Overzicht en kerncijfers
Het domein Theater kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan vormen, genres en instellingen (Groot Nibbelink 2023). Voor dit domein wordt in de cultuursector ook wel gesproken van de ‘scenische podiumkunsten’, waaronder naast theater ook dans, opera, muziektheater en cabaret en kleinkunst vallen. Binnen dit domein wordt ook interdisciplinair gewerkt: er worden coproducties gedaan, subdisciplines lopen in elkaar over (denk bijvoorbeeld aan
Kerncijfers
Om het aantal organisaties, werkenden, de inkomsten, het aantal voorstellingen en bezoek daaraan en beoefening cijfermatig in kaart te brengen moet er uit verschillende bronnen worden geput. Er zijn twee bronnen die structureel (op jaarbasis) en landelijk worden verzameld: 1) Podiumkunsten van het CBS en 2) het Theater Analyse Systeem (TAS) van de VSCD. De cijfers van het CBS zijn deels gebaseerd op cijfers uit de TAS – hierin verzamelt de VSCD op jaarbasis data van de bij hen aangesloten leden. Daarnaast doet het CBS aanvullende dataverzameling, om zo een vollediger beeld te krijgen van de sector. Ook DIP biedt steeds meer inzicht in ticketverkoop en publieksdata van hun
Aantal organisaties: Volgens cijfers van het CBS (2025c) bevonden zich in Nederland in 2023 584 theaterzalen, met een publiekscapaciteit van 267 duizend plekken (zitplaatsen of maximaal toegestane capaciteit). Meer dan de helft van deze zalen is van VSCD-leden: in 2023 behoren 315 zalen tot leden van de VSCD, met in dat jaar in totaal 136 duizend zitplaatsen (Siebe Weide Advies 2024). Ondanks een algehele groei in het aantal zalen en de capaciteit daarvan sinds 2017 vallen schommelingen in de CBS cijfers op. Zo is er van 2019 op 2020 een daling in het aantal zalen. De publiekscapaciteit daalt ook in 2017, maar blijft vervolgens in de daaropvolgende jaren gelijk om na 2020 weer te stijgen. Waar het aantal zalen in de afgelopen jaren dus stijgt, daalt de publiekscapaciteit.
Kenmerkend voor het Nederlandse theaterlandschap is dat er naast grote stadstheaters veel kleinere theaters te vinden zijn die ook wel ‘vlakke vloer’ theaters worden genoemd (Groot Nibbelink 2023). Dit is ook in VSCD cijfers terug te zien: in 2023 is er bijvoorbeeld een groot aantal
Aantal voorstellingen en producties: Vanaf 2011 zien we een geleidelijke daling van het aantal theatervoorstellingen (hiermee wordt op de uitvoeringen van artistieke producties gedoeld) in Nederland, met een sterke dip vanaf de coronajaren (CBS 2025c). De daling vanaf 2011 kan onder andere te maken hebben met de financiële crisis van 2008 en de bezuinigingen die impact hadden op de gehele culturele sector vanaf 2012 (Groot Nibbelink 2023). Voor andere scenische podiumkunsten bleef het aantal voorstellingen ongeveer gelijk tot de coronajaren. In 2023 zit het aantal theatervoorstellingen en het aantal cabaret- en kleinkunstvoorstellingen nog niet op het niveau van 2019. Het aantal dans- en beweging en muziektheatervoorstellingen is in 2023 boven het niveau van 2019 uit gestegen. In de scenische podiumkunsten zit er een verschil tussen het aantal voorstellingen en het aantal producties. In de Theatercollectie van de Universiteit van Amsterdam (2025) zijn gegevens opgenomen over het aantal premières van theatervoorstellingen in Nederland. Voor het seizoen 2024/2025 is te zien dat 978 producties van Nederlandse en Vlaamse producenten in première gingen.
Opvallend is de geografische spreiding van uitvoeringen, zoals blijkt uit het Theater Analyse Systeem: die worden het meest in het Westen van het land georganiseerd. Met name genres die relatief veel rijkssubsidie ontvingen, waaronder opera, ballet en moderne dans, vonden plaats in het Westen, de vier grote steden en Amsterdam (Siebe Weide Advies 2024). Gezien de herverdeling van cultuursubsidies, waarbij minder Amsterdamse instellingen hebben kunnen rekenen op rijkssubsidies vanaf 2025 (Burghoorn 2024), is het de vraag hoe zich dit de komende jaren gaat ontwikkelen.
Bezoek: CBS-cijfers laten ontwikkelingen in het aantal bezoeken aan scenische podiumkunsten tussen 2005 en 2023 zien (CBS 2025c). Muziektheatervoorstellingen (3,6 miljoen bezoeken) en cabaret- en kleinkunstvoorstellingen (2,7 miljoen bezoeken) waren in 2019 het populairst. Opvallend is de geleidelijke stijging in het aantal bezoeken aan deze vormen van 2013/2014 tot en met 2019, waar het bezoek aan theatervoorstellingen in dezelfde periode geleidelijk daalt. Binnen alle subdomeinen vindt een sterke daling plaats in bezoekersaantallen gedurende de coronajaren. Ook in 2023 blijven de bezoekersaantallen binnen de meeste domeinen achter op die van 2019: alleen binnen dans- en bewegingsvoorstellingen stijgt het aantal bezoeken boven de aantallen van 2019 uit. Bij het aantal georganiseerde voorstellingen zagen we ook al dat dans- en bewegingsvoorstellingen als een van de enige subdomeinen in 2023 boven aantallen van 2019 uitsteeg. Uit het Theater Analyse Systeem blijkt dat de meeste bezoeken in het Westen van het land plaatsvinden – zelfs meer dan het inwonertal kan verklaren. Dit wil zeggen dat er waarschijnlijk veel mensen uit andere delen van Nederland een bezoek brengen aan theater in de Randstad (Siebe Weide Advies 2024).
Uit cijfers van de Vrijetijdsomnibus (VTO), te zien in Tabel 1, blijkt dat 19 procent van de Nederlanders van 6 jaar en ouder in 2022 wel eens een toneelvoorstelling had bezocht (Swartjes et al. 2024). De verschillende vormen van podiumkunst worden met name bezocht door vrouwen, mensen met hogere inkomens of mensen die HBO- of WO-opgeleid zijn. Er zijn wel uitzonderingen: zo is het aandeel mannen dat cabaretvoorstellingen bezoekt groter dan het aandeel vrouwen. De populariteit van podiumkunsten verschilt ook naar leeftijd. Hierbij valt op dat musicals en toneelvoorstellingen erg populair zijn onder 6 tot 11 jarigen, waar het aandeel bezoekers aan cabaretvoorstellingen en opera, operette en klassieke muziek hoger is onder hogere leeftijdscategorieën. Waar het beeld met betrekking tot achtergrondkenmerken redelijk overeenkomstig is voor verschillende podiumkunstvormen, is dit anders voor herkomst. Waar het aandeel bezoekers aan musicalvoorstellingen en opera/operette/klassieke muziek bijvoorbeeld het hoogst is onder mensen die zijn geboren in Europa (excl. Nederland), is dit voor toneelvoorstellingen het grootst onder mensen geboren in een ‘overig’ land. Voor verschillende vormen van dans zijn aandelen binnen herkomstcategorieën vaak te klein om te kunnen laten zien. Wel is te zien dat de laatste bredere categorie van dans, waaronder volksdans, salsa, tango, stijldans, en streetdance, over het algemeen populairder lijken te zijn onder mensen die niet in Nederland zijn geboren of ouders hebben die niet in Nederland zijn geboren.


Werkenden: Het CBS brengt ook de culturele arbeidsmarkt in kaart (CBS 2025b). Voor de podiumkunsten (waaronder ook Muziek) gaat dit onder andere om cijfers voor 1) het aantal werkzame personen, 2) het aantal banen en 3) het aantal zelfstandigen. Voor het aantal werkzame personen kan geen onderscheid gemaakt worden tussen verschillende onderdelen van de podiumkunstensector op basis van beschikbare CBS cijfers. Voor het aantal banen en het aantal zelfstandigen kan dit wel. Daar laten we daarom verschillen in het aantal banen en aantal zelfstandigen tussen beoefenaars van podiumkunsten, producenten van podiumkunsten en werkenden bij podia zien.
Binnen de professionele podiumkunsten waren in 2023 32.800 personen werkzaam volgens cijfers van het CBS (grafiek 1). Bekeken naar type aanstelling, was het aantal vrijwilligers en stagiairs het hoogst, gevolgd door personen werkzaam in loondienst en ingeleend personeel. Over de tijd daalde het aantal personen werkzaam in loondienst licht, maar nam vanaf 2022 weer toe, terwijl het aandeel vrijwilligers en stagiaires steeg (CBS 2025b). Uit de VSCD cijfers – dit betreft dus alleen werkenden bij aangesloten podia – blijkt een soortgelijke verdeling: het aantal medewerkers in loondienst is het grootst, gevolgd door het aantal vrijwilligers en het aantal ZZP’ers (Siebe Weide Advies 2024).
Binnen het aantal banen (grafiek 2) doet zich een opvallende ontwikkeling voor: waar het aantal banen in de beoefening en productie van podiumkunsten licht daalt over de jaren, zien we een duidelijke stijging in het aantal banen bij theaters, schouwburgen en concertgebouwen ten opzichte van 2019. Waar er in 2019 nog 6.060 banen waren, zijn dit er in het derde kwartiel van 2024 7.740 – een stijging van 28 procent (CBS 2025a).
Het aandeel ZZP’ers is met name gestegen in de beoefening van podiumkunsten, zo blijkt uit cijfers van het CBS tot en met het derde kwartiel van 2024 (grafiek 3, CBS 2025a). Dit is des te opvallender omdat deze aantallen in de productie van podiumkunsten en bij theaters, schouwburgen en concertgebouwen veel lager zijn én afnemen sinds 2020. Voor de producenten van podiumkunsten gaat dit zelfs om een daling van 56 procent in het aantal zelfstandigen in 2024 ten opzichte van 2019. Dit zou te maken kunnen hebben met de tekorten aan technici in de podiumkunstensector na corona (zie bijvoorbeeld Beeckmans 2022).
Inkomsten en subsidiestromen: Het Theater Analyse Systeem biedt inzicht in de inkomsten en subsidiestromen voor bij de VSCD aangesloten podia (Siebe Weide Advies 2024). Het overgrote deel van geld (56 procent) kwam in 2023 binnen via eigen inkomsten, maar daarnaast ook uit subsidies (42 procent) en coronasteun (2 procent). Subsidies komen, net als voor het domein Muziek, met name van gemeenten: 93 procent van alle ontvangen subsidies komt bij gemeenten vandaan. De mate waarin door het rijk wordt gesubsidieerd verschilt sterk per subdomein. Zo werd voor opera in 2023 meer dan de helft van het aanbod door het rijk gesubsidieerd (53 procent) en werden musical (2 procent) en cabaret (0,1 procent) nauwelijks gesubsidieerd (zie Siebe Weide Advies 2024 voor gehele lijst). Op de pagina Geldstromen brengen we subsidiestromen voor de gehele cultuursector in kaart.
Op
In 2024 werden ook de uitslagen van de meerjarige subsidies van het Fonds Podiumkunsten voor de periode 2025-2028 bekend – uitslagen die voor verschuivingen en ophef zorgden. Zo krijgen verschillende toonaangevende gezelschappen géén of minder subsidie vanaf 2025, zijn er zorgen over de rol van dramaturgen en het wegbezuinigen van vaste afdelingen dramaturgie, maar staat ook de gehele danssector onder druk door bezuinigingen (De Grefte et al 2024; Janssens 2024b; Maas et al 2024). Sinds de genomen besluiten blijven de uitslagen van de subsidierondes dan ook een belangrijk
Beoefening: Uit de VTO cijfers van 2022 – de laatste editie van deze tweejaarlijkse vragenlijst uitgezet onder de Nederlandse bevolking – bleek dat 40 procent van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder jaarlijks ten minste een podiumkunstenactiviteit beoefent (Swartjes en de Hoog 2024). Sommige vormen van podiumkunsten zijn hierbij populairder dan anderen. Een instrument bespelen (21 procent) en zingen (29 procent) werd het vaakst gedaan. Een kleiner aandeel van de Nederlandse bevolking doet aan toneel spelen (6 procent), volksdans, werelddans of stijldans (6 procent) of klassiek ballet/moderne dans (3 procent). Slechts 1 procent van de Nederlanders deed aan cabaret of stand-up comedy in 2022. Uit de analyse bleek dat podiumkunstbeoefening voornamelijk werd gedaan door vrouwen, jongeren en HBO- en WO opgeleiden. Er zijn geen verschillen tussen inkomensniveaus in het aandeel podiumkunstbeoefenaars (Cultuur en participatie).
De Monitor Amateurkunst van het LKCA uit 2023 heeft ook gegevens over podiumkunstbeoefening en of mensen dit in groepsverband doen of er les in krijgen. Hieruit bleek dat met name dans in groepsverband wordt gedaan (31 procent) maar ook toneel (12 procent) en musical, muziektheater en opera/operette (10 procent) worden in groepen beoefend. Voor toneelspelen volgt bijna de helft van de beoefenaars les (45 procent), voor mensen die dansen is dit 34 procent van de beoefenaars en voor muziektheater 27 procent.
Trends en ontwikkelingen
Onderwijs en talentontwikkeling
In 2024 stond het Theaterjaarboek in het thema van onderwijs, naar aanleiding van de start van de eerste toneelschool, in het najaar van 2024 150 jaar geleden. Er zijn 11 hogescholen die
Naast een overzicht van het onderwijslandschap voor theater behandelt het Theaterjaarboek 2023/2024 vragen over de inrichting van het onderwijs op hogescholen en belangrijke ontwikkelingen daarin. Veranderingen in de maatschappij zijn ook van invloed op de onderwijspraktijk en de vaardigheden die daarbinnen (moeten) worden aangeleerd om van start te kunnen in het werkveld. Zo deelt Lieke van Hoogenhuijze (2024) belangrijke kenmerken van opleidingsprofielen voor de podiumkunsten. In een opleidingsprofiel, samengesteld door vertegenwoordigers uit het veld, wordt samengevat wat het betreffende beroep inhoudt en welke vaardigheden en competenties nodig zijn in het werkveld. Voor de bachelors en masters dans en theater zijn die bijvoorbeeld: creërend vermogen, ambachtelijk vermogen, onderzoekend en reflectief vermogen, vermogen tot ontwikkeling, ondernemend vermogen, communicatief vermogen en vermogen tot samenwerking. Ook stipt ze het belang van het aanleren van transferable skills aan: vaardigheden die studenten ook buiten de podiumkunsten in kunnen zetten. Een veelgehoord kritiekpunt bij onderzoek vanuit Platform ACCT, SFPK en Omscholing Dansers Nederland in 2020 (SFPK et al. 2020) was dat vakopleidingen te weinig handvatten zouden bieden om loopbanen te verduurzamen – een punt dat in deze opleidingsprofielen dus steeds meer lijkt te zijn opgepakt.
Er wordt ook onderzoek gedaan naar de transitie van onderwijs naar de arbeidsmarkt. In 2024 brachten Cuenen, Meinders en Geboers bijvoorbeeld onderzoek uit naar alumni van MBO-artiestenopleidingen, waaronder muzikanten, dansers, acteurs en musical performers. Opvallend is dat bijna de helft van de 541 respondenten een vervolgopleiding is gaan volgen, waarvan 86 procent dit op HBO-niveau doet. Dit geldt met name voor dansers en acteurs: 59 procent van deze groepen doet een vervolgopleiding. Redenen die worden genoemd voor een vervolgstudie hebben te maken met verder willen specialiseren en ontwikkelen, een hoger opleidingsniveau behalen en baanzekerheid.
Naast officiële onderwijsinstellingen zijn er meer organisaties en instellingen die een belangrijke rol spelen in talentontwikkeling, denk bijvoorbeeld aan Theaterhuis Likeminds en verschillende theaterfestivals. Er spelen zorgen omtrent deze instellingen: in 2024 moesten verschillende instellingen door economische onzekerheid een einde maken aan talentonwikkelingsprogramma’s – waaronder Boslab en Atelier Oerol (Hellwig 2024). Hoewel Hellwig (2024) belangrijke inzichten geeft in bestaande talentontwikkelingsprogramma’s en wat uitdagingen zijn – die onder andere voortkomen uit een gebrek aan gedeelde visie op talentontwikkeling – blijven veel vragen spelen. Vanuit onderzoeksperspectief spelen bijvoorbeeld nog overzichtsvragen: welke vormen van talentontwikkeling zijn er in de theatersector, waar vinden die plaats en hoe worden die ondersteund?
Digitale transformatie
Digitale transformatie is niet nieuw in de theatersector. Zo zet DEN zich al sinds 1996 in om de cultuursector te ondersteunen bij digitalisering, en laat de publicatie Digital Theatre: A Casebook (Wiley et al. 2018) zien dat ook vóór corona al werd onderzocht in hoeverre een digitale strategie theaters kan versterken in hun positie in de maatschappij. Enerzijds gaat het hierbij om het digitaliseren van aanbod, waarin
In voorgaande edities zagen we dat de coronacrisis een impuls had gegeven aan het ontwikkelen van digitale en online strategieën. Zo werden via verschillende platforms, van individuele theaters en gezelschappen of van streamingsdiensten, allerlei voorstellingen online aangeboden. In 2022 stopten een aantal van deze initiatieven al, onder andere vanwege onvoldoende inkomsten en het belang van de live- ervaring (Beeckmans 2022). Waar cijfers uit het Theater Analyse Systeem nog een aantal van 167 online uitvoeringen liet zien in 2022, is dit voor het daaropvolgende jaar niet meer gemeten (Siebe Weide Advies 2024).
Interdisciplinaire samenwerking en fondsen
Op inhoudelijk en organisatorisch gebied wordt steeds meer samengewerkt binnen de sector – dit kwam ter sprake in eerdere analyses van deze pagina en in gesprekken met de theatersector die daarvoor zijn gevoerd. Er worden veel coproducties gerealiseerd, subdisciplines lopen in elkaar over, of er ontstaan
Toch is er de afgelopen jaren al veel in beweging gezet. Zo werd aangegeven dat coproducties en interdisciplinair samenwerken bemoeilijkt werd omdat binnen het subsidiesysteem van de rijkscultuurfondsen binnen een bepaalde discipline subsidie moet worden aangevraagd (Brom et al. 2019). Daardoor zou er juist een hang naar private fondsen zijn ontstaan (Haeren 2019, Brom et al. 2019). Het advies Toegang tot Cultuur (Raad voor Cultuur 2024) reageerde met het advies om vanaf 2029 de rijkscultuurfondsen te ontschotten. De Raad adviseerde in 2024 om de zes rijkscultuurfondsen, die elk focussen op één discipline, samen te brengen in één landelijk rijksfonds, met daarin afdelingen voor provincies en Caribisch Nederland. Vanuit de podiumkunstensector klonken een aantal kritische geluiden op het advies van de raad (Daamen 2024; Pama et al 2024), waarin met name de scheve verdeling van subsidies over het land werd bekritiseerd. Het probleem zou dan voornamelijk gaan over het toegankelijk houden van cultuur op plekken waar weinig makers zijn, die lokale verhalen uit de regio vertellen (Pama et al 2024). Ook spelen er zorgen om de beweging naar een focus op verscheidenheid in het cultuurbestel in plaats van een breder perspectief op artistieke kwaliteit – een begrip waar Pieter Bots voor agendeert in zijn proefschrift – en het huidige politieke klimaat (de Wijs 2024).
Inmiddels is er iets meer duidelijkheid over besluiten die naar aanleiding van het advies worden genomen: een volledige hervorming lijkt er nog niet in te zitten. Wel komt er meer aandacht voor culturele instellingen buiten de Randstad, de cyclus zou worden verlengd van vier naar zes jaar en er wordt gekeken of de aanvraagprocedure makkelijker kan (Hosman 2025).
Diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid
Diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid vormden een rode draad voor de cultuursector. Nog immer aanwezige problemen als institutioneel racisme en een gebrek aan representatie in machtsposities werden door de sector
Verschillende ondersteunende initiatieven werden reeds in 2019 in het leven geroepen, zoals de stimuleringsprijs voor diversiteit en inclusie The Next, en het inmiddels afgeronde stimuleringsprogramma Theater Inclusief (Beeckmans 2019; Theater Inclusief 2019). In 2020 kwam daar de stichting The Need For Legacy bij, een platform en community voor een meer diverse en inclusieve theaterwereld (Beeckmans 2020). Het Theaterjaarboek 2022-2023 stond onder co-redactie van The Need For Legacy. Zij benadrukten toen dat het veld in beweging is, wat ook in de terugblik op het theaterseizoen 2022/2023 en 2023/2024 van NRC werd bevestigd. Waar de twee trends zich in 2022/2023 nog richtten op de groeiende aanwezigheid van ‘de vrouwelijke stem’ en ’meerstemmigheid’ (ook benadrukt door Embrechts et al. 2024), ging het in het seizoen 2023/2024 over ‘moederschap, vaderschap, kinderwens’ (vanuit feministisch/queer perspectief) en ‘grensoverschrijdend gedrag’. Ook maakte in 2023 de VSCD prijzen voor acteurs ‘genderinclusief’: voortaan worden er
Een belangrijk aandachtspunt binnen de podiumkunsten richt zich op lichamelijke diversiteit. In het Theaterjaarboek van 2023/2024 staat dit ook ter discussie – in de context van opleidingen maar ook in bredere zin. Met name opleidingen die een grote nadruk leggen op het fysieke, denk bijvoorbeeld aan mime of dans, krijgen hiermee te maken. Zo wordt binnen opleidingen, zowel door docenten als studenten, bevraagd hoe ideeën van een ‘goed’ lichaam voor mimespelers historisch gezien werd vormgegeven – en hoe dat perspectief kan worden verbreed (van der Jagt 2024). In het lectoraat Belichaamde Kennis in Theater en Dans wordt onderzoek gedaan naar de rol van belichaamde kennis, onder andere in onderwijs.
Fair practice
In 2017 werd de Fair Practice Code gelanceerd. Deze Code richt zich op een aantal kernwaarden: solidariteit, diversiteit, vertrouwen, duurzaamheid en transparantie. Ook Fair Pay is hier onderdeel van. Op de pagina Beroepspraktijk laten zien we zien dat de positie van zzp’ers op de arbeidsmarkt onzeker is (Vinken et al. 2023). Ook uit het rapport Ongelijk getroffen, ongelijk gesteund : effecten van de coronacrisis in de culturele sector, bleek dat met name zzp’ers de dupe werden van de coronacrisis. Voor de theatersector is dit met name problematisch doordat er hier veel mensen werkzaam zijn als zzp’er. Onder beoefenaars en producenten van podiumkunsten zijn er 24 duizend zelfstandig ondernemers in 2023 – wat na Scheppende Kunst het grootste aantal zelfstandigen is in de deelsector Kunsten en Cultureel Erfgoed.
Platform ACCT zet zich in om de positie van werkenden in de culturele en creatieve sector te verbeteren. In 2020 onderzochten ze hoe duurzaam de carrières van podiumkunstenaars zijn (zie: Platform ACCT). Hieruit bleek dat zowel dansers als circusartiesten, en zangers en musici vaak een zodanig zwaar beroep uitoefenen dat ze niet tot de pensioenleeftijd door kunnen werken. Dit heeft te maken met zowel fysieke als mentale belasting. Bij acteurs heeft dit ook te maken met omstandigheden, waarin acteurs duurder worden als ze ouder zijn, er weinig vaste banen zijn bij toneelgezelschappen en acteurs continue opzoek zijn naar werk. Podiumkunstenaars, net als andere kunstenaarsberoepen, zijn sterk intrinsiek gemotiveerd (zie pagina Beroepspraktijk) – maar daarin lijken duurzame arbeidsomstandigheden soms het onderspit te delven (SFPK et al. 2020). In het verslag worden ook suggesties gedaan om de arbeidsomstandigheden te verbeteren – die ook financiële steun vragen – maar het is onduidelijk of en hoe deze resultaten zijn opgepakt. Binnen andere domeinen zijn in de afgelopen jaren ook ketentafels ontwikkeld door Platform ACCT, waaronder voor verschillende deelsectoren binnen Muziek, maar nog niet voor andere (deel)sectoren binnen de podiumkunsten.
Ook al vóór de coronacrisis werd er door de sector weinig zorg gevoeld voor zelfstandige theatermakers. Zo zet Creatieve Coalitie zich sinds 2019 in voor het fatsoenlijk delen in opbrengsten voor makers, zie hierhun
Duurzaamheid
Binnen de sector wordt er steeds meer aandacht besteedt aan vraagstukken rondom Duurzaamheid. Vergeleken met andere domeinen, zou de theaterwereld relatief laat zijn begonnen met vraagstukken rondom duurzaamheid en ecologie (Van Baarle 2023). Van Baarle (2023) laat zien dat ecologie en klimaat geen centrale thema’s waren in Europees of Noord-Amerikaans theater tot het begin van deze eeuw. Inmiddels worden duurzaamheid en klimaatverandering veelvuldig aangekaart binnen theatervoorstellingen (Janssens 2025). Hierin ontwikkelden zich ook verschillende nieuwe vormen van theater, zoals ‘ecodramaturgie’, wat zich richt op ecologische wederkerigheid en gemeenschap als thema’s (Van Baarle 2023).
Naast dat het een thema is binnen theatervoorstellingen, is er ook aandacht voor aanpassingen in productieprocessen en werkpraktijken. Enerzijds gaat dit om kleinere aanpassingen, zoals het gebruik van planten in plaats van bloemen op premières of minder gebruik van gekopieerd materiaal. Anderzijds gaat het ook over het duurzamer omgaan met de hele programmeringsketen, en het bijvoorbeeld langer aanhouden van voorstellingen binnen het repertoire. Het Theatre Green Book speelt hierin een belangrijke rol. Wat begon als een collectief voor theatermakers in het Verenigd Koninkrijk ontwikkelde zich tot een internationaal netwerk. Vanuit Nederland is onder andere het NAPK aangesloten, maar wordt het Theatre Green Book ook gebruikt als leidraad binnen individuele organisaties zoals het Zuidelijk Toneel (Lubberding 2024).
Wat willen we verder weten over het domein Theater?
Het theaterlandschap beter in kaart
Zoals al bleek uit het bovenstaande ‘Overzicht & Kerncijfers’ zijn er niet altijd evenveel data beschikbaar over de theatersector, zeker niet als we deze op willen splitsen naar subdomeinen. Hierdoor is het vaak lastig om grootschalig inzicht te bieden met betrekking tot uitdagingen die in de sector spelen en ontwikkelingen daarin. Zo zagen we dat er een schommeling is geweest in het aantal theaterzalen en de publiekscapaciteit daarvan in de afgelopen jaren: waar komt die schommeling vandaan? Is dit in sommige regio’s sterker dan in andere? Bovendien is er een sterke focus op zalen, terwijl het gehele theaterlandschap veel omvattender is. Hoe zit het bijvoorbeeld met aantallen
Werken in de theatersector
Ondanks dat er cijfers zijn over werkenden in de sector voor de podiumkunsten als geheel, zou het goed zijn om meer inzicht te hebben over werkenden en makers binnen subdomeinen. Zeker omdat er relatief veel zelfstandigen zijn in de beoefening van podiumkunsten en onderzoek uit 2020 heeft laten zien dat de positie van makers precair is. Hoeveel makers zijn er per subdomein? Welke carrièrefases maken deze makers door? En hoe zit het met hun inkomstenbronnen? Het is mogelijk dat microdata van het CBS hier meer inzicht in kan geven. Been en Keune (2022) brachten eerder bijvoorbeeld ontwikkelingen in de arbeidsmarkt van subsectoren in de creatieve industrie in kaart (zie ook de pagina Beroepspraktijk voor een uitgebreidere bespreking van dit onderzoek). Binnen het thema van werk spelen ook belangrijke vragen omtrent talentontwikkelingsorganisaties – zeker gezien de effecten van recente bezuinigingen. Welke talentontwikkelingsorganisaties zijn er, wat is hun rol en wat zijn de uitdagingen die spelen?
Publieksonderzoek
Er leven nog veel vragen over publiek in de theatersector, zeker met het oog op het bereiken van een divers en inclusief publiek uit de eigen regio. Daarom is het noodzakelijk om meer publieksonderzoek en -cijfers van verschillende podia, makers en gezelschappen bij elkaar te brengen. Data moeten bovendien op elkaar aansluiten en vergelijkbaar zijn. De sector heeft daartoe het Digitaal Informatieplatform Podiumkunsten (DIP) opgericht. Samen met Cineville, CJP, Kunsten ’92, Platform Acct en Rotterdam Festivals vormt DIP de Taskforce Samenwerkingsverband Publieksdata. Tot eind december 2024 werd er onder leiding van DEN Kennisinstituut cultuur & digitale informatie onderzocht hoe de kennis en kunde over publieksdata in de cultuursector vergroot kan worden. Enkele activiteiten hiervan worden doorgezet in 2025, zoals ook de inzet op doelgroepmodellen.
Ook is er in de theaterseizoenen 2022-2023 en 2023-2024 Publieksonderzoek uitgevoerd door de Vrije Universiteit Amsterdam op initiatief van George en Eran producties naar de effecten van inclusief beleid van gezelschappen op de samenstelling en ervaringen van publiek. Eerste resultaten zullen in de loop van 2025 naar buiten worden gebracht.
Meer weten over het domein Theater?
Bekijk meer data over het domein Theater in het Dashboard van de Cultuurmonitor.
Meer literatuur over het domein Theater is te vinden in de Kennisbank van de Boekmanstichting.
Vorige edities van de tekst op deze domeinpagina kunnen hier gevonden worden:
2021
2022
2023
Bronnen
Figuren
Berg van den, S. en M. Lems (2025) Viktorien van Hulst: ‘Je kan alleen zekerheid garanderen voor een groep makers als je de instroom van nieuwe makers beperkt, en dat vind ik geen goed idee’ . Op: www.theaterkrant.nl, 3 maart.
CBS (2025a) Professionele podiumkunsten; werkgelegenheid, baten en lasten. Op: www.opendata.cbs.nl, 18 februari.
CBS (2025b) Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2024 Q3. Op: www.cbs.nl, 31 januari.
CBS (2025c) Professionele podiumkunsten; capaciteit, voorstellingen, bezoekers, regio. Op: www.opendata.cbs.nl, 18 februari.
Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (2025) Microsoft Power BI. Op: www.s-bb.nl, 26 februari.
Swartjes, B. en T. de Hoog (2024) Cultuur en participatie. Op: www.cultuurmonitor.nl, 2 september.
Vereniging Hogescholen (2025) Vereniging Hogescholen. Op: www.vereniginghogescholen.nl, 11 februari.
Literatuur
Bakkeren, F. (2024) 150 jaar leren: Van 1 naar 59 opleidingen. Theaterkrant 2023/2024.
Been, W. en M. Keune (2022). Bringing labour market flexibilization under control? Marginal work and collective regulation in the creative industries in the Netherlands, In: European Journal of Industrial Relations, 30(4).
Beeckmans, J. (2019). ‘Nieuwe stimuleringsprijs voor diversiteit en inclusiviteit’. Op: www.theaterkrant.nl, 4 september.
Beeckmans, J. (2020). ‘Stichting The Need For Legacy opgericht’. Op: www.theaterkrant.nl, 8 juli.
Beeckmans, J. (2022a). ‘Streamingplatform theaterthuis stopt’. Op: www.theaterkrant.nl, 14 januari.
Beeckmans, J. (2022b). ‘Tekort aan theatertechnici steeds nijpender’. Op: www.theaterkrant.nl, 19 mei. 19 mei
Beeckmans, J. (2023) ‘De VSCD maakt acteursprijzen genderinclusief met drie Theo D’ors’. Op: www.theaterkant.nl, 21 september.
Beeckmans, J. (2024). Signaalonderzoek Likeminds: patroon van grensoverschrijdend gedrag door machtspositie algemeen directeur. Op: www.theaterkrant.nl, 27 juni.
Berg van den, S. en M. Lems (2025). Viktorien van Hulst: ‘Je kan alleen zekerheid garanderen voor een groep makers als je de instroom van nieuwe makers beperkt, en dat vind ik geen goed idee’ . Op: www.theaterkrant.nl, 3 maart.
Borg, L. ter (2023) ‘Langdurig grensoverschrijdend gedrag en gesjoemel bij geprezen theaterhuis Likeminds’. Op: www.nrc.nl, 6 september.
Brom R. (et al.) (2019) De staat van cultuur 4. Amsterdam: Boekmanstichting, 36-41.
Burghoorn, A. (2024) Amsterdam steekt culturele instellingen die rijkssubsidie dreigen te verliezen de helpende hand toe. Op: www.volkskrant.nl, 11 juli.
Cuenen, R., D. Meinders, en L. Geboers (2024) MBO artiest : arbeidsmarktrelevantie 1-meting. Markteffect.
Daamen, M. (2024) ‘Theaters zijn er genoeg in de regio; nu nog betalend publiek’. Op: www.nrc.nl, 18 februari.
De Grefte, E., A. van Leeuwen, M. Kerkhof, en A. Embrechts (2024) De cultuursubsidies zijn weer toegekend, en dit vinden de winnaars en verliezers ervan. Op: www.volkskrant.nl, 4 juli.
De Wijs, C. (2024) Melancholie en rebellie: proefschrift over artistieke kwaliteit in het cultuurbeleid. Op: www.theaterkrant.nl, 1 juli.
Embrechts, A. en E. Colak (2024). Deze vrouwen hebben plannen voor ander leiderschap bij hun theaterorganisaties. Maar nu wordt de subsidie gekort. Op www.volkskrant.nl, 13 september.
Fair Practice Code (2021) ‘Fair Practice Code’. Op: www.quickscan.fairpracticecode.nl, z.d.
Fonds Podiumkunsten (2020) Beleidsplan 2021-2024: bewegende contouren. Den Haag: Fonds Podiumkunsten.
Groen, L. de (2020) ‘Rosa Asbreuk: “Er moet iets radicaals gebeuren”’. In: Theaterjaarboek 2019/2020, jrg. 141, nr. 5-6, 44-49.
Groot Nibbelink, L. (2024) ‘The Netherlands’. In: The Routledge Companion to Contemporary European Theatre and Performance, 177-182.
Haeren, M. van (2019) ‘Geld voor interdisciplinair programmeren: interview met Pien Houthoff, directeur van LUX Nijmegen’. In: Boekman, jrg. 31, nr. 121, 33-35.
Haeren, M. van en S. Roosblad (2022) Onderzoek Theater Inclusief : eindanalyse Amsterdam: Boekmanstichting
Heerikhuizen, B. van en J. Veenstra (2021) ‘Kaders en codes: theaterschooldirecteuren over grensoverschrijding en grensvervaging’. Op: www.theaterkrant.nl, 28 juni.
Hellwig, F. (2024). Niet voor iedereen is plek: hoe ontwikkelen wij talentontwikkeling? Op: www.theaterkrant.nl, 19 augustus.
Hosman, H. (2025) Het cultuursubsidiestelsel moest ingrijpend op de schop: maar waar blijft die vernieuwing? – NRC. Op: www.nrc.nl, op 10 februari.
Inspectie van het Onderwijs (2023) Sturen op blijvende sociale veiligheid in het hoger kunst- en mode-onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Janssens, S. (2021) ‘Nieuw ontwikkelplatform voor immersief theater’. Op: www.theaterkrant.nl, 30 april.
Janssens, S. (2024). Eyeopeners. Op: www.theaterkrant.nl, 2 januari.
Janssens, S. (2024a) Op zoek naar wortels. Op: www.theaterkrant.nl, 28 oktober.
Janssens, S. (2024b) Theaterfestival Over het IJ stopt definitief wegens ophouden subsidies . Op: www.volkskrant.nl, 3 december.
Janssens, S. (2025) De dramaturg staat onder druk, maar wacht, wat is een dramaturg eigenlijk? . Op: www.volkskrant.nl, 7 januari.
Janssens, S. (2025) Sheralynn Adriaansz, de kersverse directeur van Likeminds, hoopt met minder hiërarchie een veiliger huis te creëren. Op: www.volkskrant.nl, 5 januari.
Kattenbelt, C. en A. Mancewicz (2024). ‘Intermediality in performance’. In: The Routledge Companion to Contemporary European Theatre and Performance, 380-386
Leden, J. van der (2021) Boekman Extra #27: Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector Amsterdam: Boekmanstichting.
Lems, M. (2025) Ontschotting. Op: www.theaterkrant.nl, 3 maart.
Lubberding, W. (2024) Speels Groen: op weg naar een toekomstbesteding zuidelijk toneel. Op: www.theaterkrant.nl, 19 augustus.
Lubberding, W. (2025) Sociale veiligheid op het werk. Theaterkrant magazine januari 2025.
Maas, W., E. Hopkins, P. Hendrikx, P., en J. van Luijk (2024) Opinie: De Nederlandse dans heeft een reddingsplan nodig | de Volkskrant. Op: www.volkskrant.nl, 26 november.
Mores.online (2023) ‘Nieuw bestuur voor Mores.online’. Op: https://mores.online, z.d.
NAPK (2021a) ‘Kick-off traject preventie ongewenste omgangsvormen podiumkunsten’. Op: www.napk.nl, 10 februari.
NAPK (2021b) Veilig de vloer op. Amsterdam: Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten.
NAPK (2022) ‘Oprichting stichting sociale veiligheid podiumkunsten‘. Op: www.napk.nl, 14 februari.
NAPK (2024) ‘Podiumkunstensector doet beroep op overheid’. Op: www.napk.nl, 14 maart.
Neele, A. (2023) Kunstzinnig en creatief en muzikaal in de vrije tijd. Monitor amateurkunst 2023. LKCA: Utrecht.
Olfers, M., A. van Wijk, M. Rijnierse, S. en Berger (2024). Internationaal Theater Amsterdam : een cultuuronderzoek. Verinorm.
Pama, G. en H. van Santen (2024a) ‘Niet meer naar Drachten: de top in theater en dans slaat kleine steden vaker over’. Op: www.nrc.nl, 31 maart.
Pama, G. en H. van Santen (2024b) ‘Theaters genoeg, maar buiten de Randstad gaat er veel minder geld naar cultuur’. Op: www.nrc.nl, 28 februari.
Raad voor Cultuur (2022) Over de grens : op weg naar een gedeelde cultuur. Den Haag: Raad voor Cultuur.
Raad voor Cultuur (2024) Toegang tot cultuur : op weg naar een nieuw bestel in 2029. Den Haag: Raad voor Cultuur.
RCGOG (2023) ‘Regeringscommissaris: verdere professionalisering meldpunt Mores is nodig’. Op: www.rcgog.nl, 14 april.
Rijghard, R. (2023) ‘Terugblik op het theaterseizoen: het jaar van Eline Arbo meerstemmige makers en veel kippenvel’. Op: www.nrc.nl, 28 juni.
Rijghard, R. (2024) Ongekend vruchtbaar was dit theaterseizoen. Wat waren de beste voorstellingen, wie de beste acteurs? . Op: www.nrc.nl, 26 juni.
SFPK, Omscholing dansers Nederland (2020) Verslag Pilot Project PPO
Siebe Weide Advies (2023) Podia 2022: jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. Amsterdam: Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties.
Siebe Weide Advies (2024) Podia 2023 : jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. Amsterdam: Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties.
Smit, K. (2024) Als iedere opbouw gepaard gaat met afbraak . Theaterkrant Magazine September 2024. [RS1]
Ter Borg, L., H. Hosman, en R. Rijghard (2024) Exit Van Hove door onveilige sfeer
Theater Inclusief (2019) ‘Theater Inclusief: publiek, personeel, programma en partners’. Op: www.theaterinclusief.nl, z.d.
Universiteit van Amsterdam (2025) Theatercollectie UvA . Op: www.theatercollectie.uva.nl.
Van Baarle, K. (2024) Ecodramaturgies in times of climate crisis. In: The Routledge Companion to Contemporary European Theatre and Performance, 314-321
Van den Berg, S. (2024) Dit is een vak. Op: www.theaterkrant.nl, 28 oktober.
Van der Jagt, M. (2024. Rechtop staan in het leven: belichaamde kennis in mime en dans. Op: www.theaterkrant.nl, 28 oktober.
Van Hoogenhuijze, L. (2024) Onderwijsland: hbo-kunstvakonderwijs: hoe is het precies georganiseerd? Op: www.theaterkrant.nl, 28 november.
Vinken, H., B. Broers, en H. Mariën (2023) Arbeidsmarktpositie van zzp’ers in de culturele en creatieve sector : een verkenning van bestaande cijfers en overzicht van witte vlekken. HTH Research.
VSCD (2024) ‘Samenwerkende podiumkunstensector roept de overheid op tot wettelijke verankering cultuur’. Op: www.vscd.nl, 13 maart.
Wiley, H. en S. Rangoni (2018) Digital theatre: a casebook. Berlijn: European Theatre Convention.
Verantwoording tekst en beeld
Redactie: Een eerdere versie van deze pagina is geschreven door Maxime van Haeren. De huidige versie van de pagina is meegelezen door Simon van den Berg (Theaterkrant) en Maxime van Haeren (Cultuurmonitor).
Beeld: Voorstelling De Toverberg door ITA / Fotografie: Dim Balsem (met dank aan ITA).
Sociale veiligheid
In de culturele sector zijn de afgelopen jaren verschillende berichten overgrensoverschrijdend gedrag naar buiten gekomen, met name in kunstvakopleidingen en de podiumkunsten (Leden 2021; Pama 2024). Recente voorbeelden zijn het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) waar na melding van grensoverschrijdend gedrag uitgebreid onderzoek werd uitgevoerd naar de werkcultuur (Olfers et al. 2024), en Theaterhuis Likeminds waar verschillende theatermakers vertrokken wegens het grensoverschrijdende gedrag van de directeur (Borg 2023). Ook in theaterstukken stond grensoverschrijdend gedrag veelvuldig onder de aandacht – wat ook werd genoemd als een van de belangrijke ontwikkelingen in het aanbod door het NRC in de terugblik op het seizoen 2023/2024 (Rijghard 2024).
Zowel bij Theaterhuis Likeminds als bij ITA werd nader onderzoek gedaan naar grensoverschrijdend gedrag. Hoewel de resultaten van dit onderzoek bij Likeminds niet openbaar werden gemaakt, werd geconcludeerd dat het aannemelijk was dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag en dat dit ook te maken had met de positie van de algemeen directeur (Beeckmans 2024). In 2024 werden ook de resultaten van cultuuronderzoek bij ITA uitgebracht (Olfers et al. 2024). Hoewel dit slechts één organisatie betreft in de theaterwereld, geeft het wel inzicht in organisatieculturen en sociale veiligheid in delen van de sector. In totaal hebben 285 (oud)medewerkers van ITA een vragenlijst ingevuld – 43 procent van het totaal aantal medewerkers in 2021. Grensoverschrijdend gedrag werd naar aanleiding van de onderzoeksbevindingen gelinkt aan twee factoren die tekenend zijn voor de podiumkunsten in de bredere zin: 1) prestatie- en werkdruk en 2) hiërarchische structuur met een (in)formeel karakter. In de zomer van 2024 werd bekend gemaakt dat ITA de samenwerking met Ivo van Hove – die tot dan toe artistiek directeur was van het gezelschap – stopte en dat de raad van toezicht opstapte (Ter Borg et al. 2024).
In het advies Over de grens: op weg naar een gedeelde cultuur uit juni 2022 kaartte de Raad voor Cultuur een gebrek aan structuren gericht op sociale veiligheid aan. Ook uit een onderzoek uit 2023 naar sociale veiligheid in het hoger kunst- en mode-onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs bleek dat de betrokken besturen van hogescholen wel besef van urgentie hebben en verantwoordelijkheid nemen voor de sociale veiligheid van studenten door verschillende maatregelen te nemen, maar dat ze in het algemeen niet ver zijn met planontwikkeling, monitoring, evaluatie en bijstelling van de doelen en maatregelen voor sociale veiligheid (Inspectie van het Onderwijs 2023). Er worden inmiddels volop nieuwe stappen gezet in de sector. Zo is Sheralynn Adriaansz sinds begin 2025 de nieuwe directeur van Theaterhuis Likeminds waarin ze wil focussen op een veilige werksfeer, samenwerking en talentontwikkeling (Janssens 2025). Ook in het Theaterjaarboek 2023/2024 wordt gereflecteerd op sociale veiligheid in het hoger kunstvakonderwijs. De bredere problematiek pakken theateropleidingen onder andere aan door middel van medezeggenschapsraden en evaluatiemomenten waaraan studenten deelnemen (ook wel ‘kwaliteitszorg’ genoemd) en een gedragscode die alle docenten moeten naleven (Heerikhuizen 2021).
Ook buiten opleidingen wordt gewerkt aan sociale veiligheid. Zo publiceerde de NAPK in het najaar van 2021 het beleidskader ‘Veilig de vloer op’ ter preventie van ongewenst gedrag in de podiumkunstensector (NAPK 2021a). Het beleidskader biedt handvatten aan instellingen en podiumkunstproducenten om ongewenste omgangsvormen te voorkomen en hier zelf beleid op te maken (NAPK 2021b). In vervolg daarop werd de Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten opgericht door de NAPK in het voorjaar van 2022. Deze stichting ondersteunt leden van de NAPK bij het ontwikkelen en implementeren van beleid op het gebied van sociale veiligheid (NAPK 2022). Ook in de danswereld werd naar aanleiding van het rapport Schaduwdansen : een onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in het dansen, over grensoverschrijdend gedrag in de danssector, de alliantie DansVeilig opgericht (Lubberding 2025). Mores.online, het onafhankelijke meldpunt voor ongewenste omgangsvormen in de culturele en creatieve sector, is in 2018 opgericht om het groeiende aantal meldingen te behandelen (RCGOG 2023, Mores.online 2023).