru et al. 2023). Dit onderzoek liet zien dat de helft van de 980 respondenten, die allemaal werkzaam zijn of waren in de muziekindustrie, intimiderend of emotioneel grensoverschrijdend gedrag ervaart tijdens hun werk. Andere vormen van grensoverschrijdend gedrag waren verbaal/online seksueel (31 procent), fysiek seksueel (20 procent) en fysieke agressie (11 procent). Het blijkt ook dat vrouwen meer grensoverschrijdend gedrag ervaren dan mannen, en dat mensen met een migratieachtergrond dit meer ervaren dan mensen zonder migratieachtergrond (Ibid.). Verschillende organisaties en initiatieven zoeken daarom naar manieren om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. Zo is er het meldpunt Mores voor muziekprofessionals, en is begin 2024 de campagne Ik zet de toon gestart, waarin verschillende initiatieven grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar moeten maken, het bewustzijn hierover vergroten en er gewerkt wordt aan een veiligere werkomgeving in de muziekindustrie.