Theater

Domein

Op de domeinpagina Theater presenteren we cijfers over theaterzalen, voorstellingen en bezoeken daaraan en werkenden en makers. Ook komen ontwikkelingen omtrent belangrijke thema’s, zoals sociale veiligheid, digitalisering en duurzaamheid aan bod. Samen met het domein Muziek valt Theater onder de Podiumkunsten.

Samenvatting

Deze pagina richt zich op het domein Theater in de volle breedte. Voor dit domein gaan we uit van de ‘scenische podiumkunsten’, waar bijvoorbeeld ook dans, opera en kleinkunst onder vallen. Theaters lijken in wat beter vaarwater te zitten na de coronacrisis: er is een toename in het aantal banen bij theaters, schouwburgen en concertgebouwen sinds 2020 en voor een aantal subdomeinen stijgt het aantal voorstellingen en bezoeken boven het niveau van voor corona uit. Toch blijven veel onzekerheden en veranderingen de sector kenmerken. Er spelen bijvoorbeeld zorgen omtrent het achterblijven van indexatie voor gemeentelijke subsidies, de wisselingen in welke organisaties meerjarige subsidies ontvangen, het grote aantal zelfstandigen en mogelijkheden voor Fair Pay, de precaire positie van talentontwikkelingsprogramma’s en er spelen allerlei vraagstukken omtrent Diversiteit, Inclusie en Gelijkwaardigheid (DIG) en grensoverschrijdend gedrag. Bovendien zijn er niet altijd evenveel cijfers en kwalitatieve gegevens beschikbaar om deze uitdagingen voldoende te duiden, zie ook het kopje ‘wat willen we nog meer weten’.

Overzicht en kerncijfers

Het domein Theater kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan vormen, genres en instellingen (Groot Nibbelink 2023). Voor dit domein wordt in de cultuursector ook wel gesproken van de ‘scenische podiumkunsten’, waaronder naast theater ook dans, opera, muziektheater en cabaret en kleinkunst vallen. Binnen dit domein wordt ook interdisciplinair gewerkt: er worden coproducties gedaan, subdisciplines lopen in elkaar over (denk bijvoorbeeld aan de overlap tussen cabaret en theater) of er ontstaan zelfs nieuwe subdisciplines. Voor de analyse van het domein Theater gaat de Cultuurmonitor uit van een veld dat al deze scenische podiumkunsten omvat. Niet over alle subdomeinen binnen Theater zijn evenveel cijfermatige en/of kwalitatieve gegevens beschikbaar. Wanneer deze wel beschikbaar zijn omschrijven we ze op deze pagina. Groot Nibbelink (2023) – onderzoeker in theater en performance studies aan de Universiteit Utrecht – omschrijft bovendien de problematische status van beschikbare onderzoeksgegevens voor dit domein, onder andere doordat er weinig beschikbare budgetten zijn.

Kerncijfers

Om het aantal organisaties, werkenden, de inkomsten, het aantal voorstellingen en bezoek daaraan  en beoefening cijfermatig in kaart te brengen moet er uit verschillende bronnen worden geput. Er zijn twee bronnen die structureel (op jaarbasis) en landelijk worden verzameld: 1) Podiumkunsten van het CBS en 2) het Theater Analyse Systeem (TAS) van de VSCD. De cijfers van het CBS zijn deels gebaseerd op cijfers uit de TAS – hierin verzamelt de VSCD op jaarbasis data van de bij hen aangesloten leden. Daarnaast doet het CBS aanvullende dataverzameling, om zo een vollediger beeld te krijgen van de sector. Ook DIP biedt steeds meer inzicht in ticketverkoop en publieksdata van hun leden en door middel van de Vrijetijdsomnibus weten we meer over achtergrondkenmerken van bezoekers en beoefenaars.

Aantal organisaties: Volgens cijfers van het CBS (2025c) bevonden zich in Nederland in 2023 584 theaterzalen, met een publiekscapaciteit van 267 duizend plekken (zitplaatsen of maximaal toegestane capaciteit). Meer dan de helft van deze zalen is van VSCD-leden: in 2023 behoren 315 zalen tot leden van de VSCD, met in dat jaar in totaal 136 duizend zitplaatsen (Siebe Weide Advies 2024). Ondanks een algehele groei in het aantal zalen en de capaciteit daarvan sinds 2017 vallen schommelingen in de CBS cijfers op. Zo is er van 2019 op 2020 een daling in het aantal zalen. De publiekscapaciteit daalt ook in 2017, maar blijft vervolgens in de daaropvolgende jaren gelijk om na 2020 weer te stijgen. Waar het aantal zalen in de afgelopen jaren dus stijgt, daalt de publiekscapaciteit.

Aantal. Bron: CBS 2025c
Aantal. Bron: CBS 2025c

Kenmerkend voor het Nederlandse theaterlandschap is dat er naast grote stadstheaters veel kleinere theaters te vinden zijn die ook wel ‘vlakke vloer’ theaters worden genoemd (Groot Nibbelink 2023). Dit is ook in VSCD cijfers terug te zien: in 2023 is er bijvoorbeeld een groot aantal kleine (41 procent) en midden-kleine (41 procent) zalen. Kenmerkend zijn ook de multifunctionele organisaties: twee op de vijf VSCD-podia combineren een podium met een of meer andere functies (bijvoorbeeld bibliotheek, filmhuis of congrescentrum) (Siebe Weide Advies 2024).

Aantal voorstellingen en producties: Vanaf 2011 zien we een geleidelijke daling van het aantal theatervoorstellingen (hiermee wordt op de uitvoeringen van artistieke producties gedoeld) in Nederland, met een sterke dip vanaf de coronajaren (CBS 2025c). De daling vanaf 2011 kan onder andere te maken hebben met de financiële crisis van 2008 en de bezuinigingen die impact hadden op de gehele culturele sector vanaf 2012 (Groot Nibbelink 2023). Voor andere scenische podiumkunsten bleef het aantal voorstellingen ongeveer gelijk tot de coronajaren. In 2023 zit het aantal theatervoorstellingen en het aantal cabaret- en kleinkunstvoorstellingen nog niet op het niveau van 2019.  Het aantal dans- en beweging en muziektheatervoorstellingen is in 2023 boven het niveau van 2019 uit gestegen. In de scenische podiumkunsten zit er een verschil tussen het aantal voorstellingen en het aantal producties. In de Theatercollectie van de Universiteit van Amsterdam (2025) zijn gegevens opgenomen over het aantal premières van theatervoorstellingen in Nederland.  Voor het seizoen 2024/2025 is te zien dat 978 producties van Nederlandse en Vlaamse producenten in première gingen.

Aantal. Bron: CBS 2025c

Opvallend is de geografische spreiding van uitvoeringen, zoals blijkt uit het Theater Analyse Systeem: die worden het meest in het Westen van het land georganiseerd. Met name genres die relatief veel rijkssubsidie ontvingen, waaronder opera, ballet en moderne dans, vonden plaats in het Westen, de vier grote steden en Amsterdam (Siebe Weide Advies 2024). Gezien de herverdeling van cultuursubsidies, waarbij minder Amsterdamse instellingen hebben kunnen rekenen op rijkssubsidies vanaf 2025 (Burghoorn 2024), is het de vraag hoe zich dit de komende jaren gaat ontwikkelen.

Bezoek: CBS-cijfers laten ontwikkelingen in het aantal bezoeken aan scenische podiumkunsten tussen 2005 en 2023 zien (CBS 2025c). Muziektheatervoorstellingen (3,6 miljoen bezoeken) en cabaret- en kleinkunstvoorstellingen (2,7 miljoen bezoeken) waren in 2019 het populairst. Opvallend is de geleidelijke stijging in het aantal bezoeken aan deze vormen van 2013/2014 tot en met 2019, waar het bezoek aan theatervoorstellingen in dezelfde periode geleidelijk daalt. Binnen alle subdomeinen vindt een sterke daling plaats in bezoekersaantallen gedurende de coronajaren. Ook in 2023 blijven de bezoekersaantallen binnen de meeste domeinen achter op die van 2019: alleen binnen dans- en bewegingsvoorstellingen stijgt het aantal bezoeken boven de aantallen van 2019 uit. Bij het aantal georganiseerde voorstellingen zagen we ook al dat dans- en bewegingsvoorstellingen als een van de enige subdomeinen in 2023 boven aantallen van 2019 uitsteeg. Uit het Theater Analyse Systeem blijkt dat de meeste bezoeken in het Westen van het land plaatsvinden – zelfs meer dan het inwonertal kan verklaren. Dit wil zeggen dat er waarschijnlijk veel mensen uit andere delen van Nederland een bezoek brengen aan theater in de Randstad (Siebe Weide Advies 2024).

Uit cijfers van de Vrijetijdsomnibus (VTO), te zien in Tabel 1, blijkt dat 19 procent van de Nederlanders van 6 jaar en ouder in 2022 wel eens een toneelvoorstelling had bezocht (Swartjes et al. 2024). De verschillende vormen van podiumkunst worden met name bezocht door vrouwen, mensen met hogere inkomens of mensen die HBO- of WO-opgeleid zijn. Er zijn wel uitzonderingen: zo is het aandeel mannen dat cabaretvoorstellingen bezoekt groter dan het aandeel vrouwen. De populariteit van podiumkunsten verschilt ook naar leeftijd. Hierbij valt op dat musicals en toneelvoorstellingen erg populair zijn onder 6 tot 11 jarigen, waar het aandeel bezoekers aan cabaretvoorstellingen en opera, operette en klassieke muziek hoger is onder hogere leeftijdscategorieën. Waar het beeld met betrekking tot achtergrondkenmerken redelijk overeenkomstig is voor verschillende podiumkunstvormen, is dit anders voor herkomst. Waar het aandeel bezoekers aan musicalvoorstellingen en opera/operette/klassieke muziek bijvoorbeeld het hoogst is onder mensen die zijn geboren in Europa (excl. Nederland), is dit voor toneelvoorstellingen het grootst onder mensen geboren in een ‘overig’ land. Voor verschillende vormen van dans zijn aandelen binnen herkomstcategorieën vaak te klein om te kunnen laten zien. Wel is te zien dat de laatste bredere categorie van dans, waaronder volksdans, salsa, tango, stijldans, en streetdance, over het algemeen populairder lijken te zijn onder mensen die niet in Nederland zijn geboren of ouders hebben die niet in Nederland zijn geboren.

Werkenden: Het CBS brengt ook de culturele arbeidsmarkt in kaart (CBS 2025b). Voor de podiumkunsten (waaronder ook Muziek) gaat dit onder andere om cijfers voor 1) het aantal werkzame personen, 2) het aantal banen en 3) het aantal zelfstandigen. Voor het aantal werkzame personen kan geen onderscheid gemaakt worden tussen verschillende onderdelen van de podiumkunstensector op basis van beschikbare CBS cijfers. Voor het aantal banen en het aantal zelfstandigen kan dit wel. Daar laten we daarom verschillen in het aantal banen en aantal zelfstandigen tussen beoefenaars van podiumkunsten, producenten van podiumkunsten en werkenden bij podia zien.

Aantal, uitgesplitst naar type aanstelling. Bron: CBS 2025b
Aantal. Bron: CBS 2025b
Aantal. Bron: CBS 2025b

Binnen de professionele podiumkunsten waren in 2023 32.800 personen werkzaam volgens cijfers van het CBS (grafiek 1). Bekeken naar type aanstelling, was het aantal vrijwilligers en stagiairs het hoogst, gevolgd door personen werkzaam in loondienst en ingeleend personeel. Over de tijd daalde het aantal personen werkzaam in loondienst licht, maar nam vanaf 2022 weer toe, terwijl het aandeel vrijwilligers en stagiaires steeg (CBS 2025b). Uit de VSCD cijfers – dit betreft dus alleen werkenden bij aangesloten podia – blijkt een soortgelijke verdeling: het aantal medewerkers in loondienst is het grootst, gevolgd door het aantal vrijwilligers en het aantal ZZP’ers (Siebe Weide Advies 2024).

Binnen het aantal banen (grafiek 2) doet zich een opvallende ontwikkeling voor: waar het aantal banen in de beoefening en productie van podiumkunsten licht daalt over de jaren, zien we een duidelijke stijging in het aantal banen bij theaters, schouwburgen en concertgebouwen ten opzichte van 2019. Waar er in 2019 nog 6.060 banen waren, zijn dit er in het derde kwartiel van 2024 7.740 – een stijging van 28 procent (CBS 2025a).

Het aandeel ZZP’ers is met name gestegen in de beoefening van podiumkunsten, zo blijkt uit cijfers van het CBS tot en met het derde kwartiel van 2024 (grafiek 3, CBS 2025a). Dit is des te opvallender omdat deze aantallen in de productie van podiumkunsten en bij theaters, schouwburgen en concertgebouwen veel lager zijn én afnemen sinds 2020. Voor de producenten van podiumkunsten gaat dit zelfs om een daling van 56 procent in het aantal zelfstandigen in 2024 ten opzichte van 2019. Dit zou te maken kunnen hebben met de tekorten aan technici in de podiumkunstensector na corona (zie bijvoorbeeld Beeckmans 2022).

Inkomsten en subsidiestromen: Het Theater Analyse Systeem biedt inzicht in de inkomsten en subsidiestromen voor bij de VSCD aangesloten podia (Siebe Weide Advies 2024). Het overgrote deel van geld (56 procent) kwam in 2023 binnen via eigen inkomsten, maar daarnaast ook uit subsidies (42 procent) en coronasteun (2 procent). Subsidies komen, net als voor het domein Muziek, met name van gemeenten: 93 procent van alle ontvangen subsidies komt bij gemeenten vandaan. De mate waarin door het rijk wordt gesubsidieerd verschilt sterk per subdomein. Zo werd voor opera in 2023 meer dan de helft van het aanbod door het rijk gesubsidieerd (53 procent) en werden musical (2 procent) en cabaret (0,1 procent) nauwelijks gesubsidieerd (zie Siebe Weide Advies 2024 voor gehele lijst). Op de pagina Geldstromen brengen we subsidiestromen voor de gehele cultuursector in kaart.

Op eerdere versies van deze pagina omschreven we al grote zorgen over achterblijvende inkomsten en almaar stijgende lasten, onder andere door stijgende huren, personeelskosten en energielasten. Hoewel baten en lasten in 2023 in een betere balans zijn geraakt,  blijven gemeentelijke subsidies achter, met name door een combinatie van grote prijsstijgingen een gebrek aan indexatie. In 2022 is een indexatietekort ontstaan van 12,8 procent en dat tekort is in 2023 nog niet ingelopen. De brede podiumkunstensector uitte daarom zorgen in een intentieverklaring, waarin werd opgeroepen tot een wettelijke verankering van cultuur. Desalniettemin ontstaat er voor het eerst sinds de coronajaren een enigszins positiever beeld voor de theatersector: de directe kosten en baten van het aanbod aan voorstellingen is in 2023 rendabeler dan in 2019 (Siebe Weide Advies 2024).


In 2024 werden ook de uitslagen van de meerjarige subsidies van het Fonds Podiumkunsten voor de periode 2025-2028 bekend – uitslagen die voor verschuivingen en ophef zorgden. Zo krijgen verschillende toonaangevende gezelschappen géén of minder subsidie vanaf 2025, zijn er zorgen over de rol van dramaturgen en het wegbezuinigen van vaste afdelingen dramaturgie, maar staat ook de gehele danssector onder druk door bezuinigingen (De Grefte et al 2024; Janssens 2024b; Maas et al 2024).  Sinds de genomen besluiten blijven de uitslagen van de subsidierondes dan ook een belangrijk onderwerp van gesprek en worden die ook in het licht geplaatst van veranderingen bij het Fonds Podiumkunsten. Zo kreeg het fonds in deze ronde veel meer aanvragen dan vier jaar geleden, namelijk van 200 aanvragen voor de periode 2021-2024 tot 273 instellingen die een aanvraag indienden voor de periode 2025-2028. Ook had het fonds minder plekken te verdelen omdat er per instelling hogere bedragen werden genormeerd als fair practice maatregel (Berg 2024). Doordat er in deze subsidieronde in totaal minder toekenningen zijn met een gelijk aantal nieuwe organisaties als in vorige subsidierondes, was er deze subsidieronde een relatief groter aantal afwijzingen (Berg et al. 2025).

Aantal. Bron: Berg et al. 2025
Aantal. Bron: Berg et al. 2025

Beoefening: Uit de VTO cijfers van 2022 – de laatste editie van deze tweejaarlijkse vragenlijst uitgezet onder de Nederlandse bevolking – bleek dat 40 procent van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder jaarlijks ten minste een podiumkunstenactiviteit beoefent (Swartjes en de Hoog 2024). Sommige vormen van podiumkunsten zijn hierbij populairder dan anderen. Een instrument bespelen (21 procent) en zingen (29 procent) werd het vaakst gedaan. Een kleiner aandeel van de Nederlandse bevolking doet aan toneel spelen (6 procent), volksdans, werelddans of stijldans (6 procent) of klassiek ballet/moderne dans (3 procent). Slechts 1 procent van de Nederlanders deed aan cabaret of stand-up comedy in 2022. Uit de analyse bleek dat podiumkunstbeoefening voornamelijk werd gedaan door vrouwen, jongeren en HBO- en WO opgeleiden. Er zijn geen verschillen tussen inkomensniveaus in het aandeel podiumkunstbeoefenaars (Cultuur en participatie).

De Monitor Amateurkunst van het LKCA uit 2023 heeft ook gegevens over podiumkunstbeoefening en of mensen dit in groepsverband doen of er les in krijgen. Hieruit bleek dat met name dans in groepsverband wordt gedaan (31 procent) maar ook toneel (12 procent) en musical, muziektheater en opera/operette (10 procent) worden in groepen beoefend. Voor toneelspelen volgt bijna de helft van de beoefenaars les (45 procent), voor mensen die dansen is dit 34 procent van de beoefenaars en voor muziektheater 27 procent.

Aandeel van de bevolking. Bron: VTO 2022

Wat willen we verder weten over het domein Theater?

Het theaterlandschap beter in kaart
Zoals al bleek uit het bovenstaande ‘Overzicht & Kerncijfers’ zijn er niet altijd evenveel data beschikbaar over de theatersector, zeker niet als we deze op willen splitsen naar subdomeinen. Hierdoor is het vaak lastig om grootschalig inzicht te bieden met betrekking tot uitdagingen die in de sector spelen en ontwikkelingen daarin. Zo zagen we dat er een schommeling is geweest in het aantal theaterzalen en de publiekscapaciteit daarvan in de afgelopen jaren: waar komt die schommeling vandaan? Is dit in sommige regio’s sterker dan in andere? Bovendien is er een sterke focus op zalen, terwijl het gehele theaterlandschap veel omvattender is. Hoe zit het bijvoorbeeld met aantallen theaterfestivals en gezelschappen, welke soorten zijn er en hoe zit het met ontwikkelingen daarin? In de toekomst kan data van DIP hier mogelijk meer inzicht in geven.
 
Werken in de theatersector
Ondanks dat er cijfers zijn over werkenden in de sector voor de podiumkunsten als geheel, zou het goed zijn om meer inzicht te hebben over werkenden en makers binnen subdomeinen. Zeker omdat er relatief veel zelfstandigen zijn in de beoefening van podiumkunsten en onderzoek uit 2020 heeft laten zien dat de positie van makers precair is. Hoeveel makers zijn er per subdomein? Welke carrièrefases maken deze makers door? En hoe zit het met hun inkomstenbronnen? Het is mogelijk dat microdata van het CBS hier meer inzicht in kan geven. Been en Keune (2022) brachten eerder bijvoorbeeld ontwikkelingen in de arbeidsmarkt van subsectoren in de creatieve industrie in kaart (zie ook de pagina Beroepspraktijk voor een uitgebreidere bespreking van dit onderzoek). Binnen het thema van werk spelen ook belangrijke vragen omtrent talentontwikkelingsorganisaties – zeker gezien de effecten van recente bezuinigingen. Welke talentontwikkelingsorganisaties zijn er, wat is hun rol en wat zijn de uitdagingen die spelen?
 
Publieksonderzoek
Er leven nog veel vragen over publiek in de theatersector, zeker met het oog op het bereiken van een divers en inclusief publiek uit de eigen regio. Daarom is het noodzakelijk om meer publieksonderzoek en -cijfers van verschillende podia, makers en gezelschappen bij elkaar te brengen. Data moeten bovendien op elkaar aansluiten en vergelijkbaar zijn. De sector heeft daartoe het Digitaal Informatieplatform Podiumkunsten (DIP) opgericht. Samen met Cineville, CJP, Kunsten ’92, Platform Acct en Rotterdam Festivals vormt DIP de Taskforce Samenwerkingsverband Publieksdata. Tot eind december 2024 werd er onder leiding van DEN Kennisinstituut cultuur & digitale informatie onderzocht hoe de kennis en kunde over publieksdata in de cultuursector vergroot kan worden. Enkele activiteiten hiervan worden doorgezet in 2025, zoals ook de inzet op doelgroepmodellen.
 
Ook is er in de theaterseizoenen 2022-2023 en 2023-2024 Publieksonderzoek uitgevoerd door de Vrije Universiteit Amsterdam op initiatief van George en Eran producties naar de effecten van inclusief beleid van gezelschappen op de samenstelling en ervaringen van publiek. Eerste resultaten zullen in de loop van 2025 naar buiten worden gebracht.

Meer weten over het domein Theater?

Bekijk meer data over het domein Theater in het Dashboard van de Cultuurmonitor.

Meer literatuur over het domein Theater is te vinden in de Kennisbank van de Boekmanstichting.

Vorige edities van de tekst op deze domeinpagina kunnen hier gevonden worden:
2021
2022
2023

Bronnen

Figuren
Berg van den, S. en M. Lems (2025) Viktorien van Hulst: ‘Je kan alleen zekerheid garanderen voor een groep makers als je de instroom van nieuwe makers beperkt, en dat vind ik geen goed idee’ . Op: www.theaterkrant.nl, 3 maart.

CBS (2025a)  Professionele podiumkunsten; werkgelegenheid, baten en lasten. Op: www.opendata.cbs.nl, 18 februari.

CBS (2025b) Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2024 Q3. Op: www.cbs.nl, 31 januari.

CBS (2025c)  Professionele podiumkunsten; capaciteit, voorstellingen, bezoekers, regio. Op: www.opendata.cbs.nl, 18 februari.

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (2025) Microsoft Power BI. Op: www.s-bb.nl, 26 februari.

Swartjes, B. en T. de Hoog (2024) Cultuur en participatie. Op: www.cultuurmonitor.nl, 2 september.

Vereniging Hogescholen (2025) Vereniging Hogescholen. Op: www.vereniginghogescholen.nl, 11 februari.


Literatuur
Bakkeren, F. (2024) 150 jaar leren: Van 1 naar 59 opleidingen. Theaterkrant 2023/2024.
 
Been, W. en M. Keune (2022). Bringing labour market flexibilization under control? Marginal work and collective regulation in the creative industries in the Netherlands, In: European Journal of Industrial Relations, 30(4).
 
Beeckmans, J. (2019). ‘Nieuwe stimuleringsprijs voor diversiteit en inclusiviteit’. Op: www.theaterkrant.nl, 4 september.
 
Beeckmans, J. (2020). ‘Stichting The Need For Legacy opgericht’. Op: www.theaterkrant.nl, 8 juli.
 
Beeckmans, J. (2022a). ‘Streamingplatform theaterthuis stopt’. Op: www.theaterkrant.nl, 14 januari.
 
Beeckmans, J. (2022b). ‘Tekort aan theatertechnici steeds nijpender’. Op: www.theaterkrant.nl, 19 mei. 19 mei
 
Beeckmans, J. (2023) ‘De VSCD maakt acteursprijzen genderinclusief met drie Theo D’ors’. Op: www.theaterkant.nl, 21 september.
 
Beeckmans, J. (2024). Signaalonderzoek Likeminds: patroon van grensoverschrijdend gedrag door machtspositie algemeen directeur. Op: www.theaterkrant.nl, 27 juni.
 
Berg van den, S. en M. Lems (2025). Viktorien van Hulst: ‘Je kan alleen zekerheid garanderen voor een groep makers als je de instroom van nieuwe makers beperkt, en dat vind ik geen goed idee’ . Op: www.theaterkrant.nl, 3 maart.
 
Borg, L. ter (2023) ‘Langdurig grensoverschrijdend gedrag en gesjoemel bij geprezen theaterhuis Likeminds’. Op: www.nrc.nl, 6 september.
 
Brom R. (et al.) (2019) De staat van cultuur 4. Amsterdam: Boekmanstichting, 36-41.
 
Burghoorn, A. (2024) Amsterdam steekt culturele instellingen die rijkssubsidie dreigen te verliezen de helpende hand toe. Op: www.volkskrant.nl, 11 juli.
 
Cuenen, R., D. Meinders, en L. Geboers (2024) MBO artiest : arbeidsmarktrelevantie 1-meting. Markteffect.
 
Daamen, M. (2024) ‘Theaters zijn er genoeg in de regio; nu nog betalend publiek’. Op: www.nrc.nl, 18 februari.
 
De Grefte, E., A. van Leeuwen, M. Kerkhof, en A. Embrechts (2024) De cultuursubsidies zijn weer toegekend, en dit vinden de winnaars en verliezers ervan. Op: www.volkskrant.nl, 4 juli.
 
De Wijs, C. (2024) Melancholie en rebellie: proefschrift over artistieke kwaliteit in het cultuurbeleid. Op: www.theaterkrant.nl, 1 juli.
 
Embrechts, A. en E. Colak (2024). Deze vrouwen hebben plannen voor ander leiderschap bij hun theaterorganisaties. Maar nu wordt de subsidie gekort. Op www.volkskrant.nl, 13 september.
 
Fair Practice Code (2021) ‘Fair Practice Code’. Op: www.quickscan.fairpracticecode.nl, z.d.
 
Fonds Podiumkunsten (2020) Beleidsplan 2021-2024: bewegende contouren. Den Haag: Fonds Podiumkunsten.
 
Groen, L. de (2020) ‘Rosa Asbreuk: “Er moet iets radicaals gebeuren”’. In: Theaterjaarboek 2019/2020, jrg. 141, nr. 5-6, 44-49.
 
Groot Nibbelink, L. (2024) ‘The Netherlands’. In: The Routledge Companion to Contemporary European Theatre and Performance, 177-182.
 
Haeren, M. van (2019) ‘Geld voor interdisciplinair programmeren: interview met Pien Houthoff, directeur van LUX Nijmegen’. In: Boekman, jrg. 31, nr. 121, 33-35.
 
Haeren, M. van en S. Roosblad (2022) Onderzoek Theater Inclusief : eindanalyse Amsterdam: Boekmanstichting
 
Heerikhuizen, B. van en J. Veenstra (2021) ‘Kaders en codes: theaterschooldirecteuren over grensoverschrijding en grensvervaging’. Op: www.theaterkrant.nl, 28 juni.
 
Hellwig, F. (2024). Niet voor iedereen is plek: hoe ontwikkelen wij talentontwikkeling? Op: www.theaterkrant.nl, 19 augustus. 
 
Hosman, H. (2025) Het cultuursubsidiestelsel moest ingrijpend op de schop: maar waar blijft die vernieuwing? – NRC. Op: www.nrc.nl, op 10 februari.
 
Inspectie van het Onderwijs (2023) Sturen op blijvende sociale veiligheid in het hoger kunst- en mode-onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
 
Janssens, S. (2021) ‘Nieuw ontwikkelplatform voor immersief theater’. Op: www.theaterkrant.nl, 30 april.
 
Janssens, S. (2024). Eyeopeners. Op: www.theaterkrant.nl, 2 januari.
 
Janssens, S. (2024a) Op zoek naar wortels. Op: www.theaterkrant.nl, 28 oktober.
 
Janssens, S. (2024b) Theaterfestival Over het IJ stopt definitief wegens ophouden subsidies . Op: www.volkskrant.nl, 3 december.
 
Janssens, S. (2025) De dramaturg staat onder druk, maar wacht, wat is een dramaturg eigenlijk? . Op: www.volkskrant.nl, 7 januari.
 
Janssens, S. (2025) Sheralynn Adriaansz, de kersverse directeur van Likeminds, hoopt met minder hiërarchie een veiliger huis te creëren. Op: www.volkskrant.nl, 5 januari.
 
Kattenbelt, C. en A. Mancewicz (2024). ‘Intermediality in performance’. In: The Routledge Companion to Contemporary European Theatre and Performance, 380-386
 
Leden, J. van der (2021) Boekman Extra #27: Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector Amsterdam: Boekmanstichting.
 
Lems, M. (2025) Ontschotting. Op: www.theaterkrant.nl, 3 maart.
 
Lubberding, W. (2024) Speels Groen: op weg naar een toekomstbesteding zuidelijk toneel. Op: www.theaterkrant.nl, 19 augustus.
 
Lubberding, W. (2025) Sociale veiligheid op het werk. Theaterkrant magazine januari 2025.
 
Maas, W., E. Hopkins, P. Hendrikx, P., en J. van Luijk (2024) Opinie: De Nederlandse dans heeft een reddingsplan nodig | de Volkskrant. Op: www.volkskrant.nl, 26 november.
 
Mores.online (2023) ‘Nieuw bestuur voor Mores.online’. Op: https://mores.online, z.d.
 
NAPK (2021a) ‘Kick-off traject preventie ongewenste omgangsvormen podiumkunsten’. Op: www.napk.nl, 10 februari.
 
NAPK (2021b) Veilig de vloer op. Amsterdam: Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten.
 
NAPK (2022) ‘Oprichting stichting sociale veiligheid podiumkunsten‘. Op: www.napk.nl, 14 februari.
 
NAPK (2024) ‘Podiumkunstensector doet beroep op overheid’. Op: www.napk.nl, 14 maart.
 
Neele, A. (2023) Kunstzinnig en creatief en muzikaal in de vrije tijd. Monitor amateurkunst 2023. LKCA: Utrecht.
 
Olfers, M., A. van Wijk, M. Rijnierse, S. en Berger (2024). Internationaal Theater Amsterdam : een cultuuronderzoek. Verinorm.
 
Pama, G. en H. van Santen (2024a) ‘Niet meer naar Drachten: de top in theater en dans slaat kleine steden vaker over’. Op: www.nrc.nl, 31 maart.

Pama, G. en H. van Santen (2024b) ‘Theaters genoeg, maar buiten de Randstad gaat er veel minder geld naar cultuur’. Op: www.nrc.nl, 28 februari.
 
Raad voor Cultuur (2022) Over de grens : op weg naar een gedeelde cultuur. Den Haag: Raad voor Cultuur.
 
Raad voor Cultuur (2024) Toegang tot cultuur : op weg naar een nieuw bestel in 2029. Den Haag: Raad voor Cultuur.
 
RCGOG (2023) ‘Regeringscommissaris: verdere professionalisering meldpunt Mores is nodig’. Op: www.rcgog.nl, 14 april.
 
Rijghard, R. (2023) ‘Terugblik op het theaterseizoen: het jaar van Eline Arbo meerstemmige makers en veel kippenvel’. Op: www.nrc.nl, 28 juni.
 
Rijghard, R. (2024) Ongekend vruchtbaar was dit theaterseizoen. Wat waren de beste voorstellingen, wie de beste acteurs? . Op: www.nrc.nl, 26 juni.
 
SFPK, Omscholing dansers Nederland (2020) Verslag Pilot Project PPO
 
Siebe Weide Advies (2023) Podia 2022: jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. Amsterdam: Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties.
 
Siebe Weide Advies (2024) Podia 2023 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. Amsterdam: Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties.
 
Smit, K. (2024) Als iedere opbouw gepaard gaat met afbraak . Theaterkrant Magazine September 2024. [RS1] 
 
Ter Borg, L., H. Hosman, en R. Rijghard (2024) Exit Van Hove door onveilige sfeer
 
Theater Inclusief (2019) ‘Theater Inclusief: publiek, personeel, programma en partners’. Op: www.theaterinclusief.nl, z.d.
 
Universiteit van Amsterdam (2025) Theatercollectie UvA . Op: www.theatercollectie.uva.nl.
 
Van Baarle, K. (2024) Ecodramaturgies in times of climate crisis. In: The Routledge Companion to Contemporary European Theatre and Performance, 314-321
 
Van den Berg, S. (2024) Dit is een vak.  Op: www.theaterkrant.nl, 28 oktober.
 
Van der Jagt, M. (2024. Rechtop staan in het leven: belichaamde kennis in mime en dans. Op: www.theaterkrant.nl,  28 oktober.
 
Van Hoogenhuijze, L. (2024) Onderwijsland: hbo-kunstvakonderwijs: hoe is het precies georganiseerd? Op: www.theaterkrant.nl, 28 november.
 
Vinken, H., B. Broers, en H. Mariën (2023) Arbeidsmarktpositie van zzp’ers in de culturele en creatieve sector : een verkenning van bestaande cijfers en overzicht van witte vlekken. HTH Research.
 
VSCD (2024) ‘Samenwerkende podiumkunstensector roept de overheid op tot wettelijke verankering cultuur’. Op: www.vscd.nl, 13 maart.

Wiley, H. en S. Rangoni (2018) Digital theatre: a casebook. Berlijn: European Theatre Convention.

Verantwoording tekst en beeld

Redactie: Een eerdere versie van deze pagina is geschreven door Maxime van Haeren. De huidige versie van de pagina is meegelezen door Simon van den Berg (Theaterkrant) en Maxime van Haeren (Cultuurmonitor).

Beeld: Voorstelling De Toverberg door ITA / Fotografie: Dim Balsem (met dank aan ITA).