Introductie
De cultuursector in Nederland is continu in beweging. Jaarlijks brengt de Boekmanstichting met de landelijke Cultuurmonitor de belangrijkste ontwikkelingen in kaart. De monitor bundelt data over onder andere de arbeidsmarkt, financiering, infrastructuur, aanbod en bezoek van de culturele sector, en biedt inzicht op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Nieuw in deze editie is de verdere verfijning van indicatoren, waaronder uitsplitsingen binnen de podiumkunsten, data over inkomen na afstuderen en cijfers over diversiteit. Bovendien zijn sommige indicatoren nu ook beschikbaar op
Een belangrijke toevoeging is de pagina Cultuur en geldstromen, die inzicht biedt in de financieringsbronnen van de sector. Hierin worden geldstromen vanuit overheden, private bijdragen en de eigen inkomsten van de culturele sector geanalyseerd. Daarnaast zijn alle domein- en themapagina’s geactualiseerd. Waar mogelijk is al data over 2024 toegevoegd en zijn de cijfers over 2023 verwerkt, waardoor de Cultuurmonitor een zo actueel mogelijk overzicht biedt van de ontwikkelingen in de sector en een basis vormt voor verdere analyse en beleidsvorming. In totaal biedt het Dashboard meer dan 220 indicatoren op nationaal niveau en ruim 140 op regionaal niveau.
Ondanks de uitdagingen waar de cultuursector voor staat – zoals sterk stijgende kosten, dreigende bezuinigingen bij gemeenten en de nog niet verdwenen zorg over de weer ingetrokken BTW-verhoging – laat 2024 ook zien dat de sector weerbaar is en innovatief. In verschillende domeinen zijn snel tekenen van herstel na de coronaperiode zichtbaar geworden. Zo ligt het museumbezoek weer bijna op het niveau van voor de coronapandemie, met een stijging in het aantal en aandeel Nederlandse bezoekers. Het aantal theatervoorstellingen en -bezoekers bij een aantal subdomeinen overtreft de cijfers van 2019, en in de architectuurbranche neemt het aantal werknemers de laatste jaren toe. Binnen de audiovisuele sector zorgt nieuwe wetgeving voor een grotere focus op Nederlandse producties. Streamingdiensten blijven groeien, terwijl kwaliteitsproducties meer aandacht krijgen. Ook binnen de muzieksector is er veel innovatie, met experimenten rondom fair pay maar ook zorg over de impact van AI.
Cultureel erfgoed speelt een steeds grotere rol in klimaatadaptatie en verduurzaming. Het Nationaal Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie heeft sinds 2023 cultureel erfgoed als speerpunt opgenomen. En ook wordt inclusie steeds vaker verankerd in het culturele veld. Er zijn initiatieven die vrouwelijke ontwerpers zichtbaarder maken, en musea werken aan herkomstonderzoek, restitutie en teruggave van koloniaal erfgoed. Binnen de podiumkunsten en muziekindustrie zijn er grote stappen gezet op het gebied van sociale veiligheid en eerlijke beloning. Campagnes zoals Ik zet de toon richten zich op het bespreekbaar maken van grensoverschrijdend gedrag, en in de architectuur- en creatieve sector is er groeiende aandacht voor eerlijke betaling en arbeidsvoorwaarden.
De ontwikkelingen in de cultuursector laten zien dat groei niet altijd de enige maatstaf is voor succes. De sector toont veerkracht door zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden, samenwerking op te zoeken en vernieuwende initiatieven te ontwikkelen. De Cultuurmonitor 2024 biedt daarmee niet alleen cijfers, maar ook inzicht in de dynamiek en het aanpassingsvermogen van de sector als geheel. Tegelijkertijd opereert de sector in een onrustig en polariserend politiek klimaat waarin weinig ruimte is voor investeringen in cultuur. Besluitvorming over financiering en beleid blijft onzeker, met mogelijke grote gevolgen voor de sector. Deze context wordt hieronder verder uitgediept.
Trends en ontwikkelingen
Financiële druk en politieke onzekerheid
Na een lange formatie stond op 2 juli 2024 in Den Haag het kabinet-Schoof op het bordes. Enkele weken daarvoor hadden PVV, NSC, BBB en VVD het bijbehorende hoofdlijnenakkoord gepresenteerd. In de tekst werden geen woorden aan kunst of cultuur gewijd, maar het akkoord bevatte wel maatregelen met grote gevolgen voor de sector. De voorgestelde verhoging van de btw op culturele goederen en diensten (en sport) van 9 procent naar 21 procent leidde direct tot zorgen. Bioscopen en dagrecreatie zouden van deze maatregel worden uitgezonderd, maar de impact op musea, theaters en festivals zou aanzienlijk zijn. Daarnaast omvatte het akkoord bezuinigingen op onder meer de publieke omroep, gemeentelijke uitkeringen, internationalisering en aanpassingen in de kansspelbelasting en de giftenaftrek.
De voorgestelde btw-verhoging leidde tot hevig verzet. Kunsten ’92 noemde de maatregel ‘een sluipmoordenaar’ met grote negatieve gevolgen voor de toegankelijkheid van cultuur en het inkomen van makers (2024a). Goudriaan (2024) berekende dat het bezoekersaantal van musea met 0,8 miljoen zou afnemen, dat de podiumkunsten 0,9 miljoen minder bezoekers zouden trekken en dat festivals te maken zouden krijgen met een daling van 1,5 miljoen bezoekers. De afzet van boekverkoop zou naar verwachting met 9,4 procent dalen.
Onder het motto ‘Geen hogere BTW! Je belast er heel Nederland mee’ startte een brede maatschappelijke alliantie van organisaties uit cultuur, media, sport, horeca en de evenementensector een publiekscampagne. Met succes: er bleek onvoldoende politiek draagvlak voor de verhoging en de maatregel werd – vooralsnog – van tafel gehaald. Tijdens de behandeling van het Belastingplan op 14 november 2024 verklaarde minister Heijnen (Financiën) echter dat er nog altijd gezocht wordt naar alternatieve maatregelen om de ingeboekte inkomsten van 1,2 miljard euro alsnog binnen te halen. Dit betekent dat de dreiging van een btw-verhoging niet definitief verdwenen is.
Tegelijkertijd zijn andere maatregelen al wel doorgevoerd. De kansspelbelasting is per 1 januari 2025 verhoogd van 30,5 procent naar 34,2 procent en zal in 2026 verder stijgen naar 37,8 procent (Rijksoverheid, 2025). Volgens een analyse van Atlas Research (Halbersma et al., 2024) kan dit leiden tot een afname van de afdrachten aan goede doelen met zo’n 15,5 miljoen euro, met een bandbreedte tussen de 2,9 en 30,6 miljoen euro. Een lichtpuntje is dat een voorgenomen plan van het kabinet Schoof om de aftrek voor giften van bedrijven per 1 januari 2025 af te schaffen uiteindelijk niet is doorgegaan. De regeling die het mogelijk maakte om giften te financieren uit de vennootschap is wel beëindigd per 1 januari 2025 (PwC 2024).
Op de pagina Cultuur en geldstromen is meer informatie te vinden over de financiële impact van deze maatregelen en andere financiële ontwikkelingen binnen de bredere geldstromen in de cultuursector.
Naar een toegankelijker cultuurbestel? Kansen en uitdagingen in de herziening van het subsidiebeleid
In zijn advies Toegang tot cultuur: Op weg naar een nieuw bestel in 2029 presenteerde de Raad voor Cultuur vergaande wijzigingen in het cultuursubsidiebestel (2024a). De kern van het voorstel was de introductie van een interdisciplinair publiek cultuurfonds met provinciale afdelingen. Het advies leidde tot zowel instemmende als kritische reacties. Hoewel een formele reactie van het kabinet nog uitblijft, lijkt het duidelijk dat er geen extra financiële middelen worden vrijgemaakt om de voorgestelde veranderingen door te voeren. Daarnaast brengen onzekere politieke verhoudingen terughoudendheid met zich mee als het gaat om fundamentele systeemwijzigingen.
Binnen de huidige BIS-periode (2025-2028) zijn wel enkele stappen gezet richting meer regionale spreiding. De Raad voor Cultuur wees erop dat 46 procent van de goedgekeurde aanvragen afkomstig is van culturele instellingen buiten de Randstad (2024b). Dit wijst op een bredere spreiding van middelen, waardoor de culturele infrastructuur in de regio’s versterkt wordt.
Op de pagina Cultuur in de regio is meer informatie te vinden over provinciale en regionale ontwikkelingen. Regionale cultuurcijfers kunnen verkend worden in het Dashboard.
Subsidieverdeling: verschuivingen en gevolgen
De in de zomer van 2024 gepubliceerde verdeling van de meerjarige cultuursubsidies voor 2025-2028 leidde tot stevige debatten. Een van de meest besproken kwesties was het besluit van het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) om bijna alle aanvragen voor talentontwikkeling op het gebied van klassieke muziek en jazz af te wijzen. Dit stuitte op veel onbegrip en verontwaardiging binnen de sector. Dankzij een ingreep van minister Bruins werd een oplossing gevonden om de financiering van deze organisaties alsnog voort te zetten.
Het besluit van het FCP werd genomen tegen de achtergrond van een bredere beweging naar een toegankelijker cultuurbeleid. De nadruk op vernieuwing en inclusie betekent dat nieuwkomers meer kansen krijgen. Dit leidt onvermijdelijk tot een herverdeling van middelen, waarbij gevestigde organisaties financiering verliezen. Zeker wanneer er meer aanvragen zijn dan dat er budget is. Het LKCA benadrukte in een opiniebijdrage dat talent per definitie exclusief is en dat een balans moet worden gevonden tussen inclusiviteit en de ondersteuning van talenten in de kunsten (Neele 2024). Het FCP zelf verdedigde zijn beslissing door te wijzen op de noodzaak om nieuwe groepen en vormen van talentontwikkeling een kans te geven (Jorritsma 2024).
Ook bij het Fonds Podiumkunsten was sprake van forse verschuivingen. Van de 179 gehonoreerde aanvragers voor de periode 2025-2028 waren er 59 makers, gezelschappen, ensembles en festivals die eerder geen meerjarige ondersteuning van het rijk ontvingen. Dit betekende echter ook dat 73 organisaties hun subsidie kwijtraakten. Vooral instellingen uit Amsterdam ondervonden de gevolgen van de nadruk op geografische spreiding van middelen (Burghoorn 2024). Hoewel deze herverdeling aansluit bij de wens om meer balans over regio’s te creëren, werd er kritiek geuit op de toegenomen bureaucratie en onvoorspelbaarheid van het systeem. De Theaterkrant publiceerde begin 2025 een speciaal magazine over de ‘slijtage’ binnen het subsidiesysteem, waarin werd gewezen op het risico van kapitaalvernietiging door voortdurende verschuivingen.
Lees meer over de ontwikkelingen in de Podiumkunsten, en ontwikkelingen binnen Theater en Muziek.
Bezoekersherstel en uitdagingen in de culturele sector
In 2023 werden ten minste 140,3 miljoen bezoeken gebracht aan cultuur – wat hoogstwaarschijnlijk een onderschatting is van het werkelijke aantal. Na de moeilijke coronajaren zijn de theaterzalen, poppodia en musea weer goed gevuld. De VSCD telde in 2023 10,4 miljoen bezoekers aan haar podia, ruim meer dan de 7,7 miljoen uit 2022, maar nog niet boven het niveau van 2019 (12,4 miljoen). Ook de Vereniging van Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) zag een sterk herstel, met 8,4 miljoen bezoekers aan poppodia en festivals, dicht bij de 8,6 miljoen bezoeken van 2019. En ook het aantal popmuziekconcerten bij de VNPF steeg verder, van 14.861 in 2022 naar 17.362 in 2023. Dit duidt op een herstel van de live-muzieksector. Toch blijven er zorgen over de sterk stijgende kosten als gevolg van inflatie, die niet worden gecompenseerd door extra bezoek of indexering van subsidies. De verwachte korting op het gemeentefonds in het ‘ravijnjaar’ 2026 zorgt daarnaast voor extra onzekerheid over de financiële stabiliteit van culturele instellingen. Uit cijfers van de VSCD blijkt dat 64 procent van haar podia indexatie ontvangen van de gemeentelijke subsidie (Siebe Weide Advies 2024).
De filmsector laat een gemengd beeld zien. Terwijl het bioscoopbezoek in 2024 met 7 procent daalde ten opzichte van het voorgaande jaar – mede door de langdurige stakingen van schrijvers en acteurs in Hollywood, waardoor minder grote films uitkwamen – waren Nederlandse films juist succesvol. Het aandeel van Nederlandse producties in de totale bezoekersaantallen steeg van 14 procent naar 17 procent. Producties van eigen bodem haalden de hoogste bezoekersaantallen in acht jaar (Bos 2025, NVBF 2024, NVBF en NVPI 2025a, NVBF en NVPI 2025b).
De museale sector vertoont eveneens een divers beeld. Sommige instellingen, zoals het Centraal Museum Utrecht, noteerden een recordaantal bezoekers (400.000 in 2024), terwijl andere, zoals het Groninger Museum, een daling zagen. Nederlandse musea trokken in 2023 gezamenlijk 31,5 miljoen bezoekers, van wie ruim een kwart uit het buitenland kwam. Hoewel dit internationale bezoek nog niet op het oude niveau is, compenseren Nederlandse bezoekers dit ruimschoots. Zij groeiden in aantal én in aandeel. De totale omzet van musea bedroeg 1,49 miljard euro, waarvan bijna de helft uit eigen inkomsten kwam.
Niet alleen de musea, maar ook de beeldende kunstsector laat tekenen van herstel zien. Naast de groeiende bezoekersaantallen zijn er positieve ontwikkelingen op het gebied van diversiteit, inclusie en digitalisering. De uitgaven van kunstkopers blijven stijgen, wat gunstig is voor musea, makers en galeries. Tegelijkertijd staat voor veel instellingen het herstel van de financiële schade van de coronacrisis nog steeds hoog op de agenda.
De erfgoedsector blijft een prominente rol spelen in de cultuurparticipatie van Nederlanders. Uit onderzoek van de RCE en KIEN uit 2024 blijkt dat 88 procent van de Nederlanders geïnteresseerd is in erfgoed en 77 procent erfgoedlocaties bezoekt. Driekwart van de bevolking houdt zich actief bezig met immaterieel en onroerend erfgoed. Tegelijkertijd groeit de aandacht voor digitale toegankelijkheid van erfgoed, wat nieuwe kansen met zich meebrengt. Digitalisering maakt erfgoed breder toegankelijk, maar roept ook vragen op over de waarde van digitale kopieën, de hoge kosten van langdurige opslag en onderhoud, en de ecologische impact van datacenters.
Op de pagina Cultuur en participatie is meer informatie te vinden over algemene trends in bezoek, beoefening, consumptie en ondersteuning, persoonskenmerken van deelnemers en hoe cultuurparticipatie over provincies is verdeeld.
Druk op de arbeidsmarkt
De culturele en creatieve sector kampt, net als andere sectoren, met een krappe arbeidsmarkt. Hoewel ondernemers in 2024 iets minder tekorten ervaren (CBS 2024), blijven personeelsproblemen groot. Technici stromen uit naar beter betaalde sectoren (Visser 2023), wat theaters en poppodia voor grote uitdagingen stelt. De werkdruk blijft hoog: in de sectoren cultuur, sport en recreatie meldt 28,5 procent van de medewerkers een toename. Ook de arbeidskosten stijgen, mogelijk mede door Fair Pay-maatregelen. De Fair Pop Pilot die Platform ACCT presenteerde tijdens Eurosonic Noorderslag 2025, toonde aan dat eerlijke betaling aanzienlijke meerkosten met zich meebrengt (Berkers et al. 2025). Tegelijkertijd vreest een aantal zelfstandigen in de culturele sector voor hun verdienvermogen door beleidswijzigingen zoals de verlaging van de zelfstandigenaftrek, een mogelijke verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en de gevolgen van een eventuele btw-verhoging. De handhaving van de Wet DBA vanaf 2025, bedoeld om schijnzelfstandigheid tegen te gaan, zorgt voor extra druk en leidt mogelijk tot een afname van opdrachten voor freelancers. Toch verschilt de arbeidsmarkt duidelijk per sector.
In de architectenbranche lijkt na jaren van krimp en versnippering een stabilisatie op gang te komen. Het aantal bureaus groeide met 6 procent in tien jaar en het aantal werknemers in dienst bij architectenbureaus nam toe met 29 procent, terwijl het aantal zelfstandigen juist afnam met 12 procent (CBS 2025). Daarnaast verandert de rol van ruimtelijk ontwerpers, die steeds vaker interdisciplinair werken, van duurzame stedenbouw tot zorgarchitectuur, en zich steeds meer als verbinders opstellen in participatieprocessen. Ook in de game-industrie zorgen verschuivingen in de markt voor veranderingen. De sector kende een enorme groei tijdens de coronajaren, maar sindsdien is de gemiddelde speeltijd van gamers afgenomen en zijn investeerders terughoudender geworden. Wereldwijd resulteerde dit in 14.000 ontslagen in 2024 (Maas 2025), en ook in Nederland bleven ontslagrondes en de sluiting van Dutch Game Garden – een cruciale ontwikkelhub – niet uit. Dit verlies maakt het lastiger voor startende studio’s om te groeien en zichtbaar te blijven op de internationale markt.
Op de pagina Beroepspraktijk is meer informatie te vinden over het werken in de cultuursector. We leggen uit waarom de werkpraktijk vaak als onzeker wordt omschreven en laten cijfers zien over de arbeidsmarkt. Ook belichten we initiatieven als de Fair Practice Code en Fair Pay die de werkomstandigheden willen verbeteren.
De impact van AI op de creatieve sector
De razendsnelle ontwikkeling van generatieve kunstmatige intelligentie biedt de culturele sector nieuwe mogelijkheden, maar roept vooral zorgen op over auteursrechten, beeldrechten en de toekomst van werkgelegenheid. De Europese AI-Act, die op 1 augustus 2024 in werking trad, biedt een eerste kader voor betrouwbare AI en risicobeheersing, maar neemt deze zorgen niet weg. In verschillende creatieve disciplines wordt AI op uiteenlopende manieren toegepast en ervaren, van bedreiging tot vanzelfsprekend hulpmiddel.
Binnen de letterensector wordt AI gezien als een directe bedreiging voor vertalers en auteursrechten. Het automatisch genereren van teksten roept fundamentele vragen op over eigenaarschap en eerlijke compensatie. Ook in de audiovisuele sector zorgt AI voor onzekerheid; stemacteurs vrezen dat synthetische stemmen hun werk zo goed als overbodig maken. Bij design en fotografie gaat het over onrechtmatig gebruik van beeldmateriaal. De Kunstenbond wijst in een recente position paper op de noodzaak van regelgeving en bescherming van makers in deze digitale transformatie. AI heeft een steeds grotere invloed op de creatieve productie, maar de randvoorwaarden voor eerlijke beloning en zeggenschap blijven achter op de noodzaak van regelgeving en bescherming van makers in deze digitale transformatie.
In sommige creatieve sectoren is AI daarentegen al meer vanzelfsprekend geïntegreerd in de werkpraktijk. De architectenbranche maakt steeds vaker gebruik van AI-gestuurde ontwerptools en parametrische software. Driekwart van de bureaus gebruikt BIM-software en iets meer dan de helft van de bureaus werkt met AI, vooral om in korte tijd visuele impressies en ruimtelijke oplossingen te genereren, aansluitend op randvoorwaarden zoals bezonning, bouwhoogtes en geluidsbelasting (Hogeschool Windesheim 2025).
Ook in de game-industrie is AI een integraal onderdeel van de ontwikkeling. Waar AI eerder werd ingezet om adaptieve personages en verhaallijnen te creëren, maakt generatieve AI het nu mogelijk om volledige spelwerelden autonoom te genereren en de ontwikkelingstijd van nieuwe games drastisch te verkorten. Uit wereldwijd onderzoek onder gameontwikkelaars blijkt dat bijna de helft al AI-tools gebruikt op hun werkplek, terwijl tegelijkertijd 84 procent zich zorgen maakt over de gevolgen voor werkgelegenheid en auteursrecht. Dit spanningsveld tussen innovatie en bedreiging is kenmerkend voor veel creatieve beroepen waarin AI zich in hoog tempo ontwikkelt. De Kunstenbond pleit voor een sectorbrede aanpak om de impact van AI in de creatieve industrie te reguleren en ervoor te zorgen dat technologische vooruitgang niet leidt tot verlies van zeggenschap en inkomen voor makers.
Lees hier ook meer over op de pagina Digitale transformatie.
Duurzaamheid
De klimaatcrisis en verduurzaming zijn steeds belangrijkere thema’s voor de cultuursector. In het advies ‘Cultuur natuurlijk’ uit 2023 pleitte de Raad voor Cultuur voor een stevige impuls om de verduurzaming van de cultuursector te versnellen. Op 19 december 2024 kwam minister Bruins met de beleidsreactie op dit advies. De minister toont zich terughoudend bij het nemen van specifieke maatregelen voor de culturele sector, zoals eerder wel bepleit door de Raad. Hij zet vooral in op de aansluiting van de cultuursector bij generiek kabinetsbeleid op het gebied van verduurzaming.
In het kader van de regeling Culturele Basisinfrastructuur 2025-2028 hebben alle aanvragers een vragenlijst ingevuld om zo een beeld te krijgen van inspanningen die zij leveren op het gebied van verduurzaming. Vrijwel alle respondenten geven aandacht aan het onderwerp maar het onderwerp is vaak niet structureel ingebed in de organisatie (Barneveld et al 2024). Een minderheid (27 procent) heeft een CO2 voetafdruk becijferd of is hiermee doende. De analyse bevestigt het beeld uit eerdere onderzoeken van de Boekmanstichting: het thema wordt belangrijk gevonden maar veel instellingen ervaren een gebrek aan geld, tijd en kennis bij de verduurzaming.
De themapagina duurzaamheid bevat meer informatie over het onderwerp.
Diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie
Ongelijkheid blijft een hardnekkig vraagstuk binnen de maatschappij en de culturele sector. Opvallend is dat vrouwen bij veel creatieve opleidingen in de meerderheid zijn, maar deze getalsmatige dominantie zich niet doorzet op de arbeidsmarkt. Dit structurele verloop benadrukt de uitdagingen rondom instroom en doorgroei van vrouwen in creatieve sectoren.
Hoewel er stappen worden gezet om genderongelijkheden te verkleinen, verdienen vrouwen in de beeldende kunst nog steeds aanzienlijk minder dan hun mannelijke collega’s. Onderzoek van de Boekmanstichting in opdracht van het Niemeijerfonds toont aan dat hun jaarinkomen gemiddeld 20 procent lager ligt.
Ook in de muzieksector zijn de verschillen zichtbaar: bij Buma/Stemra is slechts 16 procent van de leden – dat wil zeggen makers – vrouw, een lichte stijging ten opzichte van 2016 (toen 13 procent). De directies van poppodia en posities in programmering en techniek worden nog steeds gedomineerd door mannen (Dee et al. 2022). Binnen de hiphopsector speelt bovendien het gebrek aan fysieke ontmoetingsplekken een rol, waardoor kennisoverdracht tussen generaties moeizaam verloopt (Donken 2024).
In de architectuur is de mannelijke dominantie nog duidelijker. Slechts 16 procent van de bestuurders van architectenbureaus is vrouw. Hoewel Nederland op dit punt achterloopt ten opzichte van andere Europese landen, zijn er binnen de praktijk steeds vaker initiatieven om de instroom en doorgroei van vrouwen te bevorderen. Dit is vergelijkbaar met de game-industrie, waar diversiteit nog geen vanzelfsprekendheid is, maar waarin steeds meer studio’s inclusievere werkomgevingen creëren en vrouwelijke ontwerpers meer zichtbaarheid krijgen.
De discussie over sociale veiligheid binnen culturele instellingen blijft eveneens urgent. Ernstige gevallen van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag, zoals bij Internationaal Theater Amsterdam, hebben geleid tot sectorbrede bewustwording en beleidsmaatregelen. De maatschappelijke polarisatie heeft impact op de culturele sector, wat organisaties voor lastige keuzes stelt: hoe verhouden ze zich tot maatschappelijke debatten? De Museumvereniging organiseerde gesprekken over de rol van musea in het publieke debat. Ondertussen ervaren jeugdtheatergroepen steeds vaker terughoudendheid bij scholen als het gaat om thema’s als gender, racisme en religie. Culturele instellingen hebben geregeld te maken met bedreigingen en worden onder druk gezet voorstellingen af te gelasten. Kunsten ’92 werkt in samenwerking met het Verwey-Jonker instituut aan een programma om de sector handvatten te bieden bij de omgang met incidenten en verstoringen. De Raad voor Cultuur onderkende de zorgen over artistieke vrijheid en richtte een adviescommissie op, die in het najaar van 2025 met aanbevelingen komt (2025).
Ondanks de bestaande ongelijkheden en uitdagingen wordt de sector steeds diverser. In 2025 publiceerde het ministerie van OCW de monitor Diversiteit van personeel, zelfstandigen, toezichthouders en adviseurs in de culturele en creatieve sector: wat is de stand in 2024?, een onderzoek uitgevoerd door Significant APE. Die laat zien dat de culturele en creatieve sector nog achterloopt op de algemene arbeidsmarkt, maar dat het gesubsidieerde deel van de sector juist diverser is dan het nationale gemiddelde op het gebied van migratieachtergrond (Bosma et al. 2024). Tegelijkertijd blijft de positie van beeldend kunstenaars precair. Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd op beurzen en in collecties, en hoewel instellingen de richtlijn Kunstenaarshonorarium hanteren, blijven de inkomensverschillen groot.
Om recht te doen aan diversiteit, en om inclusie en gelijkwaardigheid te waarborgen moet de cultuursector oog hebben voor dieperliggende problemen die ongelijkheid in stand houden, zoals racisme, discriminatie, grensoverschrijdend gedrag en kansenongelijkheid. Op de pagina Diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie doen we een verkenning van reeds bestaand onderzoek naar de status hiervan in Nederland. De Tools bieden inzicht in de praktische toepassingen rondom DIG. Hiermee wil de Cultuurmonitor een handreiking doen aan de sector en aan iedereen die werk wil maken van het monitoren van diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid binnen de eigen organisatie.
Literatuur
Barneveld, E. et al. (2024) Duurzaamheid in de culturele sector. Wat is de stand in 2024?. Den Haag: Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap
Berkers, P., F. Kimenai en T. Calkins (2025). Fair pop pilot : op weg naar fair pay voor liveoptredens. Amsterdam: Platform ACCT.
Bos, D. (2025), Bioscoopmonitor 2024. Amsterdam: NVPI.
Bruins, E. (2024) Beleidsreactie op het advies Cultuur natuurlijk van de Raad voor Cultuur, 19 december 2024.
Burghoorn, A. (2024). ‘Cultuurgeld opnieuw verdeeld: ‘In Amsterdam zullen ze zeggen dat we een slachting aanrichten’’. Op: www.volkskrant.nl, 3 juli.
CBS (2024). Hogere werkdruk belangrijkste gevolg personeelstekort volgens ondernemers. Op: www.cbs.nl, 27 augustus.
CBS (2025) Monitor Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep. Op: www.cbs.nl, 31 maart.
FDN en NVBF (2024a) Samenvatting Kerncijfers jaar 2023. Amsterdam: FDN en NVBF.
FDN en NVBF (2024b) Nederland ging weer volop naar de film in 2023. Amsterdam: FDN en NVBF.
Goudriaan, R. (2024) Gevolgen afschaffing verlaagde BTW-tarief voor cultuur. Op: www.kunsten92.nl, 17 mei.
Haeren, M. van, H. Sweering en H. Mariën (2024) Vrouwelijke beeldend kunstenaars in Nederland: arbeidsmarktpositie, carrièreverloop, representatie. Amsterdam: Boekmanstichting.
Jorritsma, E. (2024). ‘Geen subsidie voor talentorganisaties in de klassieke muziek’. Op: www.nrc.nl, 9 juli.
Halbersma, R., J. Poort en F. Burema (2024) Raise or fold? Verhoging van de kansspelbelasting en de impact op de publieke belangen. Amsterdam: Atlas Research.
Kunstenbond (2024) Position Paper – Generatieve Kunstmatige intelligentie (AI). Op www.kunstenbond.nl.
Kunsten ’92 (2024a) ‘Eerste reactie op het hoofdlijnenakkoord’. Op: www.kunsten92.nl, 16 mei.
Kunsten ’92 (2024b) ‘Miljoenennota 2025: donkere wolken voor kunst en cultuur’. Op: www.kunsten92.nl, 19 september.
Neele, A. (2024). ‘Artistieke talenten verdienen groeimogelijkheden. Ongeacht de kunstvorm, of waar hun wieg staat’. Op: www.lkca.nl, 26 september.
NVBF (2024) Jaarverslag 2023. Amsterdam: NVBF.
NVBF en NVPI (2025a) Familiefilms en Nederlandse films deden het goed in 2024. Amsterdam: NVBF en NVPI.
NVBF en NVPI (2025b) Samenvatting kerncijfers jaar 2024. Amsterdam: NVBF en NVPI.
PwC (2024) ‘Aanpassingen giftenaftrek per 1 januari 2025’. Op: www.pwc.nl, 18 december.
Raad voor Cultuur (2023) Cultuur natuurlijk, hoe duurzaamheid en cultuur elkaar versterken. Op www.raadvoorcultuur.nl, 14 juni.
Raad voor Cultuur (2024a) Toegang tot cultuur. Op weg naar een nieuw bestel in 2029. Den Haag: Raad voor Cultuur.
Raad voor Cultuur (2024b) Uitkomst beoordeling raad: ruimte voor nieuwkomers en regio. Den Haag: Raad voor Cultuur.
Raad voor Cultuur (2025) Start adviescommissie artistieke vrijheid. Den Haag: Raad voor Cultuur
Rijksoverheid (2025) ‘Belastingplan 2025: wijzigingen in belastingen voor burgers’. Op: www.rijksoverheid.nl.
Siebe Weide Advies (2024) Podia 2023: jaarcijfers schouwburgen en concertgebouwen in Nederland. Amsterdam: Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties.
Vinken, H., B. Broers en H. Mariën (2023) De arbeidsmarktpositie van zzp’ers in de culturele en creatieve sector. Een verkenning van bestaande cijfers en overzicht van witte vlekken. Tilburg: HTH Research.
Visser, M. (2023) De theatertechnicus installeert nu zonnepanelen en warmtepompen. Op: www.trouw.nl, 14 februari.
VNPF (2024) Poppodium Analyse Systeem. Op: www.vnpf.nl.
Verantwoording beeld
Voorstelling Lehman Trilogy door ITA / Fotografie: Fabian Calis (met dank aan ITA)